Alsnog naar de Expo in Dubai, voor de handel

Terwijl in Nederland coronamaatregelen worden heringevoerd, zijn 50 bedrijven met VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen afgereisd naar Dubai om zich te presenteren op de internationale Expo. Want voor échte handel is fysiek contact nodig, zeggen ondernemers.

Het is er, met een jaar vertraging, tóch van gekomen: de internationale Expo in Dubai is vorige maand van start gegaan. In naam nog steeds de Expo van 2020, om vast te houden aan de cyclus van om de 5 jaar. Met een Nederlands paviljoen, dat nu al de prijs voor het meest duurzame op het terrein heeft gewonnen. In het paviljoen komen voedsel, water en energie in een duurzame context samen. Uit de woestijnlucht wordt met een soort omgekeerde schoorsteen water gehaald. Daarmee worden de plantjes gevoed die op het menu staan van het restaurant. Energie wordt gewonnen met zonnepanelen. Bezoekers van het paviljoen kunnen ook een beetje ‘fysiek’ een indruk krijgen van Nederland: door een virtual reality bril zien ze wat we te bieden hebben op de genoemde gebieden en verder onder meer logistiek en stedelijke ontwikkeling.

Het paviljoen en Nederland staan centraal op de ‘Hollandse dag’ op 3 november. Dan wordt het paviljoen officieel geopend door het koninklijk paar. Ook aanwezig zijn minister De Bruijn van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, en een handelsmissie onder leiding van VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen. De missie bestaat uit zo’n 50 bedrijven en brancheorganisaties die een kans zien in de Expo. En in coronatijd bereid zijn om het vliegtuig te pakken voor fysieke ontmoetingen.

Voor wie niet naar Dubai kan en toch een kijkje wil nemen in het Nederlandse paviljoen:

‘Voor export moet je reizen’

‘Ik heb zelf natuurlijk geen concreet exportproduct in de aanbieding’, zegt Bart-Jan Koopman, directeur van evofenedex, de ondernemersorganisatie voor logistiek en internationaal ondernemen. ‘Ik ga onder meer mee als een soort verkenner: is de Expo iets voor onze leden? Daarnaast wil ik de situatie terplekke zien. Er zijn de afgelopen tijd – corona, het Suezkanaal, tekorten aan materialen – de nodige disrupties geweest in de productieketen en het containervervoer. Hoe is het daar nu in de regio met de havens en de douane? Voor export moet je toch reizen. Het is belangrijk voor de economie dat de internationale handel weer op gang komt, en dat we investeren in nieuwe kansen en contacten. Hoe kan dat beter dan onze kennis te etaleren?’

‘Tot begin september was het door corona onduidelijk of de missie door zou gaan. Maar ik heb het idee dat ‘normaal’ contact zeker weer mogelijk is. Het belang om mensen écht te zien is alleen maar groter geworden door corona. Ik merk het ook om mij heen: iedereen is happig om te reizen en elkaar ook fysiek weer te ontmoeten.’

‘Bedrijf alleen bereikt minder’

Arjan Levarht is ambassadeur van Levarht & Zonen, een handelsbedrijf in groente en fruit, dat over de hele wereld handelt en eigen teelt heeft in Mexico, Costa Rica en Nieuw-Zeeland. ‘Het Midden-Oosten is een belangrijk afzetgebied voor ons, en we oriënteren ons nu op de mogelijkheden voor eigen teelt daar. Ik ga ook mee om een aantal afnemers – voor het eerst – persoonlijk te ontmoeten en me te verdiepen op ontwikkelingen als ‘local for local’, het lokaal produceren voor de lokale markt. Dat doen we al gedeeltelijk elders. Local for local lijkt logisch, maar in het Midden-Oosten heb je te maken met waterschaarste bij de productie. Als pionierend bedrijf zoeken wij graag oplossingen. Verder wil ik weten welke kant het politiek op gaat in de regio en hoe de regelgeving zich ontwikkelt. Als individueel bedrijf kan het dan helpen om onderdeel van een handelsmissie te zijn. Je komt eerder met de juiste mensen in contact.’

‘Ik vind het belangrijk om elkaar fysiek te ontmoeten, zeker als het de eerste keer is. Dat levert diepgaander gesprekken op dan online meetings. Het is goed om elkaar echt te spreken en samen naar kansen en oplossingen te kijken. En in het zakendoen is het is op een gegeven moment: yes or no. Lig je elkaar of niet?’

‘We kunnen bijdragen aan verandering in de regio’

‘Kijken of het daar wél lukt’

‘Ik ben hier met twee redenen’, zegt Willemijn Wortelboer, eigenaar van RAW Paints. ‘De eerste is om te zien hoe onze verf het doet, want wij hebben bijgedragen aan het Nederlandse paviljoen. Daarnaast ben ik hier om te kijken wat onze groeimogelijkheden in het buitenland zijn. Wij produceren een duurzame verfpoeder op mineralenbasis: water wordt ter plaatse toegevoegd. Verfpoeder heeft vele voordelen: water wordt efficiënt gebruikt, er hoeven geen conserveringsmiddelen en pesticides toegevoegd te worden om de verf houdbaar en vloeibaar te houden, en je gebruikt alleen wat je nodig hebt.’

‘We hebben al diverse prijzen gewonnen, maar op een of andere manier lukt het niet om in Nederland aan de slag te komen. Er wordt veel over duurzaamheid gepraat, maar de daadwerkelijke actie blijft uit bij zowel de consument als de retail en de overheid. Hier in het Midden-Oosten kun je sneller tot handel komen als je met de juiste mensen in contact wordt gebracht; deze missie draagt daar heel goed aan bij.’

‘Voor ons liggen hier mogelijkheden omdat verf vaak afbladdert door het klimaat. Ook wordt er een business to business hub ontwikkeld waar wij onze producten kunnen tentoonstellen voor een groter gebied dan alleen de Verenigde Arabische Emiraten. Zo hoef je niet de hele wereld af te reizen, en dat is wel zo duurzaam. Ik ben overigens tevreden over onze verf op het paviljoen. We hebben voor het eerst op staal geschilderd.’

‘Ik ben voor het eerst in Dubai en dat heb ik wel even op mij moeten laten inwerken, als gast, ondernemer en vrouw. Het gevoel is dubbel. Je kunt besluiten om hier geen zaken te doen vanuit moreel oogpunt , want het is wel een andere wereld. Maar ik heb besloten dat ik juist met onze handel ook een positieve – duurzame – bijdrage kan leveren in het land en de regio.’

‘Als ik reis, houd ik rekening met de lokale cultuur en de normen en waarden. Mijn westerse zakelijke outfit – een jurkje net boven de knie – wordt hier gelukkig geaccepteerd. Ik voel me hier als vrouw veilig.’

Kennis delen én handelDe Expo is Dubai is de eerste wereldtentoonstelling die in de Golfregio wordt gehouden. Zo’n 190 landen presenteren zich. Tijdens de Expo’s, die om de 5 jaar steeds ergens anders worden georganiseerd, staan innovatie en duurzaamheid centraal. Wat kunnen landen van elkaar leren? In de Golfregio gaat het bijvoorbeeld om de vraag hoe het gebruik van water en energie zuiniger en duurzamer kan. Daarnaast bieden de Expo’s bedrijven de mogelijkheid om zich te presenteren en mogelijke zakenpartners te ontmoeten. Nederland exporteerde in 2018 voor 14 miljard euro naar de Golfregio. De import bedroeg ruim 7 miljard. De Expo in Dubai duurt van 1 oktober tot 31 maart volgend jaar, en is bestemd voor dagjesmensen en zakelijke bezoekers.