18 NOV, 2024 • Interview

'Verantwoordelijkheid nemen is altijd de rode draad geweest’

Tijd voor een feestje: VNO-NCW bestaat 125 jaar. Hoe kijkt de huidige voorzitter Ingrid Thijssen naar het verleden en de toekomst van de ondernemingsorganisatie? En: hoe blíjven werkgevers en ondernemers toekomstbestendig?

Niet veel mensen weten dat ondernemingsorganisatie VNO-NCW 125 jaar geleden opgericht is door twee vooruitstrevende werkgevers, om zelf grote maatschappelijke vraagstukken te helpen oplossen: Charles Stork, eigenaar van katoenspinnerij Stork en gistfabrikant Jacques van Marken. Beiden stonden aan de wieg van de Vereniging van Nederlandse Werkgevers (VNW), de voorloper van het huidige VNO-NCW, vertelt Ingrid Thijssen.

‘Dat kun je gewoon uit de geschiedschrijving terughalen. Deze werkgevers wilden zelf de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders verbeteren.’ Ze hadden zelf al een ongevallenverzekering in het leven geroepen, en een pensioenstelsel. Van Marken bouwde een ‘modeldorp’ voor een deel van zijn personeel.

Op het Kinderwetje van Van Houten na, bestond er nog bijna niks als het ging om sociale wetgeving. Thijssen: ‘Stork en Van Marken waren voorstander van wetgeving – en daarmee echt vooruitstrevend. Vervolgens wilden ze zich dan wel bemoeien met het vormgeven van die wetgeving. Ze vónden er, net als de huidige werkgevers, ook wat van.’

Wie is Ingrid Thijssen?Ingrid Thijssen (1968) groeide op in het Zuid-Hollandse Bodegraven. Ze studeerde rechten aan de Universiteit van Utrecht en ging na haar afstuderen aan de slag bij de Nederlandse Spoorwegen. Daar klom ze op tot directievoorzitter van NS Reizigers. In 2014 maakte Thijssen de overstap naar de raad van bestuur van Netwerkbedrijf Alliander, waar ze in 2017 ceo werd. In februari 2020 werd ze benoemd als voorzitter van VNO-NCW. Haar tweede termijn begon in februari 2023. Als voorzitter van VNO-NCW is Ingrid Thijssen vicevoorzitter van de SER, covoorzitter van de Stichting van de Arbeid, voorzitter van DECP, voorzitter van de raad van toezicht van PUM, voorzitter van de Stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk en voorzitter van de raad van toezicht van NLinBusiness.

Hoe kijkt u terug op dat verleden van VNO-NCW?
‘Nou ja, het is 125 jaar geleden, ik was er niet bij (lacht). Maar ik vind het natuurlijk mooi dat ondernemers destijds die verantwoordelijkheid namen voor de maatschappelijke vraagstukken die speelden. Dat is het dna van VNO-NCW: om niet alleen bezig te zijn met een specifiek deelbelang van een sector, of alleen de primaire belangen van ondernemers. Maar ook om verantwoordelijkheid te nemen voor de samenleving, voor het land. In de geschiedenis van VNO-NCW is dat altijd de rode draad geweest.’

Wat houdt ondernemers van nu bezig?
‘Eigenlijk is er in dat opzicht niet zoveel veranderd. Ondernemers zijn nog steeds bezig met maatschappelijke vraagstukken en het nemen van verantwoordelijkheid voor de samenleving. Maar ze staan natuurlijk voor een groot aantal uitdagingen: hoge prijzen voor energie en materiaal, het gebrek aan personeel, uitdagingen rond netcongestie en verduurzaming.’

‘Maar ook: op welke manier kan ik als ondernemer ook in de toekomst mijn geld blijven verdienen? Inmiddels is de vierde industriële revolutie begonnen. Hoe verhouden het bedrijfsleven en de samenleving zich tot ontwikkelingen als kunstmatige intelligentie, digitalisering en robotisering? Wat kunnen wij daarin betekenen? VNO-NCW is altijd met zijn tijd meegegaan, nu ook weer. Het zorgt er ook voor dat bedrijven zich vertegenwoordigd blijven voelen door ons. Blijkbaar doen we het goed, want VNO-NCW groeit nog steeds in ledenaantal.’

Beseft de buitenwereld ook dat VNO-NCW die maatschappelijke rol wil oppakken?
‘Wel onze leden, de politiek. We zijn daarin al 125 jaar een extreem belangrijke gesprekspartner voor onze regering, vakbonden en ngo’s.’

Toch kampt het bedrijfsleven soms nog met een negatief imago.
‘Om dat beeld te kantelen – daar kunnen ondernemers meer aan trekken. Niet voor niets startten we vijf jaar geleden met 1.300 ondernemers het brugproject. Daarin onderzochten we de rol die bedrijven spelen en kúnnen spelen in het vergroten van de brede welvaart in Nederland. We wilden de blik van de buitenwereld binnenhalen. Wat toen positief opviel, was hoezeer ondernemers al actief zijn binnen de samenleving. Van sponsoring van de lokale voetbalclub en het steunen van buurtinitiatieven tot het opnieuw opleiden van hun personeel. Het brugproject gaf belangrijke input voor onze koerswijziging vier jaar terug.’

