14 JAN, 2025 • Portret
Paul Riemens (RAI): 'Ik heb mijn lage zelfbeeld omarmd'
Autoracen, vliegen, informatica studeren, metselen, lassen – wat heeft Paul Riemens níet gedaan in zijn leven? ‘Ik werd lange tijd gedreven door een laag zelfbeeld. Maar dat heb ik omarmd.’
Paul Riemens is zo iemand die, als de duivel hem komt halen, zijn mouwen opstroopt en de kop van de duivel eraf bijt. Onbevreesd, zelfverzekerd, een vleugje branie. Iemand met de houding: ik heb het nog nooit gedaan, maar túúrlijk kan ik het.
Sinds 2016 is Riemens ceo van beurs- en congrescentrum RAI in Amsterdam. Vorig jaar tekende hij voor vier jaar bij. Het bedrijf trok in 2023 – na de desastreuze coronaperiode – bijna anderhalf miljoen bezoekers. De 322 evenementen brachten ruim 150 miljoen euro op.
Riemens’ cv is opvallend gevarieerd. Zo studeerde hij wiskunde en informatica, is hij gepromoveerd in bestuurskunde. Hij is luitenant, heeft een las- en metseldiploma op zak, een vliegbrevet. Hij is vinoloog, werkte in de Schiphol-verkeerstoren en was de hoogste baas binnen de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).
Genoeg activiteiten voor twéé mensenlevens. ‘En er is meer. Autoracen, voetballen op eerste klasse KNVB-niveau. Ik heb met mijn eigen handen mijn huis gebouwd. Ik vloog jarenlang in luchtvaartshows, in oude Duitse luchtmacht vliegtuigen. Ik moet u eerlijk zeggen, ik begrijp niet waar ik de tijd vandaan heb gehaald.’ Momenteel leert hij Italiaans. ‘Elke dag 30 nieuwe woordjes.’ Gelukzalig: ‘Mijn aanstaande – de liefde van mijn leven – en ik zijn van plan een wijngaard te kopen in Italië.’
Wie is Paul Riemens?Paul Riemens (Vlaardingen,1962) is sinds 2016 de ceo van evenementen- en beurscentrum RAI in Amsterdam. Hiervoor werkte hij ruim 20 jaar bij de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), waar hij begon als transitiemanager en in 2008 eindigde als hoogste baas. In 2011 werd hij bestuursvoorzitter van de wereldkoepel van luchtverkeersleiders. Riemens studeerde af in Informatica aan de TU Delft, en promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam op een proefschrift over het succes van Schiphol. Hij heeft een vriendin – bijna echtgenote – en een volwassen dochter. Naast zijn werk is Riemens coach voor ‘gestrande bestuurders’, mensen die vastzitten in hun loopbaan, om te helpen weer hun pad te vinden.
CO2-uitstoot
Maar voorlopig zit hij in Amsterdam. In zijn lichte werkkamer – uitkijkend op de A10 en in de verte zijn geliefde stad – staan overal kartonnen platen met illustraties, tabellen, prognoses. Want het beurs- en congrescentrum dat hij leidt maakt een forse transformatie door.
‘We willen meer onderdeel worden van de stad Amsterdam’, zegt Riemens. De RAI is van plan verregaand te verduurzamen, en zijn ruimte efficiënter te gebruiken. ‘Alleen dan kun je het een toekomst geven.’
Het congres- en beurscentrum heeft volgens de ceo zijn waarde bewezen. ‘We trekken bezoekers en experts uit de hele wereld, uit de medische sector, logistiek, energie, noem maar op. We stimuleren innovatie en geven een economische boost in de regio.’ Volgens een laatste onderzoek van Ecorys, genereert RAI Amsterdam per euro omzet, 7 euro toegevoegde waarde voor de regio.
‘Maatschappelijke kosten’ kent de RAI ook. ‘Vanuit heel Europa rijden jaarlijks 75 duizend vrachtwagens deze kant op. De hoeveelheid CO2 die wordt uitgestoten, fijnstof, afval, geluidshinder en ruimtebeslag die met onze evenementen gepaard gaat, is enorm.’
RAI Energy
Daarom is Riemens van plan onder meer een ondergronds logistiek- en distributiecentrum te bouwen. Het bedrijf wil zo ook de logistiek regelen voor ondernemers in de binnenstad. ‘Pakketdiensten kunnen dan ons centrum gebruiken voor de last mile, en van hieruit vertrekken met elektrische busjes.’
