De arbeidsmarkt is krap, ondernemers staan te springen om werknemers én er zijn mensen die niet zo makkelijk aan werk komen ondanks hun inzet. Ondernemer Christa Teeuw (Kruiswijk Groep) wil vooral jongeren een kans geven en opende daarom een eigen bedrijfsschool. Werkte dat voor de ondernemer?
Het was door een bezoekje aan een ander bedrijf, waar jongeren al werden opgeleid, dat bij ondernemers Christa Teeuw en haar man het kwartje viel. ‘Dat wilden wij ook. Wij tobben in onze branche allemaal al jaren met het vinden van genoeg nieuwe mensen. Dat komt ook door de maatschappij, want op sommige beroepen wordt neergekeken. In Nederland wil de overheid dat iedereen doorstudeert, maar niet iedereen wil advocaat of accountant zijn. Er zijn ook mensen die met hun handen willen werken en die hebben wij nodig.’
Dan maar een eigen opleiding opzetten en laten zien hoe mooi het vak is, zo denken ze bij het bedrijf van Teeuw, de Kruiswijk Groep uit Bergambacht. ‘Voor de jongeren die ons vaak wel prachtig vinden en lekker buiten willen werken. Die willen na de middelbare school niet de hele dag op een kantoor of nog meer op school zitten. Daar mikken wij op met onze opleiding.’ In september 2022 is de vakschool van start gegaan. De opleiding duurt twee jaar en in september komt er een nieuwe klas bij. Er is per jaar plek voor maximaal twaalf studenten.
Vaste baan
Bij de Kruiswijk Groep werken zo’n honderdvijftig mensen in onder meer grondwerk, asbestverwijdering, sloopwerk, boren en zagen en transport. Genoeg variatie op het werk dus, en Teeuw is altijd op zoek naar nieuwe mensen. Via onder meer social media is de start van de vakschool bekendgemaakt. De jongeren die zich in hebben geschreven, komen allemaal uit de regio. De afgestudeerden kunnen meteen een vaste baan bij het bedrijf krijgen, zegt Teeuw. Het voordeel van een eigen opleiding, is volgens haar dat je aan de toekomst werkt. Je zorgt er als ondernemer voor dat je over een paar jaar ook genoeg goede mensen in dienst hebt. ‘Dit is dus geen oplossing voor de korte termijn. Als je morgen een vacature hebt, los je die met deze opleiding niet op. Wat je wel doet, is mensen aan je binden.’
Geen vervanging
Het is ook geen vervanging voor de ‘oude manier’ van personeelsadvertenties plaatsen, of via mond-tot-mond-reclame mensen vinden. Teeuw ziet het als een toevoeging. ‘Voordat deze studenten echte vakmensen zijn, zijn we een paar jaar verder.’
Ze noemt als een van de grote voordelen van een éigen opleiding, dat ze de studenten meer van het karakter van het eigen bedrijf kan meegeven. ‘Wij vinden hard werken belangrijk. Ook het motto ‘afspraak is afspraak’. Dat geef je door aan de jongens en meiden die je opleidt. Dat kan ook goed, omdat ze nog maar 18, 19 jaar oud zijn en heel leergierig.’ En natuurlijk kan Teeuw het lesaanbod afstemmen op wat er nodig is bij de Kruiswijk Groep. ‘Het is een erkende mbo-opleiding en die vullen wij aan met lessen van onze vakmensen, denk aan steigerbouwen of het onderhoud van elektrisch gereedschap. Of een machinist komt uitleggen wat de dode hoeken zijn van een graafmachine. Dat krijg je niet op een reguliere opleiding.’
Voor de Kruiswijk Groep is er geen garantie dat de jongeren die zij opleiden ook echt bij hen blijven werken. Ze kúnnen naar een ander bedrijf. ‘Dat is nou eenmaal zo. Bij ons is gelukkig het personeelsverloop laag. Maar inderdaad, we kunnen ze niet vastbinden. Ik vind de opleiding belangrijk genoeg om dat risico te nemen. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat iedereen het hier naar z’n zin heeft, zich gezien voelt en z’n talenten kan ontwikkelen. Als iemand dat dan bij een ander denkt te vinden, zeggen we ‘jammer, doen, en je kunt altijd terugkomen’.
Enthousiasme uitstralen
Het is geen sinecure om een eigen vakschool op te zetten. Het kost ‘behoorlijk veel’ moeite. ‘Belangrijk is dat je hele organisatie klaar is voor zo’n opleiding onder je eigen dak. De leerlingen werken per week vier dagen bij ons en één dag zitten ze op school. Die vier dagen hebben ze één-op-één begeleiding van een leermeester. Die is speciaal opgeleid om met jongeren te werken. Als organisatie moet je het enthousiasme uitstralen dat je die studenten iets wilt leren, je moet goed opletten dat ze veilig werken. We hebben een mentor die de jongens en meiden in de gaten houdt en vraagt of het allemaal goed gaat. Hebben ze het naar hun zin, gaat het op school goed, snappen ze alles? Al die begeleiding legt natuurlijk druk op mijn mensen.’ Teeuw denkt dan ook niet dat zo’n vakschool voor elk bedrijf de oplossing is. ‘Wees zeker dat iedereen erachter staat.’
Juist daarom zijn toch scholen bedacht? Zodat bedrijven al dat opleidingswerk niet op hun schouders hoeven te nemen? ‘We hebben geprobeerd om met andere scholen samen te werken, maar ik merk dat ze daar niet altijd om staan te springen. Of je komt er als bedrijf niet tussen. We zijn blij dat we tot deze vorm zijn gekomen. We hebben de leerlingen dicht bij ons. Ook nemen we zelf de praktijkexamens af, zodat we meteen weten waar iedereen staat. Als je alles op een externe school doet, heb je minder contact met de studenten, minder zicht op de resultaten en minder contact met de leerkrachten.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
