21 MEI, 2021 • Interview

Bouwer Biense Dijkstra: 'Traditioneel bouwen is niet meer van deze tijd'

Een miljoen nieuwe huizen bouwen én dat ook zo duurzaam mogelijk doen. Kan dat überhaupt? Ja, stelt bouwondernemer Biense Dijkstra (Bouwgroep Dijkstra Draisma) en hij weet ook hoe. Al verklaren sommige collega’s hem voor gek. ‘Ik wil mijn stinkende best doen om daar verandering in te brengen en de wereld beter achterlaten.’

 

‘We móeten innoveren in de bouw. Het kan niet anders’, stelt Biense Dijkstra, directeur-eigenaar van Bouwgroep Dijkstra Draisma. ‘Maar ik zie nog veel collega’s traditioneel bouwen.’ En eigenlijk vindt de Dokkumer ondernemer dat onbegrijpelijk. Want er is toch afgesproken dat bestaande gebouwen in 2050 energieneutraal moeten zijn? Dat de CO2-uitstoot omlaag moet, ook in de bouw? En dat er tegelijkertijd snel veel huizen bijgebouwd moeten worden? Hoe kun je dat doen als je niet vernieuwt?

Dijkstra besloot daarom jaren geleden al het roer om te gooien, als een van de weinigen in zijn sector. Zijn bedrijf maakt nu woningen die snel op locatie in elkaar kunnen worden gezet, nagenoeg stikstofvrij zijn en hij komt met nieuwe, duurzame materialen.

 

Meneer Dijkstra, wordt het geen tijd dat de hele branche duurzamer wordt?

‘Zeker, maar de bouwwereld heeft daarin nog wel stappen te zetten. Traditioneel bouwen kan iedereen en ik zie ook dat veel mensen in de branche zich daar nog prettig bij voelen. Onder het motto: zo hebben we het altijd gedaan. Maar het is absoluut niet meer van deze tijd. Niet alleen omdat het een trage manier van bouwen is, het brengt ook veel risico’s met zich mee.’

Biense Dijkstra was een van de gastsprekers op het eerste landelijke DGA-congres dat door VNO-NCW en MKB-Nederland op 18 mei is gehouden. Op het congres stonden directeuren-grootaandeelhouders en familiebedrijven centraal. Dijkstra discussieerde mee over Ondernemen voor brede welvaart en de bijbehorende Ondernemersagenda voor herstel en groei. Daarbij gaat het niet alleen over duurzaamheid en innovatie, maar ook over de stappen die nodig zijn om van de crisis te herstellen en tot een inclusievere samenleving te komen. Dijkstra sprak zich onder meer uit voor behoud van de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) om zo ‘familiebedrijven die bezig zijn met verduurzaming en innovatie’ niet in handen van buitenlandse bedrijven te laten vallen. Ook brak de Dokkumer bouw-ceo een lans voor het terugdringen van de regeldruk. 

Welk risico’s ziet u dan?

‘Kijk maar naar de CO2 die we nu uitstoten en de veranderingen die dat in de natuur teweeg brengt. Daar kun je je op z’n minst een beetje verantwoordelijk voor voelen. Ik wil mijn stinkende best doen om daar verandering in te brengen en de wereld beter achterlaten.’

 

Niet iedereen ziet dat zo.

‘Ik ben ervan overtuigd dat de aarde opwarmt en dat we onszelf aan het vernietigen zijn. Maar zelfs als je scepticus bent en niks gelooft van dat opwarmen – die zijn er ook zat – dan kun je alsnog iets doen: duurzaamheid loont namelijk. Daar zijn we zelf het voorbeeld van. Op mijn kamer staat een betonnen bokaal met Best presterende bouwer die we vorig jaar wonnen omdat we financieel het meest solide waren. Dat kan dus als je duurzaamheid nastreeft. Ik verwacht dat ons bedrijf dit jaar minstens weer de top-5 haalt.’

 

‘Collega’s zeggen: ‘Je bent gek. Wat maakt jou die duurzame energie nou uit?’

 

Maar u wordt in de bouw nog steeds vreemd aangekeken…

‘Klopt. Binnenkort gaan we van start met boren van een geothermiebron omdat we gebruik willen maken van aardwarmte voor verwarming van woningen. Dan hoor ik van collega’s: ‘Je bent gek. Wat maakt jou die hele duurzame energie nou uit?’ Ze willen of durven die stap niet te zetten. Wij wel. Als we duurzaam willen zijn in de gebouwde omgeving, dan moeten we zulke bronnen gewoon benutten. Of biogas van een vuilstort in de buurt of het waterschap om maar iets te noemen.’

 

Voorloper zijn klinkt leuk, maar het betekent toch niks als niemand volgt?

‘Eerlijk gezegd zien we juist dat steeds meer bouwers gaan doen, wat wij al deden. Plegt-Vos bouwt een prefab-fabriek en denkt ook in CO2-oplossingen. Van Wijnen bouwt een grote woningfabriek in Heerenveen waar ze geïndustrialiseerd gaan produceren, dus ook een stuk efficiënter en remontabel.’

 

Praat u er weleens over met uw collega’s in de branche dat ze niet voldoende doen?