Ingrid Thijssen voor opinieblad Forum Foto Annabel Oosteweeghel

‘Wat ik belangrijk vind, is dat het er inmiddels weer over mag gáán dat er geld moet worden verdiend in ons land’

Jongeren stellen andere, duurzame, eisen aan bedrijven. Bedrijven liggen meer en meer onder een vergrootglas. Hoe moeten ondernemers daarmee omgaan?
‘Wat ik allereerst belangrijk vind om te noemen, is dat het er inmiddels weer over mag gáán dat er geld moet worden verdiend in ons land. Het geld op de Rijksbegroting ís er, omdat er bedrijven zijn in Nederland. Daarmee betalen we onze publieke voorzieningen, dus onze docenten, agenten, verpleegkundigen, you name it. Dat leek de afgelopen jaren een soort vanzelfsprekendheid te zijn. Nu meer blijkt hoe kwetsbaar de economie kan zijn, is er meer oog voor de rol van het bedrijfsleven.’

‘Tegelijkertijd is het belangrijk dat bedrijven contact hebben met alle belanghebbenden. Of dat nou werknemers of leveranciers zijn en klanten, of mensen in de omgeving. Transparantie hoort daarbij: over alles, niet alleen over resultaten. Dat gebeurt ook steeds meer, mede vanuit nieuwe wet- en regelgeving. Denk aan de Europese richtlijn CSRD, die bedrijven verplicht om een duurzaamheidsrapportage uit te brengen. Ook zetten bedrijven actief extra stappen om openheid te geven in dilemma’s die spelen. Tata Steel vind ik een goed voorbeeld, kijkend naar hoe zij de interactie zoeken, het gesprek aangaan met stakeholders en de omgeving. Dat vind ik verstandig. Dat is absoluut iets is wat je van een bedrijf mag verwachten.’

Wat is volgens u een hoogtepunt in 125 jaar VNO-NCW?
‘Het akkoord van Wassenaar in 1982 is in ieder geval het meest iconische. In een tijd waar het economisch echt slecht ging, zijn toen met de overheid en de vakbonden belangrijke afspraken gemaakt.’

‘Door arbeidstijdverkorting ontstonden meer banen. Daar stond loonmatiging tegenover, om ervoor te zorgen dat Nederlandse bedrijven weer concurrerend konden worden. Dat heeft Nederland economisch en sociaal veel gebracht.’

Welke kwestie verdiende geen schoonheidsprijs?
‘We werken veel in de polder, dan zijn er uiteraard periodes waarin meer spanningen zijn. Maar ik ga hier niet de vuile was buiten hangen (lacht).’

Wat vindt u zelf de grootste uitdaging in uw jaren als voorzitter?
‘Om over de bühne te krijgen hoe belangrijk de economie is voor iedereen. En dat een goed draaiende economie geen vanzelfsprekendheid is. Dat eerste stuk, dat beseffen mensen gelukkig weer steeds meer. Maar wat er dan nodig is om te zorgen dat bedrijven hier ontstaan, blijven, dat ze zich van buiten hier vestigen, dat ze investeren, dat ze innovatief zijn – dat is nog lastig.’

‘Mario Draghi (oud-voorzitter van de Europese Centrale Bank; red.) bracht onlangs een rapport uit over het afnemend concurrentievermogen van Europa. Hij geeft daar ook aan wat er moet gebeuren. Sommige oplossingen zullen gevoelig liggen. Hoe krijg je toch het besef dat wat hij voorstelt, noodzakelijk is? Economie is ver van ieders bed en de gevolgen van een afnemend concurrentievermogen openbaren zich pas op de langere termijn. De urgentie op wat er moet gebeuren, om dat over de bühne krijgen, dat vind ik het allerlastigste.’

‘Dat iedereen het goed heeft, dat drijft me’

Waar komt u elke ochtend uw bed voor uit?
‘Allereerst voor leuke collega’s natuurlijk. Mij is tijdens mijn jeugd met de paplepel ingegoten om je verantwoordelijk te voelen voor anderen, voor de samenleving. Dus om de schouders eronder te zetten voor dit land, zodat we het met zijn allen goed hebben, dat drijft me, ja.’

VNO-NCW is opgezet door vooruitstrevende ondernemers. Wat maakt bedrijven vandaag de dag vooruitstrevend?
‘Ondernemers zijn per definitie vooruitstrevend, kijken altijd vooruit, zijn bezig met nieuwe oplossingen, want anders overleven ze niet. Momenteel ben ik in Zweden op handelsmissie. Vanochtend bezocht ik een biotechnologiebeurs, waar ik enkele oprichters van Nederlandse startups sprak. Daar word ik erg vrolijk van. Om te merken hoe innovatief we zijn als land, hoeveel kennis we met zijn allen hebben. Als het deze – veelal jonge – ondernemers lukt op te schalen, zorgt dat niet alleen voor gezonde mensen op individueel niveau. Het voorkomt ook dat onze zorgkosten oplopen. Deze nieuwe bedrijven gaan straks een belangrijke rol spelen in onze economie en onze welvaart. Fantastisch toch?’

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

arbeidsomstandighedenbrede welvaarteconomiegeschiedenisIngrid Thijsseninterviewondernemerschap