De buitenlandse post: Frankrijk

Ambassades zijn de steun en toeverlaat van ondernemers in het buitenland. In deze serie portretteren we er enkele. Michael Pistecky, hoofd van de economische afdeling van de Nederlandse ambassade in Parijs, ziet dat er steeds meer Nederlandse bedrijven actief worden in Frankrijk.

 

Wat doen jullie als ambassade en waar houdt uw team zich mee bezig?

‘Bij de ambassade in Parijs werken vijftig mensen, van wie twintig in het economisch cluster. Daarnaast zijn er nog vier medewerkers op Netherlands Business Support Offices (NBSO’s) in Lyon en Nantes en dertien honorair consuls met een lokaal netwerk in de belangrijkste steden.

 

We hebben een algemeen economisch team en drie afdelingen voor sectoren met veel kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Het agro-team organiseert nu bijvoorbeeld een missie over bedekte teelt. Het innovatieteam bevordert de samenwerking tussen Nederlandse en Franse kennisinstellingen en high-tech bedrijven, vooral bij automotive, luchtvaart, semiconductors en lifesciences & health. En team infrastructuur en waterstaat richt zich vooral op duurzame mobiliteit en circulaire economie. De NBSO’s hebben dan weer een uitstekend netwerk opgebouwd rond het onderwerp offshore wind en milieutechnologie.

 

Eigenlijk werken we altijd samen als één team. We weten waar er in de waardeketen kansen zijn en publiceren daar rapporten over, bijvoorbeeld over waterstof. Frankrijk wil daarin fors investeren en we verwachten veel synergie met Nederlandse bedrijven.’

 

Hoe interessant is Frankrijk voor ondernemers?

‘Frankrijk is voor Nederland de derde markt geworden. Het is een nabije markt met veel consumenten en veel mogelijkheden. President Macron wil investeren in de technologie van de toekomst en denkt niet in nationale, maar in Europese termen. Ik heb de belangstelling uit Nederland de afgelopen drie jaar enorm zien toenemen, de drempel blijkt steeds lager. Zo zijn onder meer ook Picnic, Hema en Action hier succesvol.’

 

Wat is de komende tijd jullie focus?

‘Dit jaar richten we ons in het bijzonder op Noord-Frankrijk. Die van oudsher industriële regio rondom Lille heeft zich opnieuw moeten uitvinden. Nu zijn ze daar sterk in onder meer automotive, energie, logistiek en gezondheid. Omdat Noord-Frankrijk wat betreft afstand en cultuur dicht bij Nederland staat, is het voor veel mkb-bedrijven de logische eerste stap op de Franse markt.

 

Verder staan de Olympische Spelen van 2024 voor de deur. Dat is interessant voor bedrijven die kunnen bijdragen aan verduurzaming van de spelen en van Parijs. Tijdens de pandemie is daar veel tijdelijke fietsinfrastructuur gekomen. Frankrijk investeert nu om die permanent te maken en Nederland heeft daar de kennis voor. Nu de spelen dichterbij komen, zoomen we in op evenementen. We organiseren een sportmissie voor toeleveranciers van sportinfra of organisatoren van duurzame sportevenementen.

 

Begin maart waren de allereerste Frans-Nederlandse regeringsconsultaties, waaraan Rutte en vijf ministers deelnamen. Daar zijn diverse samenwerkingsafspraken gemaakt. Op economisch gebied is dat het voornemen van een pact voor innovatie en duurzame groei. Dat gaat over gestructureerd samenwerken aan innovatie, gedeelde financiering en samen optrekken in de EU.’

 

Wat kan uw post betekenen voor Nederlandse ondernemers?

‘We bieden informatie over sectoren waar voor Nederland kansen liggen en ontwikkelen een groot netwerk, met bedrijfsleven, lokale overheden en regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Sinds kort ontsluiten we ons aanbod ook via nlinfrankrijk.nl. Vorig jaar januari hebben we bovendien de Netherlands Business Council France gelanceerd, een hub van NLinBusiness in Frankrijk. Dat zorgt dat ondernemers kunnen leren van elkaars ervaringen op de Franse markt. Ze kunnen er ook advies krijgen en toegang tot diverse dienstverleners.’

 

Wat is de eerste stap om in Frankrijk actief te worden?

‘Bekijk de genoemde websites of neem contact op met iemand van ons economisch team. Je moet het uiteindelijk zelf doen, maar we kunnen wel helpen contacten leggen en je wegwijs maken. Of neem gewoon de Thalys; Frankrijk is vlakbij. Kom naar een beurs, kijk om je heen en praat met mensen. We kunnen de leden van VNO-NCW en MKB-Nederland het beste ondersteunen als we weten waaraan ze behoefte hebben. Mis je iets, trek dan als branche aan de bel. We zijn altijd bereid om erop in te spelen.’