13 FEB, 2025 • Achtergrond
Finland is altijd voorbereid op het ergste
Al tachtig jaar is Finland op zijn hoede voor buurland Rusland. Overheid én bedrijfsleven werken samen voor wat ze de ‘totale verdediging’ van het land noemen. Belangrijke ondernemers gaan drie weken op weerbaarheidscursus. ‘We moeten continu kijken of we ergens een zwakke plek hebben’.
Elke zes weken zit Olli-Pekka Piipponen van S-Bank aan een grote tafel met collega’s van alle grote Finse financiële instellingen. De gesprekken, georganiseerd door de Finse overheid maar voorgezeten door iemand uit het bedrijfsleven, gaan over veiligheidsdreigingen en hoe die te lijf te gaan. Alle scenario’s komen op tafel, van cyberaanvallen tot het uitbreken van een oorlog. ‘Eigenlijk is de vraag elke keer: wat kunnen we doen om normaal te functioneren in abnormale tijden?’ aldus Piipponen.
De 42-jarige Fin is directeur operationele risicobeheersing bij S-Bank, waar 3,3 van de 5,5 miljoen Finnen klant zijn. Hij en zijn team moeten ervoor zorgen dat de bank altijd kan blijven functioneren, ook in een crisis.
Klanten moeten toegang houden tot hun bezittingen en transacties kunnen doen. ‘Als dat wegvalt, begint alles te ontrafelen’, zegt Piipponen.
Er is waarschijnlijk geen land ter wereld dat zo grondig is voorbereid op crises en oorlog als Finland. Zo kan het land in oorlogstijd 300 duizend militairen mobiliseren en telt het 900 duizend reservisten. Daarnaast kan het land meer mensen een schuilplaats bieden dan er inwoners zijn; hoeveel precies, dat is geheim. Zeker is dat tientallen gemeentegebouwen, zoals bijvoorbeeld een zwembad in Helsinki dat half in een rots is gebouwd, ook fungeren als schuilkelder.
Ook de private sector doet mee: elk nieuw gebouw van meer dan 1.500 vierkante meter moet een schuilkelder bevatten. In totaal kunnen naar schatting alleen al in Helsinki 850 duizend mensen schuilen, anderhalf keer zoveel als het aantal inwoners.

Een Fins patrouilleschip in de Finse Golf nadat daar pijpleidingen en telecomkabels zijn beschadigd (oktober 2023)
1.300 kilometer Russische grens
De reden voor de grondige Finse voorbereiding is buurland Rusland. De laatste oorlog die Finland uitvocht, tijdens de Tweede Wereldoorlog, was met Moskou. In de Winteroorlog vochten Finse soldaten in witte pakken en op ski’s tegen het Rode Leger. Ze verloren. Tien procent van het grondgebied ging over in Russische handen.
Om een herhaling te voorkomen bouwde de Finse overheid na de oorlog, samen met de private sector, een omvangrijk weerbaarheidsapparaat, een systeem van ‘totale verdediging’. De Fins-Russische grens is immers meer dan 1.300 kilometer lang en het land ligt vrij geïsoleerd. ‘Veel legerofficieren, die op relatief jonge leeftijd met pensioen moesten, hielpen bij de opbouw van dit apparaat’, vertelt Markku
Rajamäki, beleidshoofd bij de Finse industrie-federatie EK. ‘Ook de rest van de samenleving kreeg hier een belangrijke taak in.’ Militaire schermutselingen bleven sindsdien uit.
Economische defensie
Economische defensie is een van de pijlers van Finlands totale verdediging. Bedrijven die
handelen in essentiële goederen voor de samenleving, zoals farmaceuten, apotheken en importeurs van medicijnen, moeten altijd voor een paar maanden normaal gebruik aan antibiotica op de plank hebben. Oliebedrijven moeten drie maanden benzinevooraad achter de hand hebben, zodat de samenleving vooruitkan.
De spil in het systeem is de nationale weerbaarheidsorganisatie Nesa. Die is aanjager van de bedrijfsoverleggen, organiseert crisisoefeningen en regelt dat er genoeg noodvoorraden zijn. Soms betaalt de organisatie bedrijven voor de opslagcapaciteit. Het komt ook voor dat er op vrijwillige basis afspraken worden gemaakt.
Kunst afkijken
De Finse methode maakt furore in Europa, zeker nu de dreiging uit Rusland toeneemt. Niet voor niets vroeg de Europese Raad de Finse oud-president Sauli Niinistö vorig jaar om een rapport met tips voor een Europese weerbaarheidsstrategie. Een van de aanbevelingen: in tijden van crisis moeten burgers zich 72 uur kunnen redden. Iedereen moet dus een noodpakket hebben met blikken soep en bonen, flessen water, noodzakelijke medicijnen en een radio op batterijen. Als het aan Niinistö ligt, gaan bedrijven zich ook beter voorbereiden op het ergste. Dat betekent meer reserve-voorraden aanhouden, de ict-beveiliging beter op orde hebben en met gelijksoortige bedrijven overleggen over wat er beter kan.
In zijn rapport over de Europese weerbaarheidsstrategie schrijft Niinistö, geen verrassing, dat overheden en bedrijven in Europa beter moeten samenwerken. Ze moeten vaker informatie uitwisselen over dreiging en crisisaanpak en zo vertrouwen opbouwen. Dat gaat niet alleen over ‘kritieke’ bedrijven als banken of elektriciteitsleveranciers. ‘Als jij als kleine ict-firma diensten levert aan zo’n groot bedrijf, moet jij aan dezelfde basisvoorwaarden voor cyberveiligheid voldoen’, zegt Rajamäki van de industriefederatie.