Ook wil de RAI straks vastgoed ontwikkelen, zoals woonruimte voor studenten en horeca, en samen met onderwijsinstellingen werken aan een kennis- en leercentrum op het gebied van energie, of logistiek. De apart opgerichte RAI Energy voorziet het RAI-complex al van groene energie. ‘Maar we kunnen ook duurzame stroom leveren aan gebruikers in de hoofdstad. Onze core business wordt anders.’
Sleutelkind
Riemens wordt geboren in Vlaardingen, onder de rook van Rotterdam. Zijn zus is vier jaar ouder. Vader werkt als chef voor Müller en co, een scheepvaartbedrijf annex reisbureau in Rotterdam. Moeder werkt bij de vroegere rederij Van Ommeren. Eerst als telefoniste, later als leidinggevende van de telefooncentrale daar.
Vader Riemens is een gesloten, emotionele man. ‘Mijn moeder was lichtvoetiger. Zij vond dingen vaak complex, gezeur. Ik ben echt een kruising tussen alle twee.’
Het gezin verhuist vaak. Vanuit Vlaardingen naar Hendrik Ido Ambacht, van daaruit naar Puttershoek en later Pijnacker. ‘Waarom? Tja, dat wilden mijn ouders, vanwege werk, of omdat ze een beter huis wilden.’ Helemaal niet fijn, vindt de jonge Riemens. ‘Had je wat opgebouwd, moest je weer weg.’ Aarden is daardoor lastig.
Met twee hardwerkende ouders is hij ‘een sleutelkind.’ ‘Ik kwam altijd thuis van school in een leeg huis. Geen moeder of vader om een kopje thee mee te drinken.’
Erg vond hij dat niet, destijds. ‘Maar als ik terugkijk op mijn jeugd, heb ik daar niet per se warme gevoelens bij. Het is dubbel, want ik had het heus naar mijn zin thuis. Maar ik ben altijd gewend geweest om voor mezelf te zorgen. Ik had een laag zelfbeeld. De wereld zat niet op me zat te wachten – dat gevoel had ik.’
‘De oorlog liet diepe sporen bij mijn ouders achter achter, van armoe, pijn en ellende’
Rotterdamse haven
De Tweede Wereldoorlog trekt een wissel op zijn beide ouders. ‘Mijn vader maakte op zijn veertiende de bombardementen in Rotterdam mee. Zijn vader, mijn opa, was verzetsman en zat in concentratiekamp Bergen-Belsen.’ Moeder Riemens is negen als de oorlog uitbreekt. ‘Zij bracht de moeilijke winter door bij boeren in Brabant.’ Zijn ouders vertellen niet open over de oorlog. ‘Het liet diepe sporen bij hen achter, van armoe, pijn en ellende.’
Hoe die sporen dan precies doorwerken in het gezin, vindt Riemens lastig duiden. ‘Maar mijn ouders en ik begrepen elkaar niet altijd. Ik kende soms moeilijke momenten van eenzaamheid.’
De jonge Riemens haalt ‘met pijn en moeite’ zijn havodiploma, na eerst de mavo te hebben doorlopen. ‘Daarna wilde ik doorstuderen, maar dat zagen mijn ouders niet zitten.’ Misschien ook omdat ze dat niet kenden uit hun eigen jonge jaren. ‘Ze dachten: dat wordt toch niks met jou. Toen ben ik maar gaan werken.’
Op zijn 17e is hij aan het laden en lossen in de Rotterdamse haven. ‘Een keiharde omgeving. Elke dag werd je uitgescholden, je telde niet mee als jongste medewerker. Uiteindelijk was ik daar helemaal klaar mee, ik was er zelfs een beetje misselijk van.’
Gaandeweg merkt Riemens ‘een discrepantie’ tussen zijn leven en dat van zijn vrienden, die na de middelbare school wel doorleren. ‘Ik weet nog dat ik met een vriend meeging naar studentendiscotheek Bikini in Rotterdam. Toen moest ik liegen om binnen te komen – ik studeerde immers niet. Verschrikkelijk, ik voelde me er zo klein bij.’
Verliefd
Als Riemens kort daarna wordt opgeroepen voor militaire dienst, betekent dat een kentering. Hij doet de officiersopleiding en wordt tweede luitenant.
