17 JUL, 2023 • Portret
Ceo Tata Steel: 'Ik kan mezelf recht in de spiegel aankijken’
Een ‘technisch, introvert mannetje’ was hij. Nu moet de directievoorzitter van Tata Steel Nederland al zijn vaardigheden inzetten om signalen om hem heen goed op te pikken en te luisteren. ‘Soms vind ik dat lastig. Maar ik leer gaandeweg.’
Twitter? Nee, daar is Hans van den Berg van af. ‘Ik werd er treurig van.’ Had hij een interview gegeven of was er een krantenbericht over Tata Steel verschenen, dan ging hij de reacties lezen. ‘Op een gegeven moment dacht ik: dit helpt niet. Behalve LinkedIn ben ik niet meer actief op sociale media. Ontzettend veel rust geeft me dat.’
Want Tata Steel? Daar heeft iedereen een mening over. Er is veel over te doen. Omwonenden plaatsten zelf camera’s om de stofuitstoot in de gaten te houden. Van den Berg verscheen bij de rechter vanwege milieuovertredingen van de staalfabriek, bij de Tweede Kamer voor een hoorzitting. Elke maand houdt de actiegroep Kappen met kolen een die in voor de poorten van Tata, waarbij protestvoerders op de grond liggen en doen alsof ze doodgaan.
Hoe is het om aan het roer te staan van zo’n veelbesproken bedrijf?
‘Je zal het maar mogen doen, denk ik wel eens. Er staat veel op het spel. Wij werken keihard aan het groener worden van onze staalfabriek en een schone omgeving. Zonder staal hebben we geen sanitair, geen riolering, geen huizen, blik om eten in te conserveren. Geen bruggen, auto’s, windmolens, spullen voor in de keuken. We maken er met zijn allen dagelijks gedachteloos gebruik van. Er werken 9.000 mensen direct bij ons, en 20.000 mensen indirect, die services aan ons verlenen. Mensen van wie ik positieve reacties krijg en die trots zijn op wat ze doen. Ze zeggen wel eens dat het eenzaam is aan de top. Soms herken ik dat, vaak niet. Ik heb nog steeds veel gemotiveerde mensen om me heen.’
U ligt niet stijf van de stress in bed?
‘Nee. Ik val binnen een paar seconden in slaap. Maar halverwege de nacht word ik wel vaak wakker.’
Wat schiet er dan door uw hoofd?
‘Nou ja, we hebben zoveel stakeholders, er spelen zoveel dingen tegelijkertijd. Hebben we het hele plaatje in beeld, acteren we daar goed op? Wat zijn de belangrijkste dingen waarmee ik me bezig moet houden? We staan van alle kanten onder druk.’
Wie is Hans van den Berg?Hans van den Berg (Geldrop, 1962) studeerde natuurkunde aan de Universiteit Leiden en promoveerde daarna op supergeleiding. Van den Berg werkte enkele maanden bij het ministerie van Economische Zaken, voordat hij de overstap naar het bedrijfsleven maakte. Nu werkt hij 34 jaar bij Tata Steel Nederland, voorheen: Hoogovens/Corus/Tata Steel. Sinds 2021 is van Den Berg directievoorzitter van Tata Steel Nederland. Hij heeft een vrouw, twee zonen en een bonuszoon. In zijn vrije tijd zeilt hij graag.
De klimaatverandering houdt hem bezig, de ongerustheid van omwonenden over hun gezondheid. ‘Ik deel hun zorgen. We weten dat we een grote CO2-uitstoter zijn. Maar we dóen er wat aan. We gaan in 2030 met nieuwe waterstofinstallaties groen staal maken. Dat is een complex plan, dat lukt niet van de ene op de andere dag, en ja, daar hadden we eerder mee moeten beginnen. Maar ik kan niet teruggaan in de tijd. We kunnen alleen nú de schouders eronder zetten.’
