10 JAN, 2025 • Interview

Nobian vs Urgenda over duurzaamheid: 'Een gezamenlijke visie ontbreekt'

Wat als de directeur duurzaamheid van een groot chemiebedrijf in gesprek gaat met een van de meest invloedrijke figuren op het gebied van duurzaamheid in Nederland? Is er begrip voor diens dagelijkse dilemma’s of worden die vooral als smoesjes gezien? 

Marco Waas, directeur technologie en duurzaamheid bij Nobian, is al aan de rechterkant van de tafel gaan zitten als Urgenda-oprichter Marjan Minnesma de vergaderkamer van het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) binnenkomt. Deze organisatie, gevestigd in een oude school in Amersfoort, brengt belanghebbenden uit het bedrijfsleven, de overheid, de wetenschap en de NGO-wereld bij elkaar om de energietransitie in Nederland vooruit te helpen.  

Voorafgaand aan een brainstormsessie met andere invloedrijke figuren, kruisen Waas en Minnesma vast de degens over dit onderwerp. Maar laatstgenoemde, die aan de linkerkant heeft plaatsgenomen, wil eerst even iets rechtzetten. ‘De klimaatzaak die Urgenda in 2015 aanspande tegen de staat, heeft ons gebrandmerkt als activist. Maar ons werk gaat voor 95 procent over oplossingen, juist in samenspraak met bedrijven die daadwerkelijk aan oplossingen kunnen werken, zoals Nobian’, aldus Minnesma. 

full length portret van Urgenda oprichter Marjan Minnesma

Urgenda-oprichter Minnesma: ‘Ik heb geleerd waar bedrijven tegenaan lopen’

Toch zijn er enkele bedrijven waarmee het moeilijk samenwerken wordt, vervolgt ze. ‘Zoals Shell, want dat heeft een inherent onduurzaam businessmodel.’ Waas plaatst hier een kanttekening bij door te wijzen op de activiteiten die het olieconcern onderneemt ter verduurzaming. Zo draagt Shell bij aan de grootste groene waterstoffabriek van Europa en aan de ontwikkeling van Sustainable Aviation Fuel (SAF), een duurzaam alternatief voor kerosine. ‘Daarvoor hebben ze best een groot laboratorium in Amsterdam’, aldus Waas. 

Shell doet misschien best een aantal interessante dingen, maar ze blijven drijven op meer dan 90 procent olie en gas’, reageert Minnesma. ‘Dat is hun verdienmodel. Ze kunnen nooit meer zo groot worden als nu, wanneer ze zich alleen op al die alternatieven zouden richten. Dat zouden aandeelhouders ook nooit goedkeuren. Het is dus voor hun klein bier en een groene schaamlap.’

Fossiele kerosine

En wat vind je van circulaire grondstoffen? Dus het hergebruiken van plastics of huishoudelijk afval voor synthetisch gas?’, vraagt Waas. Dit alternatief voor fossiele kerosine komt voort uit de vergassing van bijvoorbeeld kunststof, een proces dat zowel energie als grondstoffen voor nieuw plastic oplevert. ‘Maar daar ga je geen vliegtuigen op laten vliegen’, kaatst Minnesma terug. ‘Mogelijk is het nu nog niet geschikt voor de luchtvaart’, erkent Waas, ‘maar voor de chemische industrie is het al wel toereikend en daarom belangrijk.’  

Over dat laatste zijn de twee het eens. Enig probleem: geld. Beiden vinden dat de overheid een meer proactieve houding zou moeten aannemen bij het mede-financieren van de ontwikkeling van duurzame processen. ‘In een transitie, zoals waar we nu in zitten, is een regierol voor de overheid groter dan in een normale situatie. Zeker als die transitie internationaal is en we, gezien het huidige tijdsgewricht, onafhankelijk willen zijn van materialen uit andere regio’s’, zegt Waas. 

full length portret van Marco Waas, directeur technologie en duurzaamheid bij Nobian

Marco Waas, directeur duurzaamheid bij Nobian: ‘Nederland was lang succesvol als exportland, dat dreigt te verdwijnen’

Nog een reden voor meer samenwerking met de overheid, vindt Waas, is de huidige concurrentiepositie van Nederland. Bedrijven hebben niet alleen last van de hoge energieprijzen, maar ook van de netwerkkosten. Ze betalen hiervoor veel meer dan de concurrentie in de ons omringende landen. ‘En dan is er nog de onzekerheid over waar Nederland op in wil zetten, het gebrek aan een gezamenlijke visie. Wat dat betreft kan de stormvlag omhoog’, zegt Waas. ‘Investeringen gaan nu aan Nederland voorbij.’ 

