20 NOV, 2024 • Achtergrond
Tijdlijn 125 jaar ondernemerschap: Groot denken in een kleinere wereld
In een wereld die steeds kleiner wordt, moet je groot denken. En samenwerken. Dat is de rode draad in 125 jaar ondernemerschap in Nederland. Hoe veranderde de samenleving sinds de industriële revolutie en welke rol speelden bedrijven daarbij? Een terugblik in vijf tijdvakken, elk in een ander decor.
1899-1925
ROTTERDAM BOUWT AAN HAAR ACHTERLAND
Nederland industrialiseert in deze periodesnel ook. Verstedelijkt. En Rotterdam speelt daar, als belangrijke haven, een grote rol in. Met als misschien wel belangrijkste acteur, de Steenkolen Handelsvereniging, een fusie van acht kolenhandelaren, die erin slaagde om het monopolie op de kolenimport uit Duitsland te vestigen. De verdiensten van de lucratieve handel stak het consortium, onder leiding van de directeuren Daniel George van Beuningen en Frits Fentener van Vlissingen, in nieuwe bedrijvigheid. Niet alleen staat SHV aan de wieg van de Hoogovens in IJmuiden (nu Tata Steel), maar ook investeerde ze in KLM, Fokker en AKU. Die laatste fabriek had een methode ontwikkeld om synthetische zijde te maken. Een luxeproduct werd ineens beschikbaar voor de massa. AKU leeft voort in AkzoNobel.
Extra brandstof
Het was niet de enige zichtbare vernieuwing die het kolenkartel bracht. Met de mechanisering van hijskranen en de introductie van de kolenlift – een lopende band met reusachtige scheppen – kon SHV enorme volumegroei realiseren van de overslag in Rotterdam. Dat betekende extra brandstof voor de economie.
Het economische en strategische belang van Rotterdam in internationaal perspectief werd goed duidelijk tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zowel de Britten als de Duitsers hadden een hoofdkwartier voor hun inlichtingendiensten in het centrum van de stad. Zelfs vage geruchten waren in die tijd in de Maasstad goede handelswaar. Het spionnenbolwerk van de Duitsers was toen gevestigd in het Witte Huis, de eerste wolkenkrabber van Europa. Dat gebouw heeft de bombardementen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog overleefd, dus is nu nog te bewonderen. Dat geldt ook voor het Westerkadehuis, het toenmalige hoofdkantoor van de SHV.
De Kuip
De erfenis van Van Beuningen leeft ook voort in Stadion De Kuip (dat hij financierde, net als het Havenziekenhuis), en museum Boijmans Van Beuningen. Dat draagt mede zijn naam nadat hij na zijn pensionering in de jaren 1950 zijn belangrijke kunstverzameling in beheer gaf.
1925-1949
EINDE VAN EEN WERELDRIJK
De jaren 1920 waren in de Nederlandse industrie de jaren van Anthony Fokker. Hij verhuisde aan het einde van de Eerste Wereldoorlog wat hij maar mee kon nemen uit zijn Duitse vliegtuigfabriek naar een Amsterdamse haven. Zo voorkwam hij dat de geallieerden er beslag op zouden leggen. Van het Nederlandse kabinet mocht hij hier een doorstart maken. En dat werd een vliegende.
In de twintig jaar die volgden verkocht de NV Nederlandse Vliegtuigfabriek (NVNV) alleen al 2.600 militaire toestellen. De Nederlandse luchtmacht was een belangrijke afnemer. Fokker kreeg zelfs subsidie voor het ontwikkelen van nieuwe toestellen. Dat was een unicum in die tijd. Fokker was niet de eerste die in Nederland vliegtuigen bouwde. Spyker in Amsterdam was een paar jaar eerder. In 1913 ontwikkelde het leger zelf ook een eerste toestel.