Dat sommige mensen zo boos zijn op het bedrijf, op hém, laat hem niet ‘helemaal ongemoeid’. ‘Die persoonlijke boosheid vind ik meevallen, maar begint wel vervelender te worden. Dat mensen zeggen: het bedrijf moet dicht en jij hoort achter de tralies.’ Als Van den Berg nu ergens naartoe gaat voor een publiek debat, wachten steevast demonstranten met spandoeken hem op. ‘Er zijn spreekkoren, er staan tien mensen van de beveiliging om me heen en dan denk ik wel: ach, waar zijn we in beland?’
Vindt u het niet intimiderend?
‘Nee, ik ben niet zo gauw geïntimideerd. Ik voel het nog niet als bedreigende situaties. Ik merk dat als je gewoon met mensen in gesprek gaat en vertelt hoe je erin zit, er vaak een normaal gesprek ontstaat. Mensen zijn het misschien niet met ons eens, maar we zitten niet achter een betonnen muur. Ik ga ze niet uit de weg. Zolang we de goede dingen doen, en dat doen we, kan ik mezelf iedere dag recht in de spiegel aankijken.’
‘Mensen zeggen tegen me: het bedrijf moet dicht en jij hoort achter de tralies’
Philips-kind
Hans van den Berg werkt 34 jaar bij Tata Steel Nederland – voorheen Hoogovens en Corus – maar zijn weg leek geplaveid naar Philips.
Hij wordt in Geldrop geboren, een dorp vlakbij Eindhoven. Vader is plantmanager bij een draadtrekkerij van Philips. De gloeilamp- en elektronicafabrikant zorgt voor alles. ‘Wij woonden in een huurhuis van Philips, in een straatje met Philips-mensen, kochten met korting spullen in de personeelswinkel.’
De Tata- voorman herinnert zich ‘een behoorlijk hecht gezin’. Traditioneel. Moeder zorgt er thuis voor dat alles goed gaat, terwijl vader aan het werk is. ‘Hij kwam om een uur of vijf thuis, nam twee glaasjes jenever en dat was dat.’ Met zijn vier jaar jongere zus is Van den Berg ‘erg close’.
Zijn vader is een rustige, ‘extreem betrouwbare’ man. ‘Beetje saai zo nu en dan, maar heel trots op wat hij had bereikt. Hij had altijd een groot vertrouwen in mij, in mijn zus. Een levenshouding van: het komt goed allemaal.’ Moeder is uitbundiger, emotioneler. ‘Zij heeft zich haar hele leven juist overal zorgen om gemaakt. Voor haar was ik het prinsje. Ik kwam met alles weg. Niet dat dat nodig was. Ik was een voorbeeldig kind, ging confrontaties uit de weg.’
Qua financiën is er ‘geen overdaad, maar zeker geen armoede.’ Geld wordt niet over de balk gesmeten, maar netjes gespaard voor de afbetaling van het huis. Elke zomer gaat het gezin op vakantie. Met zijn vieren naar Friesland, een huisje huren en een zeilboot, en dan varen op de Friese meren. Soms komen er vrienden van hun ouders langs, soms neemt Van den Berg of zijn zusje iemand mee. ‘Dat waren mooie jaren.’
Uren is de jonge Van den Berg zoet met zijn elektronicadoos (van Philips), waarmee je je eigen radio maakt. Alles uit elkaar halen, uitzoeken hoe het werkt, weer in elkaar zetten. Ook Lego heeft zijn interesse, en montagespeelgoed Meccano. En nee, hij zit niet alleen maar te puzzelen in zijn kamer. ‘Net zo vaak was ik voetballen met vrienden op het grasveld in de buurt. In de zomer waren we elke dag in het zwembad van het dorp te vinden. Ik had een onbekommerde jeugd.’
Leren kan hij als de beste – altijd de eerste van de klas. ‘Ik weet nog wel dat ik heel faalangsterig was. Perfectionistisch. Als ik niet voldoende voorbereid was voor een proefwerk, kon ik echt heel zenuwachtig worden. Ik weet niet goed waar dat vandaan kwam. Misschien dat ik graag wilde dat mijn ouders trots op me waren.’
Na de middelbare school in Eindhoven vliegt bijna iedereen uit om te gaan studeren. ‘Voor mij was dat heel vanzelfsprekend, vooral omdat ik zo makkelijk leerde. Ik was de eerste in onze familie die naar de universiteit ging.’
