21 JUL, 2022 • Achtergrond

Stikstof is geen probleem, en 6 andere veelgehoorde misverstanden

Boeren voeren acties, tal van bouwprojecten liggen stil. Het stikstofprobleem houdt de gemoederen bezig. Ook door de misverstanden die er leven over de werking van stikstof en het stikstofbeleid van het kabinet. Nieuwsgierig naar hoe het zit? Zeven ‘boude’ uitspraken van boeren, burgers en buitenlui (inclusief politici). Plus de feiten.

 

Hoe zijn we nou ook al weer in deze situatie terechtgekomen? Omdat de biodiversiteit – de variatie in de natuur – in Europa achteruit kachelde moesten alle lidstaten tussen 2000 en 2010  natuurgebieden aanwijzen die een beschermde status (Natura 2000) verdienden. Nederland wees 162 gebieden aan. Daarvan zijn er 129 ‘stikstofgevoelig’: in die gebieden mag geen extra stikstof neerdalen. Stikstof die afkomstig is van bedrijven, huishoudens en verkeer. Met het oog daarop werd in Nederland in 2015 het Programma Aanpak Stikstof (PAS) ingevoerd: economische activiteiten mochten doorgaan, met de belofte dat er in een later stadium maatregelen zouden worden genomen om de stikstofuitstoot te verminderen. In 2019 oordeelde de Raad van State dat dit systeem niet werkte, en ging het land tot nader order op slot. Voor veel bedrijfsactiviteiten werd het moeilijk nog een natuurvergunning te krijgen.

 

1: ‘Europese regels kun je veranderen’

 

Kunnen we niet gewoon teruggaan naar Brussel voor aanpassing van de stikstofregels?

Proberen kan altijd, maar veel kans daarop is er niet. Europese regels gelden namelijk voor álle lidstaten. Anders zou elk land kunnen gaan ‘shoppen’ in de regelgeving, en negeren wat niet goed uitkomt. Er is wel eens geopperd om de vele kleine Nederlandse Natura 2000-gebieden te vervangen door minder maar wel grote natuurgebieden. Die kleine gebieden zijn destijds echter niet voor niets gekozen. Nederland zou nog wel kunnen betogen dat de stikstofregels er bij ons toe leiden dat de ruimtelijke ontwikkelingen in het land nagenoeg tot stilstand zijn gekomen. Wellicht zou ‘Europa’ dan enige versoepeling kunnen toestaan. Daarvoor moeten de richtlijnen worden veranderd, en dat kost tijd. Vooralsnog kiest het kabinet niet voor die route. De natuur zal het moeten doen.

 

2: ‘Stikstof is goed voor de natuur’

 

Maar wacht even, stikstof is toch ook goed voor de natuur? De lucht om ons heen bestaat immers voor 80 procent uit stikstof. Dus ja: hoe slecht kan dan zijn? Stikstof op zich ís ook niet slecht. Maar het probleem ontstaat als stikstof zich verbindt met zuur- of waterstof. Dan ontstaat een combinatie die schadelijk kan zijn. Stikstof in die vorm is goed voor bepaalde natuur, maar niet voor álle natuur. Brandnetels en bramen doen het bijvoorbeeld goed op stikstof, heide niet. Die wordt dan overgroeid door bramen en brandnetels, en zo wordt de natuur eenzijdiger.

 

‘Stikstof wordt zeker niet alleen met modellen berekend’

 

3: ‘De uitstoot wordt niet goed gemeten’

 

Hoe wordt de uitstoot in natuurgebieden dan gemeten? Het is ondoenlijk om de ‘depositie’ (neerslag) van stikstof in al die natuurgebieden te meten. Wel zijn er bijna driehonderd meetlocaties in 86 natuurgebieden. Ook in steden en landelijk gebied wordt gemeten wat de concentratie van stikstof in de lucht is, en hoeveel daarvan neerslaat op de bodem. De meetresultaten worden in een rekenmodel gestopt dat aangeeft waar en hoeveel stikstof terechtkomt in Nederland. Het is dus niet zo dat de stikstofberekening alléén een kwestie van modellen is, zoals wel wordt beweerd door tegenstanders van het stikstofbeleid van het kabinet.

 

4: ‘Nederland is veel strenger dan andere landen’

 

Is Nederland niet veel strenger dan andere landen? Nee. Elke lidstaat is gebonden aan de Natura 2000-regels. Duitsland heeft bijvoorbeeld maar liefst 4544 natuurgebieden aangewezen. Het verschil in de praktijk is de omvang van het land en de afstand tussen natuurgebieden en bedrijvigheid. Duitsland is nu eenmaal veel groter dan Nederland. Dat brengt met zich mee dat de stikstof die Duitse bedrijven uitstoten minder snel neerslaat in de Duitse Natura 2000-gebieden, omdat die veel verder weg liggen. En omdat ze groter zijn, kunnen ze ook meer stikstof opnemen.

