31 MEI, 2022 • Interview
Michel Rademaker (HCSS): ‘Breng kritieke grondstoffen beter in kaart’
We waren al afhankelijk van China, en nu ook van Rusland. Hoe kan Nederland autonomer worden op het gebied van grondstoffen? ‘Het gaat hoe dan ook schuren de komende jaren’, zegt Michel Rademaker van het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS).
Nederland heeft een grondstoffenprobleem. We hebben er zelf te weinig en zijn daardoor afhankelijk van andere landen. En dat zijn niet altijd de leukste landen. Zo heeft China een bijna-monopolie op zeldzame aardmetalen. En Rusland levert olie en gas, ook aan Nederland. De oorlog in Oekraïne legt meer afhankelijkheden bloot: van graan en zonnebloemolie bijvoorbeeld. Hoe moeten Nederland en Europa daarmee omgaan? Een vraag waarover Michel Rademaker, medeoprichter van het HCSS, zich al langer buigt.
Meneer Rademaker, er komt een Europese boycot van Russische olie. Hoe gaat die Nederlandse bedrijven raken?
‘Wat je nu al ziet: de olieprijs zal verder stijgen, en dat krijgt zijn vertaling naar de vele producten die van olie worden gemaakt. We moeten op zoek naar vervanging van Russische olie in andere olielanden. Complicatie daarbij is wel dat de zogenoemde Oeral-olie een samenstelling heeft die je niet overal kunt vinden. In Nederland hebben we vijf grote raffinaderijen die onder andere op Oeral-olie uit Rusland zijn ingericht. Die zul je dus moeten aanpassen als we op zoek moeten naar andere olie.’
Wie is Michel Rademaker?Na de Militaire Academie was Michel Rademaker van 1987 tot 1998 officier bij de landmacht. Daarna ging hij naar TNO. In 2007 werd hij medeoprichter en plaatsvervangend directeur van het Haags Centrum voor Strategische Studies.
Een gasboycot kan een volgende stap zijn, van Europa óf van Rusland uit wraak.
‘Ja, en dat probleem kan groter zijn voor Nederland. Wij zijn voor 15 procent afhankelijk van Russisch gas. Groningen lijkt politiek geen optie meer. Meer gas winnen op de Noordzee zou kunnen. Daarnaast kun je gas importeren over land of over zee. In het laatste geval heb je het over lng, vloeibaar gas. Daar aast nu iedereen op, en op de schepen om die lng te vervoeren.’
‘Tot de komende winter hebben we nog genoeg gas’
Hebben we straks gas tekort?
‘Tot de komende winter hebben we nog genoeg, maar daarna? Kijk, ideologisch willen we af van Russisch gas en op termijn helemaal van gas in het kader van de energietransitie. Maar in de praktijk staat de leveringszekerheid voorop. Het kabinet zal het consumentengebruik van gas zeker willen stellen. Dat kan betekenen dat bepaalde delen van de industrie tijdelijk afgeschaald moeten worden als de nood hoog wordt.’
Is dat logisch: consumenten bedienen en de industrie afschalen?
‘De politiek wil de sociale en politieke stabiliteit niet in gevaar brengen, en dat betekent dat je de bevolking moet dienen. Tegelijkertijd is afschaling van de industrie super moeilijk, omdat die ook consumenten raakt. Restwarmte van de industrie wordt bijvoorbeeld voor stadsverwarming gebruikt. Een deel van de industrie zal moeten blijven draaien. Volcontinu bedrijven bijvoorbeeld, die kun je niet zomaar stilzetten.’
De energietransitie is al een hele kluif, en dit komt er nog eens bij. Kan dat wel?
‘De hele maatschappij moest al op de schop, dus ergens is de oorlog een blessing in disguise, want de urgentie om in actie te komen is nog eens vergroot. Laten we echter niet vergeten dat we tot 2050 nog steeds veel olie en gas nodig zullen hebben. De scheepvaart, het zwaar transport en industrieën die met hoge hitte werken, kunnen niet zo snel omschakelen naar duurzame energiebronnen.’