Continu alert
In 27 sectoren, zoals banken en ict, overleggen Finse bedrijven zelf over dreigingen en maatregelen. In het bankenoverleg staat cyberdreiging vaak op de agenda, volgens Piipponen van S-Bank is dat ook het grootste risico voor zijn bank. De aanvallen kunnen van alle kanten komen, van hackersgroepen tot criminele bendes die ransomware proberen te installeren, tot vijandelijke mogendheden die de verdediging testen.
S-Bank heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in menskracht en technologie om die dreigingen het hoofd te bieden. Piipponen: ‘Het is een race tussen ons en de slechteriken. We moeten continu kijken of we ergens een zwakke plek hebben.’
De banken helpen elkaar om risico’s en kwetsbaarheden beter te begrijpen. Maar ze geven elkaar geen inzage in wat ze doen tegen specifieke dreigingen. Dat mag ook niet volgens de concurrentie-afspraken, zegt Piipponen. ‘Het gaat er meer om gevaren te benoemen en te kijken wat we collectief kunnen doen om deze het hoofd te bieden.’
De kabelbreuken in de Oostzee stonden op de agenda
Kabelbreuken
Ook de recente kabelbreuken in de Oostzee, waarbij de autoriteiten sabotage vermoeden, kwamen op de agenda bij het overleg van de financiële instellingen. Op Eerste Kerstdag enterde de Finse politie de olietanker Eagle S, nadat die vermoedelijk met zijn anker een stroomkabel had vernield tussen Finland en Estland, en vier datakabels. Het schip maakt waarschijnlijk deel uit van de vloot die Rusland helpt sancties te omzeilen. Een maand eerder raakten twee glasvezelkabels op de bodem van de Oostzee beschadigd, toen een Chinees vrachtschip in de buurt voer.
Banken opereren op basis van dataverkeer. Het wegvallen van kabels kan voor grote problemen zorgen, stelt Piipponen, helemaal als je zo geïsoleerd ligt als Finland. ‘Dit maakt ons kwetsbaar. Hopelijk gaat Nesa dit bespreken met de kabelbedrijven. Wellicht moeten er extra kabels komen.’
Spanning door NAVO-lidmaatschap
De sectoroverleggen zijn extra relevant nu de verhoudingen tussen Finland en Rusland zijn verslechterd. Na de Russische invasie in Oekraïne werden de Finnen in april 2023 lid van het westerse militaire bondgenootschap NAVO, een historische stap. De grens is al meer dan een jaar gesloten, nadat de Russen honderden migranten richting Finland stuurden om in Finland asiel aan te vragen en het land zo extra te belasten.
De oorlog heeft ook de crisisvoorbereidingen beïnvloed. ‘Voor 2022 werkten we vooral met scenario’s als een grote brand of werknemers die massaal ziek werden, zoals tijdens corona. Nu is het uitbreken van een oorlog een prominent scenario’, aldus Piipponen.
De overheid biedt werknemers uit de private sector ook trainingen aan. Zo kent Finland een Defensie-universiteit met crisis- en veiligheidstrainingen. Die nodigt een paar keer per jaar vijftig topbestuurders uit de publieke en private sector uit voor een 3,5 week durende veiligheidstraining. Er zijn simulaties om hun crisisvaardigheden te testen en ze zijn drie dagen op een militaire basis om hun kennis over het Finse leger bij te spijkeren.

Finland telt 900 duizend reservisten, onder meer in de Kareliabrigade, die hier bezig is met een oefening
Geen geklaag over training
Ruim drie weken uit de roulatie, dat is nogal wat voor een ceo. Maar volgens Rajamäki van de Finse industrie-federatie is klagen zeldzaam. ‘Het is toch een teken dat je blijkbaar op een kritieke post zit.’ Een van de eisen is overigens dat je nog minimaal tien dienstjaren voor je hebt, anders heeft de opfriscursus, die na vijf jaar komt, geen zin.
S-Bank-medewerker Piipponen ging nog niet naar de prominentencursus. Maar aan een informatiedag voor bedrijven mocht hij wel meedoen. Hij sprak mensen uit andere vakgebieden, ‘heel nuttig’. ‘Iemand die materiaal importeert voor laboratoria legde me uit waarom dat belangrijk was in tijden van crisis: als de laboratoria niet werken, functioneren de ziekenhuizen ook niet. Grappig om te zien hoe iedereen zijn aandeel heeft in de grote machine.’
Al die overleggen, de decennia-oude infrastructuur, de samenwerking met bedrijven: het contrast met Nederland is groot. Waar moeten we beginnen, als we onze weerbaarheid willen vergroten? Een speciale organisatie zoals Nesa helpt al heel veel, zegt Piipponen. ‘Maar stap één is het gesprek aangaan. Zet de juiste partijen bij elkaar en stel de vraag: wat kunnen we doen als het misgaat?’
Betere databeveiliging
Volgens Rajamäki kunnen bedrijven verwachten dat in de nabije toekomst de eisen voor de beveiliging van data en leveringszekerheid strenger worden. Maar het is ook een kwestie van mentaliteit. Net zoals burgers zich moeten voorbereiden met hun noodpakketten, moeten bedrijven, van de zorg tot ict en voedselproductie, bereid zijn met de overheid mee te denken over wat nodig is om de samenleving te beschermen.
Dat betekent dat je als werkgever personeel vrijmaakt om over weerbaarheid na te denken, je informatie uitwisselt met de overheid over voorraden en risico’s. Je moet zelfs bereid zijn om op cursus te gaan. ‘Dat vergt wel wat van ondernemers’, zegt Rajamäki. ‘Het betekent dat je niet allen in termen van efficiëntie en winst kunt denken.’
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.