Over de Nederlandse concurrentiepositie op de lange termijn is Waas optimistisch. Mits alle neuzen dezelfde kant op komen te staan: richting een energiesysteem op basis van wind en zon. ‘Dat mist nu nog. Ook ontbreekt een gezamenlijk beeld van wat we hier in Nederland willen maken. Nederland was lang succesvol als exportland door efficiëntie, maar dat dreigt te verdwijnen. We moeten belangrijke producten voor de Europese markt maken, zo veel mogelijk circulair, met een energiesysteem dat competitief is ten opzichte van de rest van de wereld. Als we het daarover met elkaar eens worden, kunnen we een plan maken over hoe we daar kunnen komen.’ 

Maatwerkafspraak

Onlangs is de eerste stap gezet. Nobian kwam in december als eerste van ongeveer twintig grote bedrijven tot een zogeheten maatwerkafspraak met de overheid over het verminderen van de CO2-uitstoot. De techniek om op klimaatneutrale wijze zout te winnen met elektrisch aangedreven warmtepompen is al jaren geleden bedacht, maar moet nog ontwikkeld worden. En dat kost geld. Met de huidige omzet zou dat niet eerder dan in 2040 volledig klaar kunnen zijn.  Nu er met het ondertekenen van de overeenkomst 185 miljoen euro extra beschikbaar komt, kunnen de drie zoutfabrieken in Delfzijl en Hengelo al voor 2030 van het gas af.  

Heel goed dat Nobian steun krijgt, zegt Minnesma. ‘Maar er zou eigenlijk een actieplan moeten komen met een soort SDE-subsidie om alle bedrijven die daarvoor geschikt zijn – en dat zijn er heel veel – naar de warmtepompen te helpen. Dat zou zo ontzettend veel schelen. Deze maatwerkafspraak met Nobian kan als een goed voorbeeld dienen voor een algemene maatregel, zodat ook de rest ervan kan profiteren.’ Waas valt haar bij: ‘En zorg ervoor dat je innoveert. De warmtepomp die wij gebruiken gaat tot 140 graden. Maar sommige chemische processen hebben 400, 600 graden nodig. Die warmtepompen zijn nog niet commercieel toepasbaar.’ 

Tekenend voor de manier waarop Minnesma en Waas met elkaar praten over verduurzaming, is het gesprek dat volgt over de efficiëntere processen die Nobian onderzoekt voor het maken van batterijen die nodig zijn voor de energietransitie. Vooralsnog kan de zoutproducent daarbij niet om lithium heen, een goedje dat beperkt aanwezig is en wordt gedolven met veel schade voor het milieu. ‘Dan zou ik liever meteen naar de zoutbatterijen gaan waar geen lithium voor nodig is’, zegt Minnesma. ‘Want dat is waar we nu naartoe bewegen.’ Waas reageert met een verhaal over ondergrondse meren in Duitsland en Frankrijk waar lithium in redelijke concentratie aanwezig is. ‘Je pompt het water omhoog, haalt het lithium eruit, en pompt het terug’, zegt Waas. Minnesma: ‘Zonder enig effect voor het milieu?’ Waas: ‘Dan is het effect veel minder groot. En omdat die meren ook warm zijn, kun je dat water ook gebruiken voor aardwarmte.’  

Nuttige informatie, vindt Minnesma. ‘Zo heb ik door de jaren heen heel veel dingen geleerd over waar bedrijven tegenaan lopen. Daardoor kan ik reflecteren op hoe ik het zou aanpakken. Ik ben heel kennis gedreven, en niet alleen geïnteresseerd in zo’n hoog-over-verhaaltje. Want als iets hoog-over leuk klinkt, terwijl het op de grond onmogelijk is, dan versta je elkaar niet en kom je alleen maar in de weerstand zonder tot een oplossing te komen. En uiteindelijk is dat wat nodig is.’ 