Aanleg Afsluitdijk
NVNV kreeg harde klappen in de crisisjaren na de beurskrach in New York in 1929. In de jaren erna liep ook elders in de economie de ellende op: van de 9 miljoen werkenden in Nederland raakte een half miljoen werkloos. Het duurt bijna een decennium voor de economie zich herstelt. Om mensen aan werk te helpen, worden onder meer de Afsluitdijk en de Noordoostpolder aangelegd. In Nederlands-Indië ging dat sneller. Dat was onder meer te danken aan de industrialisatie die in de jaren ervoor tot volle wasdom kwam.
Dat de wrok richting de voormalige kolonisator vergeleken met andere landen heel erg meevalt in Indonesië, is volgens historici en economen uit binnen- en buitenland te danken aan de snelle modernisering van het land in de laatste decennia dat Nederland de scepter zwaaide over de ‘gordel van smaragd’. Met machines gebouwd door bedrijven als Stork en het latere Groenpol, het invliegen van landbouwkennis op de palmolie-, suiker- en rubberplantages en investeringen in scholing van de lokale bevolking, kreeg de economie een flinke duw voorwaarts in de vaart der volkeren. Shell kon uitgroeien tot een wereldspeler.
1950-1974
VAN DE TEKENTAFEL, VOOR DE MASSA
Een onverwoestbaar monument voor het ondernemerschap: een wonder van staal, beton en samenwerking. De American Society of Civil Engineers riep de Deltawerken uit tot een van de zeven moderne wereldwonderen. En dat is het ook wel. Het is een wonder van samenwerking. In speciaal opgerichte bouwcombinaties gingen bedrijven als Van Oord, Smit, (de voorlopers van) VolkerWessels en Boskalis aan de slag met het voorgoed buiten de polder houden van hoogwater uit de Noordzee.
En er werd tussendoor ook nog het land opgebouwd na de Tweede Wereldoorlog. Hele nieuwe stadswijken verrezen en er werd nieuw land gemaakt. In de voormalige Zuiderzee kwam Flevoland naar boven, een heel nieuwe provincie. In 1968 verhuizen de eerste mensen naar Lelystad. In de jaren die volgen wordt de eindsprint ingezet van de wederopbouw. In 25 jaar zijn in Nederland liefst 2 miljoen huizen gebouwd. Dat de productie van woningen zo’n vlucht nam is te danken aan hoogbouw, en aan nieuwe bouwmethoden: systeembouw. Een aantal grote bouwers (bijvoorbeeld Dura en Brederode) ontwikkelden die bouw.
Vrije tijd
Al die nieuwe huizen werden bereikbaar langs nieuwe wegen, én in nieuwe auto’s. We krijgen meer vrije tijd, en benutten die op geheel nieuwe wijze: in 1955 staat op eerste Pinksterdag bij knooppunt Oudenrijn bij Utrecht de eerste moderne file in Nederland: toen was op een volgepakte weg staan nog een uitje.
Een paar jaar later zou de Variomatic van DAF in de straten verschijnen: een handzaam automaatje van Nederlandse makelij. In de kwarteeuw van de wederopbouw vertienvoudigt dan ook het aantal snelwegkilometers in Nederland. De enorme boom van de Nederlandse maakindustrie is mogelijk doordat in de polder afspraken zijn gemaakt over gematigde loonstijging. Hierdoor wordt arbeid niet te duur.
Eind jaren 1960 boort Nederland evenwel een nieuwe bron van rijkdom aan. In de grond onder de provincie Groningen wordt een gigantisch aardgasveld gevonden, dat razendsnel wordt ontgonnen. Overal in Nederland worden binnen een paar jaar alle kooktoestellen aangepast, zodat gekookt kan worden op laagcalorisch gas.
1975-1999
UITVINDEN AAN DE LOPENDE BAND
3 dollarcent per schijfje en 2,5 procent van de opbrengst van elke verkochte cd-speler op aarde. Dat was tot 2001 de vergoeding die Philips en Sony als uitvinder van de compact disc opstreken met het ‘uitlenen’ van deze uitvinding, die de muziekindustrie volledig op zijn kop zette. Het markeert ook een verandering van de Nederlandse economie, die in het laatste kwart van de twintigste eeuw de omslag maakt van een maakeconomie naar een kenniseconomie.
