18 JAN, 2022 • Interview
Ceo Pieter van Oord: ‘Transitie is een proces, niet een knop die je omzet’
De politiek kan wel vinden dat de hele wereld acuut van ‘fossiel’ af moet. Maar is dat wel reëel en moreel in de haak, vraagt Pieter van Oord van maritiem dienstverlener Van Oord zich af. ‘Wie zijn wij om anderen meer welvaart te ontzeggen?’
Het Rotterdamse familiebedrijf Van Oord wil een belangrijke rol spelen in de energietransitie. En die transitie wordt spannend. Worden alle ambitieuze doelstellingen wel gehaald, vraagt ceo Pieter van Oord zich af. Hij ziet wel wat haken en ogen. No time to waste dus. Wat dat betreft goed dat er eindelijk een nieuw kabinet is.
Meneer Van Oord, bent u blij met de energieplannen van het nieuwe kabinet?
‘Ik ben vol lof over wat er in het coalitieakkoord over de energietransitie staat. Er wordt eindelijk écht prioriteit aan gegeven. Nederland liep al een tijdje achter met verduurzaming, en dit is echt een inhaalslag. Maar ik heb wel een zorg. Het is eenvoudig om een doel te stellen, maar de uitvoering is uiteindelijk bepalend. Dat hebben we meer gezien in de politiek de afgelopen tijd. Wij zijn de uitvoeringsorganisatie van de energietransitie, maar de politiek maakt de keuzes.’
Wie is Pieter van Oord?Na een studie economie in Amsterdam werkte Pieter van Oord (60) vanaf 1991 eerst in de VS, Engeland en Dubai. In 1994 kwam hij in dienst bij het familiebedrijf. Sinds 2008 is hij ceo. Van Oord bestaat meer dan 150 jaar en heeft ruim 5.000 medewerkers wereldwijd. Het bedrijf is aannemer van bagger-, waterbouwkundige en offshore-projecten (voor winning van energie).
U maakt zich zorgen over de uitvoering?
‘Ja. Neem wind op zee. We hebben nu 2,5 gigawatt op zee staan, die is in 15 jaar tijd gebouwd. Dat moet 20 gigawatt worden in 2030, over 8 jaar dus. Dat betekent een enorme versnelling en grote investeringen. Maar waar ik me vooral zorgen over maak is de arbeidsmarkt. De energietransitie gaat heel veel – technisch – werk opleveren, en die handen moeten er wel zijn. Het werk is arbeidsintensief en in Nederland is bijna geen werkloosheid, dus dat wordt een knots van een uitdaging. Ik zit zelf in de raad van toezicht van het Scheepvaart en Transport College in Rotterdam, en merk dat de aanmeldingen van studenten teruglopen. Terwijl het hier echt om goedbetaalde banen met toekomstperspectief gaat.’
Waarom slaat dat verhaal niet aan bij jongeren en hun ouders?
‘Dat heeft met cultuur te maken. Er wordt nog steeds neergekeken op met je handen en buiten werken. Terwijl, wat is nou leuker: een saaie kantoorbaan of op zee een windmolenpark bouwen en meewerken aan de energietransitie? De politiek en het bedrijfsleven – de uitvoerders van de transitie – moeten echt om tafel om dit probleem op te lossen.’
‘Energietransitie levert veel werk op, maar die handen moeten er wel zijn’
Want anders redden we het niet?
‘Europa wil de uitstoot van CO2 met 55 procent verminderen in 2030, en Nederland wil zelfs verdergaan tot 60 procent. Dat is super-ambitieus. En heus, dit is het eerste kabinet dat ambities laat zien op energiegebied, maar het moet wel allemaal kunnen.’
Wat doet Van Oord zelf aan energietransitie?
‘Het bouwen van windparken neemt een steeds groter deel van ons werk in beslag. Vorig jaar haalden we voor het eerst meer omzet uit wind dan uit baggeren. We zijn marktleider in Nederland met wind op zee en investeren honderden miljoenen in schepen daarvoor. We laten nu zelfs het grootste ‘windschip’ ter wereld bouwen in China…’
Waarom niet in Nederland?
‘Simpel: omdat er geen enkele werf in Europa geïnteresseerd was. Dat schip is geschikt voor het gebruiken van duurzame methanol als brandstof, met een minimale uitstoot. Een ander schip dat we laten bouwen – in Roemenië – voor het leggen van stroomkabels is geschikt voor synthetische brandstoffen. We kunnen nog niet helemaal overschakelen, want die brandstoffen zijn er gewoon nog niet voldoende. Maar wij hebben zeker voldoende vertrouwen in de markt van verduurzaming.’