 Terugkomend op die nieuwe batterijgrondstoffen; zout is volgens Waas wel de volgende stap. Hij spreekt vaker in termen van ‘stappen’ als het gaat over investeren in verduurzaming. Maar Minnesma wijst naar de klok. Zij vindt dat die stappen elkaar veel sneller zouden moeten volgen. ‘Ons carbon budget is in 2030 op, maar heel veel beleid is op 2050 gericht. Het moet gewoon sneller.’ ‘De snelheid is een onderwerp waarover we een beetje van mening verschillen’, reageert Waas. ‘Wat is praktisch mogelijk? Als je kijkt naar elektrificeren, lopen we nu vast omdat we de spullen en de mensen niet hebben om het te doen.’ Hij noemt opnieuw de overheid. ‘Die zou ook daar een heel gericht programma op moeten zetten, dat ervoor zorgt dat het er komt.’  

full length portret van Marco Waas, directeur technologie en duurzaamheid bij Nobian, en full length portret van Urgenda oprichter Marjan Minnesma

Kunnen Waas en Minnesma het eens worden over het thema duurzaamheid?

Transitie aansturen

 Samen filosoferen Waas en Minnesma verder over hoe dat plan vorm zou kunnen krijgen. ‘Er moet een organisatie komen met een stuurgroep vanuit verschillende ministeries, zoals Financiën, Infrastructuur en Waterstaat en Klimaat en Groene Groei, die de plannen voor de transitie uitzet en aanstuurt’, zegt Waas. ‘En dat die club dan ook knopen mag doorhakken zodat je niet verderop bij een provincie weer gedoe krijgt’, denkt Minnesma hardop.  

Ook het juridische proces rond het verkrijgen van vergunningen moet sneller, vinden ze. ‘Het is een groot goed dat we leven in een land waar een sterke rechtsbescherming is. Maar we dienen soms ook nog een afweging te maken tussen het algemene belang en wat nog redelijke bezwaren zijn’, zegt Waas. Minnesma: ‘Er zou een speciale rechtbank kunnen komen die snelrecht toepast. Door al dat hoger beroep en cassatie duurt alles eeuwig, maar dat kunnen we ons gewoon helemaal niet veroorloven. Er is wel een mate van bescherming nodig, maar die moet net even anders. Want het grotere ding is natuurlijk dat klimaatverandering niemand beschermt. Dat leidt tot een onleefbare wereld voor velen. We kunnen niet meer polderend door, want dan zijn we gewoon te laat.’ 

  

Marco Waas Na studies in biochemische en informatietechnologie startte Marco Waas zijn carrière bij Unilever. Daar was hij verantwoordelijk voor onder meer de productie van waspoeder, Europese productie en distributie en, tot slot, de wereldwijde supply chain strategie. Vervolgens werd hij op de Technische Delft Universiteit Delft als decaan verantwoordelijk voor de commercialisering van onderzoek. In 2012 trad hij in dienst bij AkzoNobel, waar hij verschillende senior managementfuncties bekleedde. Sinds drie jaar is hij directeur technologie en duurzaamheid bij het bedrijf dat daaruit voortkwam: Nobian, producent van hoogzuivere zout. 

  

Marjan Minnesma Marjan Minnesma nam al snel na haar studies bedrijfskunde, rechten en filosofie een afslag richting een leven dat in het teken zou komen te staan van een snellere verduurzaming van Nederland. Dat begon met een baan op het gebied van duurzame energie en energiebesparing bij de voorloper van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland in Oost-Europa, waarna ze zich aan verschillende universiteiten jarenlang bezighield met onderzoek naar duurzaamheid en transities. Alle verworven kennis kwam samen toen ze in 2007 aan de Erasmus Universiteit Urgenda oprichtte, een organisatie die zich richt op duurzaamheid en klimaatverandering. 

  

Nobian Nobian is een chemiebedrijf dat zich richt op de productie van hoogzuivere zout. Deze grondstof is verwerkt in bijna de helft van de spullen waarmee wij dagelijks in aanraking komen, zoals papier, zeep, plastic, medicijnen en schoon drinkwater. Het bedrijf draagt actief bij aan de energietransitie door het energieverbruik in productieprocessen te verduurzamen en te investeren in circulaire processen. Nobian werkt verder aan de opslag van duurzame energie die is omgezet in waterstof, in zogenoemde zoutcavernes. Dit zijn holtes in de bodem die ontstaan bij zoutwinning. 

  

ISPT Het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) is een open innovatieplatform voor verduurzaming van de procesindustrie, in 2005 opgericht door bedrijven die willen verduurzamen. Het Amersfoortse kennisinstituut brengt spelers uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid bij elkaar met als doel de overgang naar een CO2-neutrale en circulaire economie voor 2050 rond te hebben.  

  

  

  

  

  

 

 

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

energie en klimaatfossiele brandstoffenverduurzaming