18 NOV, 2020 • Europees nieuws

Europese Commissie doet voorstel voor een minimumloon per lidstaat

De Europese Commissie heeft een voorstel gedaan voor een richtlijn voor de vaststelling van een minimumloon op nationaal niveau. De reden voor dit voorstel is, dat een werkende een minimumloon moeten kunnen verdienen waarvan hij moet kunnen leven. Verder moet een minimumloon werkenden beschermen tegen de achtergrond van structurele veranderingen als globalisering, digitalisering en ‘non-standard’ vormen van werk.

 

In het voorstel wordt een adequaat minimumloon gerelateerd aan de nationale sociaal-economische situatie waaronder groei van werkgelegenheid en concurrentie, koopkracht, productiviteitsontwikkeling en de bruto loonontwikkeling, waaronder begrepen 60% van het bruto mediane loon en 50% van het bruto gemiddelde loon als een referentiepunt.

 

Betrokkenheid van sociale partners

Het minimumloon kan zowel door middel van wetgeving als door middel van collectieve arbeidsovereenkomsten worden gerealiseerd. De Europese Commissie roept de EU-lidstaten op collectieve arbeidsovereenkomsten te stimuleren om betrokkenheid van sociale partners bij het nationale minimumloon mogelijk te maken wanneer minimumloon door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst wordt bepaald. Verder gaat het voorstel van de Europese Commissie uit van betrokkenheid van sociale partners bij het realiseren van een nationaal minimumloon. Nationale inspecties moeten de naleving van nationale minimumlonen waarborgen.

 

Jaarlijkse rapportages

EU-lidstaten moeten jaarlijks de Europese Commissie over de stand van zaken van het nationale minimumloon informeren. De Europese Commissie zal vervolgens aan het Europees Parlement en de Europese Raad haar oordeel over de landenrapportages rapporteren. De Commissie Werkgelegenheid zal jaarlijks de stand van zaken van de ontwikkeling van het minimumloon per EU-lidstaat onderzoeken op basis van de door de Europese Commissie gerapporteerde gegevens en andere middelen voor monitoring, zoals benchmarking. EU-lidstaten moeten erin voorzien, dat werknemers van rechtswege de mogelijkheden hebben om op te komen voor hun recht op minimumloon.

 

Een richtlijn moet worden afgewezen

Nederland heeft een wettelijk minimumloon. Wezenlijk is dat de bevoegdheidsverdeling tussen EU en lidstaten niet wordt aangetast. Dat lijkt nu niet het geval te zijn. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn van mening, dat een richtlijn moet worden afgewezen omdat het doel van de Commissie ook met een Aanbeveling kan worden gerealiseerd. Het voorstel van de Europese Commissie zal in de relevante commissies van VNO-NCW en MKB-Nederland worden besproken en een inzet zal worden bepaald voor de verdere discussie in Europees verband.

 

Ook BusinessEurope en SMEunited pleiten voor een aanbeveling

BusinessEurope en SMEunited wijzen het voorstel voor een richtlijn af. Zij vinden, dat de Europese Commissie niet de competentie heeft zich te mengen in de loonvorming in de EU-lidstaten. Zij onderschrijven, dat armoede moet worden tegengegaan en gestreefd moet worden naar adequate leef- en werkomstandigheden, maar vinden, dat dit moet plaatsvinden op nationaal niveau. Het Europees Semester is een belangrijk middel om hervormingen in EU-lidstaten te realiseren. Zij bepleiten het door de Europese Commissie gewenste doel te realiseren met behulp van een aanbeveling waarbij sociale partners, de Europese Commissie, Europese Raad en Europees Parlement zijn betrokken.

businesseuropeeu (europese unie)sociale partnerswettelijk minimumloon