En dat na al die jaren van fossiele projecten. Geen spijt van?
‘Nee, want die projecten waren al onderdeel van de Nederlandse transitie en hebben Nederland welvaart opgeleverd. Het gaat er nu om die welvaart te behouden terwijl we de transitie verder doorvoeren.’
Maar u blijft ook fossiele projecten in het buitenland doen. Is dat niet dubbel?
‘Nee. Transitie is een proces, het is niet een knop die je even omzet. Alsof je morgen ineens helemaal duurzaam kunt zijn. Nederland heeft de steenkool al achter zich gelaten en gaat nu langzaam van het gas af, maar veel landen in ontwikkeling zijn helemaal nog niet zover. In Duitsland krijgt gas nu zelfs weer een grotere rol. Gas zien wij als een transitiebrandstof die de helft minder CO2 uitstoot dan kolen en zekerheid biedt in combinatie met duurzame energie.’
‘Van Oord is bijvoorbeeld betrokken bij een gasproject in Mozambique. Nederland heeft zelf decennialang van gas uit Groningen geprofiteerd. Wie zijn wij dan om een Afrikaans land een zelfde welvaartssprong te ontzeggen? Zij hebben recht op hun eigen ontwikkeling. En vergeet niet: nu koken daar nog miljoenen mensen op houtvuurtjes. Bij ons kregen alle huishoudens in de jaren 60 en 70 een gasgeiser. Ik vind zelfs dat wij ze vanuit een moreel oogpunt moeten helpen met hun eigen transitie.’
Dan bent u vast niet blij met het besluit om de Exportkredietverzekering af te bouwen voor olie- en gasprojecten in het buitenland.
‘Nee, het was niet leuk dat Nederland daarmee kwam op de klimaattop in Glasgow. In elk geval zou er voor gasprojecten een uitzondering moeten worden gemaakt. Ik begrijp het overigens wel: het is een politiek besluit en het ligt goed bij de publieke opinie. Net als dat pensioenfonds ABP niet meer in Shell belegt. Zulke beslissingen maken deel uit van de terugtrek uit fossiel, maar met het oog op de energietransitie is het niet rationeel. Gas blijft immers een grote rol spelen de komende 30 jaar. Energie speelt sowieso een grote rol in het leven, want die zorgt voor welvaart en kwaliteit van leven. Als die energie te duur wordt, gaat dat ten koste van onze welvaart. Dat moeten we zien te vermijden.’
‘Fossiele projecten in Afrika zie ik als morele verplichting’
Wordt dat voldoende beseft in de samenleving?
‘Je ziet nu, ook in dit opzicht, een verwijdering van de politiek en de media tegenover het grote bedrijfsleven. Maar politiek en media zijn niet de samenleving. Als familiebedrijf worden wij niet geconfronteerd met negatieve sentimenten. De meeste mensen zijn trots op ons bedrijf en onze prestaties. Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam heeft onlangs gezegd dat we ons niet alleen op de mondige minderheid moeten richten, maar ook op de meerderheid die zich niet zo snel laat horen. Daar ben ik het wel mee eens. Ondertussen moeten we wel een brug slaan naar de Tweede Kamer en de samenleving, en uitleggen hoe belangrijk het bedrijfsleven is voor de samenleving.’
Wat verwacht u verder van de politiek?
‘Wij doen projecten overal in de wereld. Vorig jaar meer dan 180 in zo’n 40 landen. Wat je dan ziet is dat landen vragen wat wij voor hún lokale economie gaan betekenen. Met andere woorden: welke lokale bedrijven wij inschakelen bij een project. Vooral de Engelsen zijn daar scherp in. Nederland zou dat ook meer moeten doen. Dus een actiever industriebeleid.’
‘Daarnaast kan Nederland Denemarken als voorbeeld nemen. Daar is door samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid een grote offshore-windsector opgebouwd, met 100.000 banen. Nederland heeft te weinig kampioenen op dit gebied. Shell kan het worden, maar dat bedrijf laten we gaan.’
‘Versnelling van de procedures is ook belangrijk. Iedereen kan nu tot in de eeuwigheid bezwaren indienen bij de Raad van State om projecten tegen te houden. Volgens netbeheerder TenneT is er 10 jaar nodig om door een vergunningsprocedure te komen. Dat kán gewoon niet. Dus is het goed dat het kabinet dit nu aanpakt.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.