14 APR, 2022 • Weekbulletin
De buitenlandse post: de Verenigde Staten
Ambassades zijn de steun en toeverlaat van Nederlandse ondernemers in het buitenland. In deze serie portretteren we er enkele. Dit keer is het woord aan Bart van Bolhuis, hoofd van het economisch team van het Nederlandse Postennet in de Verenigde Staten.
Hoe zit de Nederlandse vertegenwoordiging in de VS in elkaar?
‘Nederland is op negen plaatsen in het land vertegenwoordigd: de ambassade in Washington DC, consulaten-generaal in New York, Chicago, San Francisco, Atlanta en Miami en NBSO’s (business support offices) in Los Angeles en Texas en een vertegenwoordiging in Boston. In totaal hebben we meer dan zestig economische medewerkers. Zij hebben ieder hun eigen specialisatie, zoals bijvoorbeeld innovatie, mobiliteit, landbouw, voedsel en het binnenhalen van Amerikaanse investeringen in Nederland.
Sinds de vorige president is ‘Buy American’ het devies. Ook de regering van president Biden investeert volop in de eigen productiecapaciteit om minder afhankelijk te zijn van het buitenland. Dat betekent dat Nederlandse bedrijven nog meer dan vroeger écht iets moeten toevoegen. Gelukkig zijn er genoeg terreinen waarop dat kan: onder meer landbouw- en watertechnologie, offshore windenergie, duurzame mobiliteit en halfgeleiders. Denk ook aan innovatiesamenwerking rond quantummechanica, circulariteit en de energietransitie.
Ons motto is: economic ties, shared challenges. Met andere woorden: de sterke economische banden tussen beide landen bieden een kans om de grote mondiale opgaven aan te pakken.’
Hoe doet ons bedrijfsleven het aan de andere kant van de Atlantische Oceaan?
‘Wij zijn een klein land in oppervlakte, maar ook in de ogen van de Amerikanen een serieuze economische speler. In 2021 bedroeg de Nederlandse export naar de VS ruim 35 miljard euro; onze economische activiteiten leveren de VS 860.000 banen op. Uit een recente peiling van brancheorganisatie evofenedex blijkt dat 68 procent van de Nederlandse exporteurs dit jaar een omzetstijging verwacht in de VS. Daarmee staat de VS op één. Andersom is Nederland een belangrijke landingsplaats voor Amerikaanse bedrijven in Europa.
Nederland en de VS hebben al meer dan 400 jaar een economische relatie die is gebaseerd op gedeelde waarden zoals vrijheid, rechtvaardigheid en ondernemerschap. In 2014 is het Holland on the Hill– programma gelanceerd, een gezamenlijk project van de Nederlandse ambassade en Nederlandse bedrijven in de VS. We hebben hiermee ook een open lijn met congresleden, waaronder de Dutch Causus: congresleden met een speciale band met Nederland. Doel is om de economische, politieke en culturele banden te versterken, bijvoorbeeld door lezingen van captains of industry. Een paar maanden terug had de ceo van Arcadis nog zo’n impactvol betoog ‘on the Hill’.’
VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen was onlangs in Washington.
‘Dat was een kennismakingsbezoek, als voorbereiding op een aantal grote missies die later dit jaar plaatsvinden, onder andere in Texas en Californië. Het was een geslaagd bezoek, waarin we talloze gesprekken hebben gevoerd met Nederlandse bedrijven die hier actief zijn en Amerikaanse counterparts zoals de US Chamber en de vereniging van manufacturers.
Aan de orde kwamen bijvoorbeeld de problemen in de toeleveringsketens en de tekorten aan grondstoffen en chips. Thijssen zei dat de oorlog in Oekraïne eens temeer heeft duidelijk gemaakt dat Europa meer onafhankelijk moet worden op het gebied van energie en schaarse grondstoffen. De transitie naar een meer circulaire economie is daarbij cruciaal. Ze benadrukte ook hoe belangrijk het is dat we samenwerken met landen die dezelfde waarden hebben, zoals de VS.’
Wat doen jullie voor Nederlandse bedrijven die de sprong willen wagen?
‘Wij ondersteunen hen met marktintroducties, -scans en -verkenningen en matchmaking. Voor start-ups en scale-ups die op zoek zijn naar kapitaal, hebben we een speciaal programma, onder andere in San Francisco en New York. Uiteraard zijn we er ook voor bedrijven die hier al opereren. Als zij tegen issues aanlopen, kunnen we deuren voor hen openen bij de federale overheid. Of op het niveau van staten en steden, want veel overheidstaken zijn hier gedecentraliseerd.’
Uw adviezen voor deze bedrijven?
‘De VS doe je er niet even bij: het is belangrijk om al aan voet de grond te hebben of – in ieder geval – een lokale partner in de arm te nemen. In de praktijk beginnen bedrijven regelmatig met export en daarna verplaatsen ze ook (een deel van) de productie naar hier. Omdat het zo’n groot land is, is het verstandig om goed na te denken over de regio waar je begint en via welke route je de zaken later eventueel kunt uitbouwen.
En sommige dingen zijn écht anders. Zo is Amerika een erg juridisch land. Iedere deal kent een uitgebreid voortraject met advocaten en is pas echt rond als de handtekeningen zijn gezet. Het is goed om daarop voorbereid te zijn. Net als op de wetgeving die vaak niet te vergelijken is met die van de EU en ook van staat tot staat kan verschillen.’