Een rustig, ontspannen leven heeft hij niet. Victor van Tol is oprichter van het hippe Snappcar, ‘de Airbnb voor auto’s'. Hij haalt investeerders binnen, heeft een jong gezin, sport dagelijks. Tot er twee jaar geleden een tumor werd weggehaald. 'Die zag ik even niet aankomen.' En dan staat zijn leven toch wel even op zijn kop. 'Ik zie de ziekte nu vooral als een blessing in disguise.'
Bij een deelplatform voor auto’s – Snappcar wil naar 5 miljoen minder auto’s in Europa in 2022, minder files en een schonere omgeving – denk je misschien aan een geitenwollensokkenman als oprichter. Dat is Victor van Tol (1974) niet. Met witte tanden, gebruind hoofd en afgetraind lijf is hij een snelle jongen. Hij past mooi in het Snappcarkantoor met een voetbaltafel en een doorgezaagde mini Cooper als bank. Jongelingen met tattoos werken achter een scherm. Inmiddels ‘snappen’ 500.000 Nederlanders, Denen, Zweden en Duitsers ongeveer 50.000 auto’s met elkaar. De energieke, nuchtere ceo praat in hoog tempo. Antwoorden doet hij gefocust: 'ten eerste, ten tweede'. Nieuwsgierig maar ook een beetje strijdbaar zegt-ie: 'Nou, wat wil je allemaal weten?'
Hoe gaat het met u? Twee jaar terug is een tumor bij u ontdekt.
'Het gaat prima. Dat was een vervelend akkefietje, om maar een understatement te gebruiken. Dat ding is eruit gehaald en sinds anderhalf jaar ben ik volledig aan de slag. Ik ben schoon verklaard.'
Dat is het korte verhaal. Het lange verhaal: het is 2017. Van Tol is razend druk met zijn zes jaar jonge bedrijf. De ceo haalt het grote Franse Europcar als investeerder binnen en zet de eerste stappen op Duits en Zweeds grondgebied. Privé gaat het minder goed. Bij een goede vriend is darmkanker geconstateerd en zijn vooruitzichten zijn slecht. Van Tol: 'Door hem dacht ik: wie weet heb ik ook zo’n ding. Mijn vriend is, was, ongeveer even oud als ik, met een vergelijkbare drukke levensstijl, jonge kinderen.' Dus reed Van Tol naar een Duitse kliniek – hij was er vaak voor zaken – voor een prescan: een preventief medisch onderzoek waarbij het hele lichaam wordt doorgelicht. 'Uiteindelijk ging ik erheen met het idee dat het zo’n vaart niet zou lopen. Dat er uitkwam dat ik meer vitamine C moet slikken, zoiets.'
Ineens werd Sjoerd Laarberg ernstig ziek. Zou verlamd blijven, zijn kinderen nooit meer kunnen vasthouden. Maar ‘ik ben er nog.’ Lees hier zijn verhaal.
Het loopt anders. Op de scan is een tumor te zien zo groot als een appel, vlakbij zijn rechterlong. 'Die had ik effe niet zien aankomen.' Volgens de Duitse arts goedaardig, maar of hij het voor de zekerheid toch in Nederland nader uitzoekt. 'Ik reageerde niet heftig. Ik dacht niet: ik ga dood. Het was vooral totaal onverwacht. Ik reed gedesillusioneerd terug van Duitsland naar Nederland. Hoe moest ik het mijn vrouw vertellen? Zij reageerde pragmatisch: eerst naar de dokter en we verder zien vanaf daar. We dachten allebei dat het wel los zou lopen.'
Wat dat niet een soort struisvogelpolitiek?
'Nee. Ik denk een coping mechanisme, of meer een levensinstelling: hoe ga je om met tegenslagen. Het zit in mij als persoon dat ik denk: totdat het slecht nieuws is, is het goed nieuws. Als ik een parallel trek naar mijn bedrijf: daar gebeurt elke week wel iets wat niet de bedoeling is. Als ik alle hobbels als grote problemen zou zien, dan zou ik met een zware depressie in bed liggen.'
Het gezwel blijkt inderdaad goedaardig, maar moet er wel uit. 'Volgens de dokter was het prima te opereren. Ik vond het vooral vreselijk onhandig om even uit de running te zijn.' Tot de operatie is Van Tol 'redelijk ontspannen'. De avond ervoor belt de thorax chirurg. Het borstbeen moet in tweeën worden gezaagd, anders kunnen ze er niet bij. 'Daar was ik niet happy mee. Ik besefte ineens dat het een serieuze exercitie zou worden. Vlak voordat ik de operatiekamer in werd gereden, keek ik mijn vrouw en kinderen in de ogen. Het flitste door me heen: you never know. Er zijn mensen die de narcose niet overleven.'
'ik zit zo in elkaar: totdat het slecht nieuws is, is het goed nieuws'
Maar alles loopt volgens plan. 'Het effect van de ingreep heb ik wel chronisch onderschat. Ook al waarschuwden de artsen me voor een heftige operatie, ik dacht toch: ze halen het ding eruit en drie dagen later wandel ik weer rond.' Dat viel zwaar tegen. Pas na drie maanden rusten, Netflixen en trainen op een hometrainer, kan Van Tol weer langzaam zijn werk oppikken.
Voelt u zich kwetsbaar na uw ziekte?
'Nee. Je hoort wel eens dat mensen het vertrouwen in hun lichaam verliezen. Dat heb ik niet. Ze hebben alles weggehaald. De kans dat het terugkomt is klein. Wel moet ik de komende tien jaar elk jaar een scan laten doen. Ik heb er nu twee achter de rug. Natuurlijk denk je de dag ervoor dan: you never know. Ik kan het ook twee keer hebben en wie weet is het de tweede keer minder gezellig.'
Valt met zo’n gedachte te leven?
'Ja. Ik lig er niet wakker van. Tuurlijk kan er altijd weer zo’n hoofdstukje volgen. Maar totdat dat zo is, is het níet zo. Ik ben daar vrij simpel en pragmatisch in. Ik zie de ziekte nu vooral als blessing in disguise.'