‘Alles komt nu zo’n beetje samen: het genereren, opslaan en distribueren van energie. Wat wordt de nieuwe energiemix? Het systeem dat we tot dusver hadden was fijnmazig en wordt nu met schokken veranderd. Een klein schokje is nog wel te doen, maar deze schokken – de energietransitie en de oorlog – versterken elkaar juist. Dat leidt tot lastige situaties. Institutionele beleggers trekken zich bijvoorbeeld terug uit Shell omdat ze niet meer in fossiele energie willen investeren. Maar Shell is als groot olie- en gasbedrijf juist een van de grote investeerders in duurzame energie, en heeft dat geld van die beleggers daarvoor juist hard nodig. De komende tien jaar moet het eigenlijk allebei: blijven investeren in fossiele energie én investeren in verduurzaming. Dat gaat schuren.’
Wat bedoelt u met schuren?
‘Als je minder afhankelijk wilt zijn van olie en gas, of die nu uit Rusland komen of niet, moet je er minder van gebruiken. Dus op zoek gaan naar duurzame alternatieven en ondertussen zoveel mogelijk energie besparen. Maar dat moet allemaal tegelijkertijd. Het systeem gaat een nieuwe balans zoeken, en dat gaat gepaard met schokken.’
‘Bijkomend probleem is onze afhankelijkheid van metalen. China is al tientallen jaren bezig met het opbouwen van een monopoliepositie, onder meer door het opkopen van mijnbouwconcessies in Afrika. Het zijn metalen die wij nodig hebben voor onder meer zonnepanelen, windmolens en batterijen voor de opslag van stroom. Dus juist onderdelen van de energietransitie. De EU heeft een lijst opgesteld met dertig kritieke metalen voor die transitie.’
Heeft Europa zelf geen metalen?
‘Die zijn er wel, in Zweden bijvoorbeeld. Maar daarvoor moet je mijnen gaan aanleggen. Dat kost een half tot 1 miljard euro en duurt acht tot veertien jaar per mijn. En dan heb je ook nog te maken met het maatschappelijk verzet tegen mijnbouw, want het blijft natuurlijk een gat in de grond.’
‘Europa kan als norm voor de rest van de wereld gaan gelden’
Wat kunnen we dán doen om minder afhankelijk te worden?
‘Urban mining is een optie. Dat is het recyclen van waardevolle metalen. Bij het ontwerpen van producten moet rekening worden gehouden met het hergebruik van onderdelen. Daarnaast zou er een kennisplek moeten komen om in kaart te brengen om welke metalen het gaat. Met onder meer de universiteiten van Delft en Leiden, en TNO, werken we aan een voorstel om de vinger aan de pols te houden. Waar zijn de kwetsbaarheden, wat zijn de alternatieven? Het mooiste zou zijn als Europa – want op dat niveau moet je denken – een eigen ‘waardeketen’ zou kunnen creëren, met mijnlanden als Australië als alternatief voor China. Want laten we wel wezen: mijnbouw in China verdient geen schoonheidsprijs. Als Europa het goede voorbeeld geeft, kan dat als norm voor de rest van de wereld gaan gelden. Want we zijn nog altijd de rijkste markt ter wereld. Als andere landen toegang tot die markt willen, kunnen wij eisen stellen.’
We zouden ook de Chinese aanpak kunnen kopiëren.
‘Mijnlocaties opkopen en die vervolgens stilleggen om schaarste te creëren? Ik weet niet of dat de juiste aanpak is. We zullen in elk geval niet het niveau van de arbeidsomstandigheden gaan verlagen. Dat betekent dat je altijd duurder uit bent dan China. Volgens mij is het beter om te zorgen dat je aan de voorkant zit van ontwikkelingen. Dat je de verandering mede vormgeeft in plaats van er achteraan hobbelt.’
Is de politiek doordrongen van het belang van onze ‘strategische autonomie’?
‘Het begint te landen. De politiek houdt ervan om einddoelen te stellen. Daar is niets mis mee, maar het gaat ook om de routekaart om bij dat einddoel uit te komen. Hoe kun je dat met kleine stapjes bereiken? Die routekaart moet je samen met het bedrijfsleven en de kennisinstellingen maken. Dat is super ingewikkeld, maar zo kun je wel de ergste schokken voorkomen.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.