25 JAN, 2024 • Interview
Derk Loorbach: ‘Circulaire economie is het enige alternatief’
Het bedrijfsleven en de overheid moeten echt aan de slag met de circulaire economie, zegt hoogleraar transities Derk Loorbach. Hij ziet goede initiatieven, maar ook een neiging om de gevestigde belangen zo lang mogelijk in stand te houden. Dat kan volgens hem niet meer. ‘De echte strijd breekt nu aan.’
We zitten middenin een energietransitie die al onze aandacht vergt. Daarnaast moet er een transitie naar een circulaire economie komen. Dat zegt Derk Loorbach, hoogleraar sociaaleconomische transities aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit. In die circulaire economie worden zo weinig mogelijk grondstoffen gebruikt, en worden producten en materialen als in een kringloop steeds opnieuw gebruikt. Dat is urgenter dan ooit door schaarse grondstoffen en de verscherpte geopolitieke verhoudingen. Je wilt als Nederland immers niet te veel afhankelijk zijn van andere (foute) landen.
Wie is Derk Loorbach?Na een studie cultuur en wetenschap in Maastricht werkte Derk Loorbach (48) van 2001 tot 2004 als onderzoeker aan de universiteit. Daarna begon hij op de Erasmus Universiteit in Rotterdam als onderzoeker bij het Dutch Research Institute for Transitions (Drift). Daar werd hij in 2011 directeur. Daarnaast is hij sinds 2014 hoogleraar sociaaleconomische transities in Rotterdam.
Meneer Loorbach, een energie- én een circulaire transitie: kan dat wel samen?
‘Het is een grote opgave, maar het zal wel moeten. De energietransitie legt nu al een grote claim op het gebruik van grondstoffen, waaronder zeldzame metalen. Dat leidt tot verslechtering van de biodiversiteit. Daarom moet het grondstoffengebruik omlaag, en dan heb je het over circulariteit. Je kunt niet eerst de energietransitie afmaken en dan pas aan de circulaire transitie beginnen.’
Hoe circulair zijn we nu?
‘In het bedrijfsleven gebeurt best al een hoop. Je ziet allerlei circulaire producten komen, zoals bureaustoelen, fietsen en koptelefoons. De bouw doet veel aan hergebruik van materialen en op gebied van glas en papier hebben we al veel ervaring opgebouwd. Maar 90 procent van de economie is nog helemaal niet circulair. Denk bijvoorbeeld aan materialen als kunststof, dat moeilijk van elkaar te scheiden is voor hergebruik. En dus moeten we naar een nieuw economisch model. Het huidige model is mogelijk gemaakt door een schier oneindige voorraad van fossiele energie en import van grondstoffen. Verspilling leek niet uit te maken. Maar dat model bleek eindig toen de hele wereld tot ontwikkeling kwam. We hebben de aardse grenzen al overschreden. Dus hoe ontwerpen we een nieuw economisch model waarin we het als mensen nog steeds goed hebben?’
Transities duren lang en gaan gepaard met chaos. Hoe pak je circulaire transitie aan?
‘Dat is een vraag waar ik geen eenduidig antwoord op heb. Een transitie is een autonoom proces. Dat kun je proberen te sturen, maar het gebeurt toch, of we nu willen of niet. Historische transities waren een combinatie van maatschappelijke problemen en technische mogelijkheden om die problemen op te lossen. Na de Tweede Wereldoorlog had je bijvoorbeeld de landbouwtransitie die herhaling van de hongerwinter moest voorkomen. Er kwam mechanisatie, schaalvergroting, een landbouwuniversiteit en een eigen ministerie. De samenleving werd daarin meegenomen en de verliezers in de transitie werden gecompenseerd. Nu zie je dat de landbouwsector uit zijn krachten is gegroeid. Zo gaat het altijd: een historische oplossing loopt op een gegeven moment vast in zichzelf.’
Mensen zitten niet te wachten op transitie.
‘Er is tegenwoordig veel meer weerstand. De economische belangen van de gevestigde orde staan voorop. Kijk maar naar de steun van de agro lobby aan de boerenprotesten. De BV Nederland én de overheid zijn afhankelijk van onze consumptie. Als we nu echt circulair en duurzaam zouden worden, gaat de BV Nederland failliet. Het poldermodel, dat erop is gericht om iedereen te vriend te houden, leidt ertoe dat de bestaande economische clusters in stand worden gehouden. Zoals de overheid in het verleden de Nederlandse scheepvaart overeind heeft proberen te houden. Maar voor een circulaire economie moet je radicaal anders denken en handelen. Het is niet het oppoetsen van het bestaande.’
Ziet u die houding ook bij het bedrijfsleven?