Het is begin jaren 80. Oliecrisis. Nederland in economisch slecht weer. ‘Er heerste hoge werkloosheid. Studeren was de beste verzekeringspremie voor een baan.’ Het wordt natuurkunde in Leiden. ‘Een studie op de inhoud, waar je niet hoefde te spreken in het openbaar of iets dergelijks. Een veilige omgeving voor mij.’
Was u een nerd?
‘Ja, heel erg. Maar ik roeide ook. En we hadden een hechte vriendenclub van tien medestudenten die regelmatig met elkaar een biertje gingen drinken. Nog steeds heb ik contact met ze. Elk jaar maken we een grote zeiltocht. IJsselmeer, Waddenzee, de Engelse kust. Paar jaar geleden naar Kopenhagen, subliem mooi.’
Vervolgens ging u promoveren op supergeleiding. Kunt u heel kort uitleggen wat dat is?
‘Jahaa. Dat is een effect binnen de fysica, waarbij geen enkele weerstand meer bestaat tegen elektrische stroom…..’ Daarna volgt een verhaal over dark energy, de relativiteitstheorie, het tunneleffect en het quantummechanische universum. ‘….waarin fenomenen optreden die niet meer passen in wat je in het dagelijks leven ziet en intuïtief begrijpt. Dán wordt het interessant.’
Een carrière in de wetenschap trekt Van den Berg echter niet. ‘Ik had vijf jaar natuurkunde gestudeerd in de volle breedte. Bij mijn promotie werd dat veld kleiner, je kent de meeste spelers op jouw gebied inmiddels. Ik dacht: blijf ik dit mijn hele leven doen? Ik wilde andere dingen doen en kunnen.’
Hij bladert door een Intermediair jaarboek, waarin bedrijven in Nederland zich presenteren. KLM, ASML en Hoogovens lijken hem wel wat. Alleen de laatste nodigt hem uit voor een gesprek.
‘IK BEN VERANDERINGSGEZIND, MAAR OOK LOYAAL EN GECOMMITTEERD’
Waarom solliciteerde u niet bij Philips?
‘Ik dacht: eerst bij anderen proberen. Want als dat mislukt, is het minder erg dan bij het Philips van mijn vader. En ik hoefde niet zo nodig terug naar Eindhoven. De Randstad beviel me. Ik proefde van de cultuur in Leiden, van Amsterdam, de zee was dichtbij. Er gebeurde hier meer.’ In het bedrijfsleven vindt hij wat hij zoekt. ‘Kennis opdoen. Begrijpen hoe de wereld werkt.
Alles komt hier samen. Van inkoop en Human Resources tot financiën, strategie en it.’
U werkt 34 jaar bij Tata Steel, wat zegt dat over u?
‘Ik ben veranderingsgezind, maar ook loyaal en gecommitteerd. Het lijkt me raar om hier weg te gaan. Ik heb zo lang verbinding gehad met de mensen in de fabrieken, in de ‘arena’. Tot voor kort was ik corpsbeheerder van onze vrijwillige brandweer. Dan oefende ik mee – volgens mij was ik best populair (lacht). Iedere keer was er in het bedrijf wel een nieuwe uitdaging. Veranderende technologieën, een mogelijke joint venture. Altijd iets. Die reuring geeft me energie.’
Aan reuring nu geen gebrek, to put it mildly. ‘Ik heb lang niet zulke uitdagingen gehad. Ik was een introvert en technisch mannetje. Nu heb ik al mijn vaardigheden nodig om signalen om me heen op te pikken, om goed te luisteren. Voor mij blijven de feiten er. Maar het gaat meer over percepties, gevoel. Soms vind ik dat lastig. Maar je leert gaandeweg, wat wel werkt en wat niet.’
Zijn emotionele kant roert zich ook steeds meer. ‘Misschien is het de leeftijd. Maar het zijn vooral de enorme emotionele situaties waarin ik de laatste jaren terechtkom, waar mensen heel boos zijn, of juist heel trots, of heel bezorgd. En dat raakt, op alle mogelijke manieren.’