Verdienmodel
Dankzij octrooien, patenten en de bijbehorende royalties – de 3 dollarcent per cd werd 20 jaar lang een belangrijke inkomstenbron voor Philips. En dat is lang niet het enige bedrijf dat van uitvinden een verdienmodel maakt. Niet voor niets begint in de jaren tachtig en negentig de maakindustrie te verhuizen naar lagelonenlanden. Dankzij de vrijstelling van belastingen voor royalties is Nederland een aantrekkelijke vestigingsplaats voor innoverende bedrijven.
Nederlandse huishoudens slaan overigens ook aan het innoveren thuis. Dat kan door de komst van de personal computer. Die wordt vanaf eind jaren tachtig door de overheid gestimuleerd via fiscaal vriendelijke ‘pc-privé-regelingen’. Die worden al snel zo populair, dat ze worden afgeschaft. Nederland heeft zijn eigen parel in de fabricage van deze apparaten: de Tulip-pc uit Den Bosch wordt al snel gemeengoed in Nederland.
De innovatiekracht van Nederland nam flink toe doordat de tot universiteit omgevormde technische hogescholen van Wageningen, Eindhoven en Twente uitgroeiden tot kraamkamers van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Die werden steeds vaker ook omgezet in bedrijven. Om deze spin-offs zakelijk in goede banen te leiden, richtte de TU Eindhoven In 1997 de TU/eHolding op. Door met uitvinders afspraken te maken over de verdeling van de opbrengsten van een patent, delen de onderwijsinstellingen tegenwoordig bijna allemaal mee in de economische vruchten van het binnen hun academie verrichte onderzoek.
2000-2024
DE WERELD VEROVEREN VANAF DE ZOLDER
Een andere industrie komt in het kielzog van Philips de basisinfrastructuur voor innovatie op peil houden: de halfgeleiderindustrie. Dat was niet zonder Philips gelukt, maar het is een andere ondernemer die deze sector op een hoger plan weet te tillen: Arthur del Prado, de oprichter van Advanced Semiconductor Manufactoring International (ASMI).
Waferstepper
Hij sloot in 1984 een joint-venture met Philips om een uitvinding van het Eindhovense bedrijf op een hoger plan te helpen: de wafersteppermachine was een uitvinding die eigenlijk stof stond te happen in het Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven. Deze lithografeermachine kan de productie van computerchips versnellen. ASML, de gezamenlijke startup van ASMI en Philips, liet zien dat je door samenwerking en kennisdeling (al dan niet met gebruik van elkaars octrooien en patenten) de innovatie een flinke boost kan geven.
Anno 2024 is ASML het grootste bedrijf van Nederland. En is de provincie Noord-Brabant goed voor de helft van alle octrooien die in Nederland worden aangevraagd. Toch is er een klein gebied in Nederland waar de ‘uitvindersdichtheid’ nog groter is: in de regio Delft waren vorig jaar 248 octrooien in aanvraag op elke 100 duizend inwoners, tegen 106 in de regio Eindhoven. Verrassend op plaats drie: de Achterhoek. Daar is veel slimme maakindustrie.
Broekzak
Het gaat in de digitale economie om het creëren van platforms, en vervolgens zorgen dat je marktleider wordt. En dan niet alleen in Nederland of Europa, maar wereldwijd. Sinds de introductie van de smartphone en snel mobiel internet heeft iedereen de wereld in z’n broekzak. De wereld veroveren doe je dan ook even makkelijk vanuit huis als vanuit een fabriek. Dat laat Jitse Groen zien, die vanuit zijn studentenkamer in Enschede een oplossing bedacht om e-commerce mogelijk te maken voor lokale horeca. Thuisbezorgd.nl was een succes, maar door een agressieve strategie van fusies en overnames van concurrenten is Just Eat/Takeaway inmiddels wereldmarktleider. Hetzelfde geldt voor Booking.com, verkoper van hotelovernachtingen.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.