‘Ja, maar in het bedrijfsleven zie ik ook meer ambitie en snelheid om dingen te veranderen. DSM is een goed voorbeeld van een bedrijf dat zichzelf opnieuw heeft uitgevonden. Maar er zijn ook bedrijven die andere dingen aan hun hoofd hebben dan circulair worden, of niet mee zullen kunnen omdat ze te veel vergroeid zijn met het fossiele model. Een bedrijf als Shell kan in de huidige vorm niet overleven. Voor een bedrijf als Vopak in de Rotterdamse haven is het relatief makkelijker: de opslagtanks waar nu olie en gas in zitten, kunnen in de toekomst worden gebruikt voor biobrandstoffen en waterstof.’
Ondernemers willen duidelijkheid van de politiek. Dan weten ze waar ze aan toe zijn en kunnen ze investeringsbeslissingen nemen.
‘Er ís duidelijkheid: in 2050 moeten we circulair en klimaatneutraal zijn. De ene sector zal dat eerder zijn dan de andere. Voor de lucht- en scheepvaart en de zware industrie zal dat later in het proces zijn.’
Maar de weg daarnaartoe is niet duidelijk. Hoe gaat de overheid bedrijven daarbij helpen?
‘Die behoefte aan duidelijkheid begrijp ik. Bijvoorbeeld als het gaat om de inzet van waterstof ter vervanging van fossiele energie. Het probleem is echter dat de overheid nog van alles toestaat wat we eigenlijk niet meer willen. Zij spreekt zichzelf tegen.’
‘Ik ben cynisch-optimistisch’
Hoe kijkt u dan tegen een kabinet met de PVV aan? Die partij moet niet veel hebben van het huidige klimaatbeleid.
‘We hebben het eerder meegemaakt met Rutte I, waarin de PVV gedoogpartner was. Toen is onder meer het ministerie van Milieu afgeschaft. Vanaf dat moment hebben het bedrijfsleven en de lagere overheden het initiatief in het klimaatbeleid overgenomen. En ik denk dat zelfs Geert Wilders snapt dat we een gezonde leefomgeving nodig hebben, en dat de manier waarop we nu met grondstoffen bezig zijn niet duurzaam is.’
‘Ik ben cynisch-optimistisch: de circulaire economie is het enige alternatief. Het gevoel van urgentie zal ergens vandaan komen, zoals het wetenschappelijk inzicht dat we onszelf het graf in aan het consumeren zijn. Je ziet lokaal gemeenschappen ontstaan die met een ander economisch model aan de slag gaan. Dat lijkt me een betere aanpak dan een Nationaal Programma Circulair opstellen. Want dat is nog maar papier.’
Kunt u een voorbeeld geven van zo’n lokaal circulair initiatief?
‘Hier in Rotterdam heb je Blue City 010: een aantal circulaire bedrijven die zich hebben gevestigd in een voormalig tropisch zwembad. Bierbrouwers, een producent van ecologisch isolatiemateriaal, een bedrijf dat een soort leer maakt van overtollig fruit. Ze beginnen met materialen die er al zijn: duurzaam of reststromen. Ze hebben een collectief businessmodel, want individueel redden ze het niet. Of op een gegeven moment wel, dan ontgroeien ze het zwembad. Andere bedrijven komen langs om te leren wat circulair produceren inhoudt. De gemeente zoekt in aanbestedingsregels naar mogelijkheden om dit soort ondernemerschap te stimuleren.’
‘Er is een ander soort leiderschap nodig’
Maar op een gegeven moment moet de circulaire aanpak toch nationaal beleid worden?
‘Ja, en dan zie je dat de overheid altijd vrij laat in het proces tot besluiten komt. Na de chaos. De maatschappelijke druk moet blijkbaar eerst toenemen. Er is een ander soort leiderschap nodig. De overheid moet steviger inzetten op circulariteit en aangeven wat niet meer kan. En tegelijk nederig zijn richting circulaire bedrijven en ze vragen: wat hebben jullie nodig van ons?’
Is er ook ander leiderschap in het bedrijfsleven nodig?
‘Het valt mij op dat gesprekken over de eindigheid der dingen heel moeilijk liggen in het bedrijfsleven. Er is een grote angst om het einde van het eigen businessmodel te onderzoeken. Dat vinden bedrijven moeilijk te kwantificeren en bijna onvoorstelbaar. Dat verbaast mij, en ik vind het een gebrek aan leiderschap. Maar ik hoop op het ondernemerschap dat Nederland groot heeft gemaakt. De echte strijd breekt nu aan. Wordt het nieuwe economische model duurzaam, circulair en rechtvaardig, of borduren we toch voort op het bestaande, met allerlei problemen op de lange termijn?’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.