2 MRT, 2016 • Omslag
Frans Timmermans: ‘Europa laten we toch niet vallen?’
Als Europa zo belangrijk is, waarom zeggen ondernemers dat dan niet hardop? Eurocommissaris Frans Timmermans wil dat ondernemers stelling nemen. ‘Ga de werkvloer op! Lég hét úit.’
Atzo Nicolaï (ceo van DSM Nederland; red.) stuurde me drie A4’tjes… dríe A4’tjes met vragen, allemaal vet gedrukt. Zo belangrijk is Europa dus voor hem..’ Eurocommissaris Frans Timmermans schuift iets naar voren op zijn stoel en tikt met zijn wijsvinger op de tafel. ‘Ik merk dat ceo’s het vanzelfsprekend vinden dat Europa belangrijk is. Ja… voor jou als ceo is dat vanzelfsprekend, ja! Maar niet voor de mensen op straat! Het is logisch dat je daar niet aan denkt¸ maar doe het nou wel. Sommige ondernemers vragen zich af hoe het toch mogelijk is dat vakbonden tegen het vrijhandelsakkoord met de Amerikanen zijn. Ga de werkvloer op! Leg je werknemers uit wat er mét een verdrag extra verkocht kan worden. Wees expliciet.’
Dus u realiseert zich dat ondernemers zich grote zorgen over Europa maken?
‘Jazeker. Dat heb ik ook gemerkt toen ik onlangs op de Bilderberg Conferentie was. Het gaat nu om het echie, om het in voetbaltermen te zeggen. Als het om Europa ging, maakten ondernemers zich tot twee jaar geleden vooral druk over minder regels en minder bureaucratie. Nú maken ze zich zorgen over het voortbestaan van het Europese project. Dat was ook één van de vragen van Atzo Nicolaï: blijft de Europese markt met 500 miljoen consumenten wel bestaan?’
‘Ik krijg regelmatig de vraag: ‘Wat vind je dat wij moeten doen?’ Dan is mijn simpele antwoord: ‘Zeg wat het voor jou betekent.’ Als politici nu makkelijk roepen dat de binnengrenzen dicht moeten, leg dan uit welke extra kosten dat oplevert. Hoe je dat in de prijs gaat doorberekenen. En wat dat voor jouw exportpositie betekent.’ In staccato: ‘Lég hét úit.’
Brexit, populisme, de vluchtelingencrisis: overleeft de EU dit?
‘Ik realiseerde me door de vluchtelingencrisis zelf voor het eerst dat de Europese Unie haar einde wel eens kon naderen. De financiële crisis was erg, maar voor veel mensen heel abstract. Die vluchtelingencrisis raakt iets veel meer wezenlijks. Hebben deze mensen opvattingen die bij ons passen? Kunnen we dit allemaal aan? Dit is veel existentiëler.’
‘Overleeft de EU dit? Het korte antwoord is: ja, maar dat gaat niet vanzelf. De EU overleeft, als mensen in de gaten krijgen wat er op het spel staat. Veel meer dan door die perfect storm wordt de EU bedreigd door gelatenheid. De grootste uitdaging is het mobiliseren van mensen die het beter willen laten werken.’
Wat is het Nederlandse bedrijfsleven zonder Europese Unie?
‘Nederland is een agrarische wereldmacht, niet alleen omdat we hele goede landbouwproducten produceren, maar ook dankzij de goede logistiek die ervoor zorgt dat die producten vers op het bord van consumenten in heel Europa belanden. Met binnengrenzen lukt je dat niet. Dat is slecht voor je concurrentiepositie.’
‘Binnengrenzen terug? Wie ben je dan voor de gek aan het houden?’
Dreigt er dan een nieuwe recessie voor Nederland?
‘Binnengrenzen hebben zeker effect op een land als Nederland, dat zó op export is gericht. Dat voel je toch op je klompen aan? Vergeet ook niet, 70 procent van onze export blijft binnen de EU. Daar moet je dus echt voorzichtig mee omgaan.’
Voorziet u panieksituaties in boardrooms?
‘Geen paniek, maar wel zorg. Die mensen in die boardrooms hebben zorgen over hun bedrijf, maar ook over het Europa voor hun kinderen. Het zijn ook mensen: zij willen een stabiele samenleving, die niet op confrontatie is gericht. Ons hele maatschappelijk en economisch model is daarop gebouwd. Dat je weliswaar niet dezelfde belangen hebt, maar ervoor zorgt dat botsingen binnen de perken blijven en opgelost worden op een manier die voor iedereen gunstig is. Dat hoort bij Europa, maar is nu kwetsbaar.’
En ondernemers moeten de boze burger overtuigen?
‘Daar kunnen zij met gezag over praten. Begin nou eens met je eigen werknemers. Praat met ze. Spreek je ook wat vaker publiek uit, en schroom niet om het debat op te zoeken. Of om kritiek te uiten. Ceo’s doen dat ook steeds meer. Ik weet dat je niet moet zeggen: ‘Je vergist je, beste burger, Europa is wél goed voor je.’ Dat heeft geen zin. Je moet het heel concreet maken en het laten zien.’
