4 FEB, 2021 • Achtergrond

Meer handhaving, minder regels: 'Pak de slechte ondernemers nou aan'

Niet nóg meer regels, maar meer en betere handhaving van de bestaande, dat is waar ondernemers om vragen. Verrassend? Nou niet als je weet dat bijvoorbeeld de arbeidsinspectie maar een paar procent van alle uitzendbureaus kan controleren. En malafide uitzenders hun gang kunnen gaan. Waarom ondernemers juist gebaat zijn bij controle.

 

Het stond onlangs nog paginagroot in het FD: met corona besmette Roemeense uitzendkrachten zouden onder druk gezet zijn om tóch te gaan werken in een slachterij. Aldus de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het uitzendbureau zou de werknemers uit hun huis zetten als ze niet aan het werk gingen, ondanks hun ziekteverschijnselen. Nu is zieke werknemers dwingen tot werken en dreigen met huisuitzetting sowieso illegaal, maar tijdens een pandemie ook nog eens heel gevaarlijk. Reden te meer voor de Inspectie om in te grijpen.

 

Malafide uitzendbureaus een groot probleem 

Een rotte appel? Zeker, maar waarschijnlijk niet de enige. Nederland telt meer dan 14.000 uitzendbureaus, waaronder veel malafide bedrijven, zegt Marcel Slaghekke, directeur/eigenaar van Carrière Uitzendbureau en bestuurslid bij de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU). Een gigantische hoeveelheid, die opvalt als je ‘m vergelijkt met Amerika (22.000) en België (400).

En die bureaus, die kunnen niet allemaal gecontroleerd worden door de Inspectie SZW, zegt de ondernemer. Voor malafide bedrijven is de pakkans nagenoeg nihil. ‘Misschien dat de Inspectie een paar procent ervan kan controleren. We kunnen niet zonder handhaving in deze sector. In Nederland heeft de overheid het handhaven van de maximum snelheid op de weg tot een kunst verheven. Maar elke andere vorm van handhaving is wat mij betreft wat versleten.’ Vaak is de reflex dan om bestaande, bonafide ondernemers nog meer regels op te leggen. De regeldruk in Nederland is dan ook ongekend hoog. Maar waar ondernemers veel meer mee geholpen zijn, is betere handhaving op de reeds bestaande regels, zegt ook Slaghekke.

 

Hoe hoog de regeldruk in Nederland is, blijkt wel uit dit artikel dat eerder in opinieblad Forum verscheen: Deze ondernemers vechten dagelijks tegen de Paarse Krokodil

 

Vergunningplicht zorgde vroeger voor bonafide ondernemers 

Het is ook niet helemaal toevallig dat het aantal uitzendbureaus zo groot is. ‘Met drie jaar lagere school en vijf danslessen kan je een uitzendbureau beginnen.’ Slaghekke overdrijft graag een beetje om zijn punt te maken. Toch zit er wel een kern van waarheid in. Voor hij met Carrière Uitzendbureau begon in 2011, was de ondernemer 22 jaar dga van uitzendbureau Olympia dat hij van 6 naar 180 vestigingen uitbouwde. Vanaf de jaren 70 tot 1999 bestond er nog een uitzendvergunning. Een ondernemer moest dan ‘verschijnen’ voor het ministerie van Sociale Zaken in Den Haag, en een ondernemingsplan laten toetsen. ‘Deels was dat natuurlijk arbeidspolitiek’, zegt Slaghekke. ‘In de tijd kort na de kabinetten Den Uyl was het idee nog dat zoveel mogelijk mensen een vaste baan moesten krijgen door het aantal uitzendkrachten te verminderen. Als uitzendondernemers kregen wij de vraag: leg maar eens uit waarom u geld wilt verdienen over de rug van de arbeider.’ Nou ja, bij wijze van spreken dan, zegt Slaghekke. De strenge beperkingen in die tijd – inclusief de vergunningplicht – zorgden wel voor een markt met bijna alleen bonafide uitzendbureaus.

 

‘er zijn nog altijd ondernemers die een malafide uitzendbureau inhuren’

 

Handhaving was om die reden overzichtelijk. Dat werd anders toen die vergunning in 1999 werd afgeschaft om marktwerking te bevorderen. Direct daarna explodeerde het aantal uitzendbureaus, herinnert Slaghekke zich. ‘Daar kwamen uitzendondernemers bij die kansen zagen, maar weinig kennis hadden van wet- en regelgeving. En tegen de allerlaagste prijs arbeid aanboden.’ Soms bewust, soms onbewust. Vooral in sectoren zoals productie en tuinbouw. En helaas zijn er altijd bedrijven die niet bereid zijn volgens hun eigen CAO voor uitzendkrachten te betalen. ‘Die huren dan willens en wetens zo’n malafide uitzendbureau in’, zegt hij. ‘Voor bonafide uitzendbureaus betekent dit oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden. De uitzendkracht is vaak de dupe door machteloosheid en onwetendheid. En voor de uitzendbranche betekent dit een smet op het blazoen.’

VNO-NCW en MKB-Nederland pleiten al jaren voor meer en betere handhaving in plaats van stelselmatige bezuinigingen op handhavingsdiensten. Daar zijn bonafide ondernemers het slachtoffer van. Niet alleen krijgt hun branche een slechte naam, ook opereren zij zo in een veld met oneerlijke concurrentie. Talloze voorbeelden hebben laten zien dat na een incident – zoals een milieuschandaal of een paar jaar geleden het paardenvleesschandaal – vaak dezelfde tendens ontstaat: er worden meer regels opgelegd (in plaats van beter gehandhaafd) en handhavingsdiensten blijken niet goed toegerust te zijn op het uitvoeren van hun taken. Dat zorgt voor veel frustratie bij ondernemer.