Wanneer heeft u voor het laatst gehuild?
‘Zonet. Toen u over mijn ouders begon, die inmiddels allebei zijn overleden. Dat gebeurt steeds meer. Ik schaam me er niet voor.’
‘ALS IK OM ME HEEN KIJK, ZIE IK DAT DE HUIDIGE GENERATIES MEER BALANS HEBBEN TUSSEN WERK EN PRIVÉ’
Waar hij dan aan denkt? ‘Of ik meer tijd met ze had willen besteden. Dat heb ik niet gedaan. Ik denk wel dat ze trots op me zouden zijn. Ze hebben mijn hele loopbaan bij Tata Steel meegemaakt, alleen de laatste positie niet meer. Misschien wel beter ook. Dan hoeven ze dit allemaal niet te zien en horen.’
Wat vinden uw kinderen van uw werk?
‘Ze zijn volgens mij wel trots geweest. Dan ging ik van de ene naar de andere baan en zeiden ze: je bent nu een grotere baas, je hoeft zeker niets meer te doen? Dat werkte natuurlijk in de praktijk anders (lacht). Maar nu, met alle ophef, weet ik het eigenlijk niet zo precies. Ik denk dat ze zien dat ik hard werk en de goede dingen probeer te doen binnen mijn mogelijkheden.’
Rucksichtslos
De Tata-voorman heeft twee volwassen zonen bij zijn vorige echtgenote, en een ‘bonuszoon’ bij zijn huidige vrouw. ‘Ik ben erg trots op de mannen. Soms komen ze langs op de boot, eten we een hapje. Soms lenen ze mijn auto om een weekendje weg te gaan. Ik probeer zoveel mogelijk met ze te doen.’
Vroeger was dat anders, geeft hij schoorvoetend toe. ‘Ik denk dat ik een beetje een afwezige vader was. ’s Ochtends vroeg ging ik de deur uit als het gezin nog sliep. Eens per week haalde ik de jongens op van de crèche, ja, dan reed ik met gierende banden op de A4 om op tijd te zijn.’
In het werk is hij ‘vrij rucksichtslos’. ‘In de beginjaren was je als bedrijfsleiding oppiepbaar. Elke avond om tien uur belde ik in met de chef van de wacht, die moest rapporteren over de productievoortgang, hoe stond het met de veiligheid. Heel spannend vond ik dat allemaal. Ik kon het niet relativeren, ik nam het heel serieus. De verantwoordelijkheid voor de fabrieken, de mensen. Daardoor heb ik werk vaak vóór mijn gezin laten gaan. Als ik nu om me heen kijk, zie ik dat de huidige generaties meer balans hebben tussen werk en privé. Meer hun grenzen kunnen stellen. Dat deed ik toen niet genoeg.’
Hoe lang houdt u dit werk nog vol, denkt u?
‘Tja, zoals het nu gaat, niet járen. Maar als het vergroeningsproces goed op de rit staat, wordt het een stuk eenvoudiger. Ik sta op, dit is mijn job, wat ik doe. Privé en werk lopen bij mij totaal door elkaar heen. Mijn vrouw werkt hier op de juridische afdeling. We wonen midden tussen de collega’s in Beverwijk.’
Wordt u wel eens aangesproken op straat: ‘Meneer Van den Berg!’
‘Jazeker, twee weken terug vroeg een onbekende collega me nog: mag ik een selfie met u? Om 8 uur ’s ochtends in de Breestraat in Beverwijk! Mensen bij ons in de fabriek zeggen: we zagen je op televisie, mooi dat je voor ons opkwam. Ze zien me als boegbeeld, dat vind ik prettig. Maar het schept ook verplichtingen. Ik kan ze niet laten vallen, niet teleurstellen. Nou ja, op een gegeven gaat dat gebeuren. Als ik met pensioen ga. Ooit.’
En daarna?
‘Meer varen op mijn zeilboot. Mijn jongens groter zien worden, zien hoe zij zich verder ontwikkelen in het leven. Daar kijk ik erg naar uit.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.