 

5: ‘Stikstof komt niet van de boeren’

 

Goed, stikstof is dus een probleem, maar waarom wordt alleen gekeken naar de rol van de boeren? Dat is niet zo, maar het klopt dat een belangrijke rol is weggelegd voor de boeren, en dan in het bijzonder de veehouders. Mest en urine brengen ammoniak voort, een chemische verbinding tussen stikstof en waterstof. De veeteelt zorgt zo voor 40 procent van de neerslag in die 129 gebieden en is daarmee ‘grootaandeelhouder’. De grootste individuele uitstoters van ammoniak zijn overigens drie industriële bedrijven. Die moeten hun uitstoot óók zien terug te brengen. De andere ‘boosdoener’ wordt gevormd door stikstofoxiden, een verbinding tussen stikstof en zuurstof die vrijkomt bij het gebruik van brandstof. Mobiliteit is goed voor 6 procent van de neerslag. De industrie, de energiesector en de bouw voor elk 1 procent. 35 procent komt uit het buitenland overgewaaid, en 5 procent van zee.

 

‘Niemand zegt dat álle boeren moeten stoppen’

 

6: ‘Ons stikstof komt uit het buitenland’

 

Dus ons stikstofprobleem is eigenlijk voor een groot deel de schuld van het buitenland? Ja en nee. Nederland exporteert zelf ook veel stikstof naar het buitenland. Sterker nog: er komt vier keer zoveel van onze stikstof in het buitenland terecht dan wij uit het buitenland ontvangen. Bijvoorbeeld via schoorstenen in de industrie, want hoe hoger de stikstof wordt uitgestoten, hoe verder weg die neerkomt. De stikstof in de landbouw komt meer in de directe omgeving terecht.

 

Vandaar nu al die acties van boeren tegen het stikstofbeleid? Ja. Directe aanleiding vormden de geografische kaartjes met de ‘stikstofopgave’ per provincie die het kabinet onlangs verstuurde. Die hebben voor nogal wat onrust gezorgd. In de ogen van veel boeren betekenen die kaarten: stoppen. Maar die kaarten zijn nog niet definitief. Het is nu aan de provincies om hun aanpak van de stikstofreductie te bepalen. Dat kan leiden tot het uitkopen van boeren die relatief veel stikstof produceren.

 

7: ‘De stikstofregels leiden tot voedseltekorten’

 

Zonder boeren geen eten! Dat is de slogan, en die verdient wel enige nuance. Want hoe groot is de kans dat dat nu echt gebeurt? Niemand zegt dat álle boeren moeten stoppen. Het gaat vooral om de veehouderijen die veel stikstof uitstoten en in de buurt van Natura 2000-gebieden liggen. Nederland zal hierdoor niet ineens zonder melk, kaas en vlees komen te zitten. We zijn bijvoorbeeld een van de grootste vleesexporteurs in de wereld. Je kunt je afvragen of dat een ‘logische’ positie is voor een klein, dichtbevolkt land. De melkveehouderij neemt momenteel 60 procent van het landbouwareaal in. Geschat wordt dat de stikstofregels ertoe kunnen leiden dat 30 procent van de boeren moet stoppen. Dat is een grote groep, waarvoor de gevolgen ingrijpend zijn. Boer zijn is immers een manier van leven met alles wat daarbij hoort. Die groep moet wel een toekomstperspectief worden geboden. Lees hier ook hoe belangrijk de landbouw eigenlijk is voor de Nederlandse economie.

 

‘Nederland zal echt niet ineens zonder melk, kaas en vlees komen te zitten’

 

Als die boeren stoppen, zijn we er dan?

Nee. De boeren die blijven boeren, moeten maatregelen nemen om hun stikstofuitstoot te verminderen. Dat kan bijvoorbeeld met innovatieve stallen, waar de mest en urine van vee wordt opgevangen en niet vermengd raakt, want zo ontstaat ammoniak. Ook andere sectoren moeten hun uitstoot terugbrengen. De industrie bijvoorbeeld door de vervanging van fossiele brandstoffen door duurzame alternatieven, en het autoverkeer door de elektrificatie van auto’s. De eerste maatregel in dit verband was het terugbrengen van de maximum snelheid op de snelwegen van 130 naar 100 kilometer per uur.

 

Hoe snel kan Nederland van het slot?

Dat is moeilijk te zeggen. De inzet van het Nederlandse stikstofbeleid is herstel en verbetering van de natuur. Pas als dat het geval is kan er weer gebouwd worden voor woningen, bedrijven en infrastructuur. In de tussentijd kan er nog wel íets. Voor woningbouw en andere bouwactiviteiten met een kleine tijdelijk stikstofneerslag geldt een vrijstelling. Die wordt overigens wel voor de rechter betwist. Ook is extern salderen een optie: de ‘stikstofruimte’ die ontstaat door vermindering van stikstof in de landbouw kan deels worden gebruikt (salderen) door andere sectoren (extern), en gaat deels naar de natuur. Alleen is het systeem daarvoor, met onder meer een ‘stikstofbank’, nog niet op orde. Hoe sneller dat systeem er is, met ruimte voor het stoppen of verplaatsen van activiteiten, en voor innovatie, hoe sneller Nederland weer van het slot kan.

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

biodiversiteitbouweu (europese unie)industrieinfrastructuurlandbouwmelkveehouderijnatura 2000natuurgebiedenpas (programma aanpak stikstof)stikstofuitstootveeteeltwoningbouw