In de mestketen lijden goeden onder kwaden

Ruud Huirne herkent het beeld dat wordt geschetst door Slaghekke. Hij is voorzitter van de stichting Mestafzetcontrole en bezig de hele mestketen inzichtelijk en controleerbaar te maken. Daarvoor wordt binnenkort een nieuw keurmerk geïntroduceerd, KeurMest.

Want ook in de landbouw lijden de goeden onder de kwaden. In 2019 kondigde landbouwminister Schouten (ChristenUnie) nog aan meer en vaker te controleren om de mestfraude aan te pakken. Maar de NVWA beschikt niet over genoeg mensen om alle honderden mesttransporten dagelijks te controleren. In de praktijk wordt minder dan 1 procent gecontroleerd, meldt de voorzitter. ‘Dat is jammer voor de mensen die zich wel aan de regels houden’, erkent Huirne.

 

‘1 procent controle is zo jammer voor wie zich wel aan de regels houdt’

 

De toekomst zit volgens Huirne in de MineralenManager, een digitaal systeem voor de hele mestketen, dat inzicht geeft in de productie, transport, verwerking, export en gebruik van mest op het land. Huirne helpt dit mee opzetten, samen met de boeren (LTO en POV), de transportsector (Cumela en TLN), Rabobank en de overheid.

Boeren, transporteurs én de overheid en NVWA kunnen dan in real time de mest door de keten volgen. ‘Mestketen, dat heeft een negatieve klank’, vertelt Huirne. ‘Dat is jammer. Mest is een hele belangrijke en nuttige grondstof voor gewassen en het draagt bij aan de gezondheid van de grond. Het is een prima alternatief voor kunstmest. We willen dat mest meerwaarde oplevert en niet alleen wordt gezien als kostenpost.’

 

Netjes gedragen betekent minder controle

In november 2017 kwam de pers naar buiten met grote mestfraudeverhalen. Huirne nuanceert die berichtgeving; hij legt uit dat de meeste partijen in de mestketen alles op orde hebben. ‘Daar waar het niet klopt is vaak sprake van type- en invoerfouten’, zegt Huirne. Ook loopt een aantal boeren vast in het woud van soms tegenstrijdige regels. ‘Tot slot heb je dan nog de laatste groep, de moedwillige fraudeurs’, concludeert Huirne. ‘Als we meststromen precies in kaart hebben, dan kunnen de sector zelf én de NVMA veel gerichter op deze laatste groep controleren.’ We moeten naar een zichzelf reinigend systeem, weet de voorzitter, en als je je netjes gedraagt, dan komen er vanzelf minder controles.

 

Deelname aan de MineralenManager wordt niet verplicht, maar het leidt wel tot het Keurmest certificaat. Huirne: ‘En dat wordt de norm. Straks werken bedrijven alleen nog maar met bedrijven die ook gecertificeerd zijn. Akkerbouwers en verwerkers weten dan precies de samenstelling en herkomst van de mest en kunnen daarmee hun voordeel doen. En als je daarna nog negatief in het nieuws komt, is dat om een goede reden.’

 

Handhavende overheid is echt hard nodig

Certificering is ook in de uitzendbranche ABU, waar Slaghekke naast zijn ondernemerschap bestuurslid is, een belangrijk wapen. De ABU heeft er als grondlegger van de zogenoemde SNA voor gezorgd dat bijna 5.000 van die 14.000 bureaus gecertificeerd zijn. Blijven er nog 9.000 bureaus over, waarvan een deel in de schaduw van de Nederlandse economie opereert. Die uitzendvergunning hoeft wat Slaghekke betreft niet meer terug te komen. Het risico is dan levensgroot aanwezig speelbal te worden van de politieke kleur op dat moment. Hij heeft meegewerkt aan een plan van de ABU met daarin 14 voorstellen om de branche naar een hoger plan te tillen, zónder de ‘rotte appels’. ‘Wij zeggen eigenlijk tegen de overheid: controleer die nou. Breng ze in een systeem. Natuurlijk kunnen we dat privaat regelen – en dat doen we feitelijk dus ook – maar we hebben wel een handhavende overheid nodig.’

En het zou ook goed zijn als inleende bedrijven in de jaarrekening duidelijkheid geven over met welke bureaus ze werken, zegt hij. Laat zien dat je met bonafide leverancier werkt. ‘Zeker als je als bedrijf goed werkgeverschap nastreeft.’

 

‘we hebben een handhavende overheid hard nodig’

 

Duidelijk is in elk geval dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet nemen, zegt de ondernemer. ‘De branche en de inleners, maar zeker ook de overheid.’ Bijvoorbeeld door aan de poort al te controleren (door de KvK) of een bestuurder op een lijst van veelplegers staat en tenminste wel een VOG kan krijgen. Door het instellen van een waarborgsom. ‘En door die 9.000 niet gecertificeerde bureaus wél te laten controleren door de Inspectie, twee keer per jaar.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

administratieve lastenhandhavinginspectieslandbouwondernemerschapregeldrukuitzendbrancheveeteelt