Jan-Hein en Marieke, twee van de drie kinderen van Jan Schouten – oprichter van het Zaltbommelse opleidings- en trainingsinstituut Schouten & Nelissen – traden met enige vertraging in hun vaders voetsporen. ‘Hij was nogal eh… veel.’
Jan-Hein (52)
‘Toen ik werd gevraagd bestuursvoorzitter te worden, heb ik Marieke gebeld en gevraagd: ‘Zus, doe je mee?’ Ze had bewust afstand van het familiebedrijf genomen door in Amsterdam te gaan wonen en een prachtige carrière als sales-manager bij het internationale koeriersbedrijf DHL op te bouwen. Ik koos, met het opzetten van diverse internetbedrijven, in eerste instantie óók voor een andere route, maar nu voelde het alsof de rivier me op de juiste plek had gebracht. Pa was inmiddels 75 en ik had mezelf als ondernemer in de internetwereld bewezen. Het momentum was daar.’
‘Mijn vader was opgeleid tot psycholoog. In de jaren ’70 verzorgde hij voor de AVRO een programma waarin hij de televisiekijkers leerde, aan de hand van een aantal geacteerde scenes, assertief te zijn. Bij ons aan de keukentafel werd het bedrijf dat daar uit voortkwam opgebouwd en groot gemaakt. Hij heeft de passie voor het werk absoluut aan ons doorgegeven, maar toch… Kijk, je hebt van die bedrijven waar een verstikkende cultuur kan ontstaan door ingewikkelde familieverhoudingen, maar bij ons was het nogal overzichtelijk: onze ouders hadden onbetwist de leiding. Als kind in de zaak meedraaien, betekende steeds in onderhandeling moeten, spanning en frictie. Zeker met iemand zoals mijn vader die – hoe zal ik dat zeggen? – nogal eh… veel was.’
'Ik groeide op als een soort herdershond die de boel bij elkaar probeerde te houden'
‘Ik was 4 toen mijn moeder overleed. De eerste jaren na haar dood zijn erg zwaar voor me geweest. Ik had alleen mijn vader die ik, hoe dan ook, te vriend moest zien te houden. Na een paar jaar leerde hij Anne kennen en werd de tweede helft van ons gezin gesticht. Ik kreeg er broer Willem en zus Marieke bij en groeide op als een soort herdershond die de boel bij elkaar probeerde te houden. Deze groep mocht ik niet kwijtraken, ik wilde nooit meer alleen zijn.’
‘Voor mij was het vanzelfsprekend dat ik, toen ik ouder werd, Marieke overal mee naartoe nam. Het leeftijdsverschil werd steeds minder belangrijk, ook al is ze altijd, tot op de dag van vandaag, mijn kleine zusje gebleven. Die neiging haar te beschermen is nooit verdwenen.’
‘Het was moeilijk haar te zien vertrekken, maar ik wist tegelijkertijd dat ze niet anders kon; ik had net zo goed geprobeerd uit de schaduw van mijn ouders te treden. Tot een paar jaar geleden die ruimte ontstond en ik onmiddellijk wist wat me te doen stond: mijn zus terughalen naar het nest. Ze deelde de missie, we wáren al bondgenoten. De afhankelijkheid die ik bij mijn vader voelde – het oude verdriet van de halve wees – ontbreekt in onze relatie helemaal. Ik kan eerlijk tegen Marieke zijn. We houden onvoorwaardelijk van elkaar.’