‘Zeker. Maar ik houd niet van naming and shaming. Je kunt veel beter zelf laten zien wat er beter kan. Successen laten zien. Dan is er namelijk altijd een groep – zo’n 25 tot 30 procent van de branche – die denkt: ‘Dat is interessant, dat gaan wij ook doen.’ Wat ik ook belangrijk vind, is dat iedereen z’n verantwoordelijkheid neemt. Nu wijst iedereen naar elkaar, van constructeur en installateur tot architect: we maken immers alleen maar wat iemand anders heeft bedacht. Terwijl we zelf als branche verantwoording horen te nemen voor de producten de we maken en de prestaties van die producten. Hoe energiezuinig presteert die warmtepomp? Hoe duurzaam is die techniek die ik toepas in mijn gebouwen?’

Biense Dijkstra: 'Als je zelf laat zien wat er beter kan, is er altijd een groep – zo’n 25 tot 30 procent van de branche – die denkt: Dat is interessant, dat gaan wij ook doen.'

Biense Dijkstra: ‘Als je zelf laat zien wat er beter kan, is er altijd een groep – zo’n 25 tot 30 procent van de branche – die denkt: Dat is interessant, dat gaan wij ook doen.’
Foto: Kees van de Veen

Wat levert dat dan op?

‘Wij stellen die vragen wel en daarom zijn we nu bezig met een alternatief voor de warmtepomp, gebruiken we dunne steenstrips die heel weinig CO2-belasting geven en hopen we binnenkort te beginnen met lisdodde als isolatiemateriaal in de spouwmuren.’

‘Veel collega’s gebruiken polystyreen voor spouwisolatie. Wij zijn al heel snel overgestapt op cellulose, zeg maar papierpulp. Dat is een mooi circulair product, maar het is duur en moet van ver komen, uit België en Duitsland. Binnenkort stappen we daarom over op lisdodde. We hebben zelf 10 hectare grond aangekocht om het op te verbouwen en ervaring mee te op te doen. Daarmee besparen we 200 ton CO2, en we kunnen het materiaal elk jaar oogsten. We hopen boeren zover te krijgen dat zij het voor ons gaan verbouwen, zodat we er allemaal de voordelen van kunnen genieten. En het is écht circulair. Want er wordt heel veel over circulariteit gesproken, maar dat is meestal circulariekoek: een verhaal dat heel mooi klinkt, maar meestal nergens op slaat.’

Komt u dat veel tegen? Bedrijven die alleen maar schermen met groene termen?

‘Heel vaak. Greenwashing heet dat. Best wel jammer. En wij kunnen dan niet meer doen dan uitleggen dat het anders moet. We zitten in een lineaire economie, waarin we iets gebruiken en na gebruik in de prullenbak gooien. In een recycle-economie gooi je het product na een paar keer hergebruiken uiteindelijk ook weg. Wij koersen af op een circulaire economie; en dan komt het dus nóóit meer in de prullenbak. Dat is heel complex. Kijk maar naar wat we doen: we proberen gebouwen te maken die duurzaam zijn en lang meegaan, maar we willen het maken met producten die afbreekbaar zijn en terug de natuur in kunnen. Dus je moet daar heel slim over nadenken.’

‘er wordt heel veel over circulariteit gesproken, maar dat is meestal circulariekoek’

Dat zal toch niet altijd lukken?

‘Dat klopt, het lukt ook niet in alle gevallen maximaal. Want ja, kit blijft nu eenmaal kit, en verf blijft verf. Maar je kunt wel zeggen: we zorgen ervoor dat we gevels maken waar geen kozijnen meer in zitten, dan gaan we het glas rechtstreeks in onze gevels plaatsen en dan besparen we het kozijn dat geschilderd moet worden.’

Hoe groen bent u eigenlijk zelf?

‘Practice what you preach, zeg ik altijd. Ook al is het niet gemakkelijk. Echt niet. Ik krijg van een elektrische auto bijvoorbeeld laadstress omdat ik niet altijd een geschikt laadpunt kan vinden. Ik heb het autoracen grotendeels moeten opgeven. Dat was mijn hobby, dus dat vind ik wel jammer. Zodra er straks elektrisch geracet kan worden, dan ben ik de eerste die zo’n auto heeft. Ik had eens een bankdirecteur op bezoek voor een rondleiding en ik zei: ‘Wij kunnen beiden snel een Tesla kopen. Dat is leuk en snel, maar ook een beetje schijn. U moet juist de hele bank in een elektrische auto krijgen.’ Bleek hij net een Tesla te hebben besteld. Maar serieus, die grote massa, díe moeten we bereiken. Met z’n allen de footprint verlagen. Dat geldt voor de hele branche, nee voor alle sectoren. Duurzaamheid is een verdienmodel voor de toekomst. En het kan prima, begin er dan ook aan. Eigenlijk kan het niet anders.’

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen?Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Bekijk hier ook een filmpje met Biense Dijkstra dat speciaal voor het dga-congres werd gemaakt:

https://player.vimeo.com/video/551416423?byline=0&portrait=0

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

bouwbouwprojectencirculaire economieco2 (koolstofdioxide)duurzaamheidinterviewklimaatneutraal