‘Je moet niet de pretentie hebben dat Europa alle antwoorden heeft. Problemen los je niet op met een silver bullet, alle macht aan Europa geven. Het blijft een coproductie tussen wat je Europees en wat je nationaal kunt regelen. Maar…’ Timmermans richt zich op, ‘ik sta er soms echt versteld van met hoeveel aplomb mensen beweren dat nationale grenzen weer ingevoerd moeten worden. Met het grootste gemak schuiven ze dan alle consequenties maar ter zijde. Dan zeg ik, nu moet je eerlijk zijn… Dan moet je ook zegen: ‘Het is voor mij zó belangrijk dat ik virtueel de controle terugkrijg, daar wil ik best 10 à 15 procent economische groei voor inleveren.’ Maar net doen alsof je weer bij Beek en Maastricht grensposten kunt instellen met een miljardeninvestering, zónder dat dat consequenties heeft voor onze economie… Wie ben je dan eigenlijk voor de gek aan het houden?’
Wie is Frans Timmermans?Frans Timmermans (Maastricht, 1961) is sinds november 2014 vicevoorzitter van de Europese Commissie. Hij houdt zich in de Commissie-Juncker bezig met better regulation en duurzame ontwikkeling. Daarvoor was hij twee jaar minister van Buitenlandse Zaken. Timmermans studeerde Franse letterkunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en Europees recht en Franse letterkunde aan de universiteit van Nancy in Frankrijk. Hij was eerder staatssecretaris Europese Zaken in het kabinet-Balkenende IV en lid van de Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid. Op zijn Facebookpagina schrijft hij over alles wat hem bezighoudt, van Europese geschiedenis tot voetbalclub Roda JC.
We zijn vergeten hoe het ooit begonnen is, met twee Wereldoorlogen in Europa. Hoe brengen we dat besef terug in Nederland?
‘Je moet mensen een geweten schoppen, zei de Vlaamse schrijver Louis Paul Boon. Dat werkt niet meer in deze tijd. Mensen moeten wél een besef van burgerschap bijgebracht krijgen, bijvoorbeeld in het onderwijs. Ze moeten een plek krijgen in hun eigen wordingsgeschiedenis. Dan weet je waar je vandaan komt. Als je niet weet waar je vandaan komt, weet je ook niet waar je naar toe moet. Maar nog belangrijker, dan weet je ook dat onze ouders en grootouders voor hetere vuren hebben gestaan. We zijn soms teveel gevangen in het hier en nu.’
Er heerst veel pessimisme en toch zegt u: We hebben voor hetere vuren gestaan.
‘Is er dan oproer in de straten? Of zakt de economie door de hoeven? Nee. Mensen zijn niet bang voor het nu, maar voor de toekomst. Willen dat er wordt nagedacht over de lange termijn. Maar daar gaat het in de politiek nooit om: het gaat om morgen. Of volgend jaar. Dan zijn er verkiezingen en hoe overleef ik dat? Politici zijn veel te veel bezig met overleven. En als ze het over de toekomst hebben, wordt het al snel onpraktisch, algemeen, of apocalyptisch.’
Dus de grootste bedreiging voor de EU is de politiek zelf? Bedoelt u dan de populistische partijen?
‘Niet het fanatisme van de radicalen, maar de desinteresse van de grote meerderheid is het probleem. Iedereen heeft het er over dat Wilders zo groot is in de peilingen. Laten we nou alsjeblieft niet doen alsof hij op het punt staat om heel Nederland over te nemen. Ja, dat denkt hij zelf wel, als je hem zo hoort. Maar dat is niet wat er gebeurt. In Nederland gaan we uiteindelijk weer om de tafel zitten met elkaar. Degenen die daar niet toe bereid zijn, doen niet mee in Nederland. Dát is onze cultuur: niet anderen uitsluiten, maar kijken hoe we er allemaal beter van worden. Misschien moeten degenen die daarin geloven dat eens wat meer zeggen. Zodat we niet alleen degenen horen die zeggen: Anderen moeten weg.’
Het ontbreekt aan tegengeluid?
‘In de samenleving denkt men nog veel te veel: de soep zal niet zo heet gegeten worden. Ik weet niet of dat een verstandige houding is in deze tijd. Gelukkig zie ik dat in het bedrijfsleven steeds minder. Het gevoel van urgentie is razendsnel toegenomen.’
‘Een paar jaar geleden zei ik als staatssecretaris nog tegen diezelfde ondernemers: ‘Waarom komen jullie nou niet in bewéging?’ Nou, dat hoef ik nu niet meer te zeggen. Ook zij zeggen nu: ‘Dit laten we toch niet uit onze handen vallen.’ Voor mij is dat echt een bron van hoop. Dat ze zeggen: ‘Dit is óók mijn belang. Ik spreek me uit.’ Maatschappelijk engagement is bepaald geen vies woord meer in ondernemerskringen.’
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.