‘Wat er toen gebeurde, was dat ik dacht: misschien kan ik toch wel wat.’ Hij gaat solliciteren voor jachtvlieger. ‘Uit duizenden aanmeldingen ben ik gekozen, we bleven met zijn tienen over. Toen sloeg mijn lage zelfbeeld eigenlijk om in superzelfverzekerdheid. Door houding en gedrag – een grote mond – werd ik uit de opleiding gekegeld.’
Zijn vader oppert dan de opleiding voor luchtverkeersleider. ‘Dat vond ik eigenlijk een beroep voor losers. Want je zit aan de grond, niet in de lucht.’ De jonge Riemens verblijft dan in Italië, want: verliefd geworden op een Italiaanse. ‘Daar had ik al gauw niks om handen. Toen ben ik toch maar die luchtverkeersopleiding in Eelde gaan doen.’
‘Liep ik zelf ineens rond op een universiteit. Ik was zo trots’
Adrenaline
Het pakt hem, geheel onverwacht. ‘Ik vond het een gaaf beroep, luchtverkeersleider. Het afvalpercentage binnen de opleiding ligt veel hoger dan bij jachtvliegers, omdat het zo moeilijk is. Je moet goed zijn in wiskunde, in logica, tegen stress kunnen. Ook hier werd ik weer uit duizenden aanmeldingen gekozen.’
Vanaf dan stopt hij met maar wat te doen. ‘Ik zette een stuur op mijn leven. Vandaaruit is een enorme dadendrang ontstaan.’
Dat is dus terug te zien in alle activiteiten op Riemens’ cv. Hij doet ook een avondstudie vwo, een deeltijdstudie Wiskunde en Informatica aan de TU Delft. ‘Liep ik zelf ineens rond op een universiteit. Ik was zo trots.’
Alleen maar werken vindt Riemens dunnetjes. ‘Als je het ene doet, steek je ook wat op voor het andere wat je doet, en vice versa. En ik deed zoveel om maar te bewijzen aan alles en iedereen: ik kan het. Dat werd een levensstijl, telkens die nieuwe uitdagingen, die adrenaline. Dat vond ik ook mooi.’
Het blijft jarenlang Riemens manier van leven en werken.
40 vluchten per jaar
Als de mondiale koepel van luchtverkeersleiding Riemens vraagt voor hen te werken vanuit Singapore, is hij aanvankelijk trots. ‘Maar daarna werd ik bevangen door een soort droefheid. Ik kreeg steeds meer de behoefte om mijn wereld kleiner te maken. Overzichtelijker.’
Waar kwam die droefheid vandaan?
‘Ik had toch te veel gedaan, denk ik. Bestuurlijk opgevoed worden door Schiphol is geen sinecure. Je bent continu aan het uitleggen wat je doet en waarom als het gaat om milieu, geluid, veiligheid. Je krijgt te maken met Kamervragen, de gemeente, omwonenden. Fantastisch om een rol te spelen in oplossingen. Maar privé kostte het me een aantal relaties. Ik leefde een leven van 40 vluchten per jaar over de hele wereld.’
Daar was u klaar mee.
‘Ja. Ik weet nog dat ik door Amsterdam fietste, en onderweg praatjes maakte met de bakker, met inwoners. Dat contact was warm, direct, ik miste dat. Ik heb altijd enorme snelheid gemaakt in mijn leven. Als je in een Ferrari rijdt, flitst alles voorbij. Als je wandelt, zie je meer. Steeds meer dacht ik na over mijn rol is als bestuurder, wat ik wil achterlaten op de wereld.’
En, heeft u daar antwoord op gevonden?
‘Ja, deels ligt dat bij de RAI. Kijk, ik zit nu in deze positie van ceo, maar als violist had ik het ook leuk gevonden. Mijn carrière was een rollercoaster. Je wordt niet geboren om te zeggen: ik ga directeur RAI worden. Het leven hangt van toevalligheden aan elkaar. Maar dit kwam op mijn pad en dit past me – de waarde die de RAI heeft voor de stad, de warme bedrijfscultuur. Hier breng ik al mijn ervaring en denken bij elkaar, om zo groen mogelijk de toekomst in te gaan.’
Is uw lage zelfbeeld nu weg?
‘Jahaa, dat heb ik achter me gelaten. Maar het grappige is, ik heb het ook omarmd. Ik heb het nooit als een last gezien. Enerzijds heeft die enorme drive, die dadendrang van mij een negatieve afkomst. Tegelijkertijd was het een fantastische drijfveer. Ik heb daardoor de mooiste dingen meegemaakt in mijn leven.’
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.