21 APR, 2020 • Actueel
Werken op 1,5 meter: ‘Onze schaftkeet was nog nooit zo schoon’
Werken in de 1,5 meter samenleving: hoe gaat dat er straks uitzien? Niemand die het precies weet, maar in de bouw en bij installatiebedrijven hebben ze er inmiddels ervaring mee opgedaan. Eenvoudig is het niet, maar het kan wel.
‘We zagen vrij snel in dat vervoer een probleem zou gaan worden in de bouw, daar hoef je geen helderziende voor te zijn’, aldus Johan Keuning van de Friso Bouwgroep. Dus hoe doe je dat dan als je tóch veilig door wilt werken aan je bouwprojecten?Bij Friso hoefden zedaar niet lang over na te denken. Voor het vervoerwerdin eerste instantieeen beroepgedaanopdemedewerkers. Of ze bereid waren met eigen vervoer naar het werk te komen. ‘Ze wilden allemaal meewerken, dat vind ik superleuk om te zien.De één op de fiets en een ander met de auto van de partner die toch thuis werkte.’ Niettemin; het bedrijf telt 500 werknemers en niet iedereen heeft vervoer naar de bouwplaats.Er werd contact gelegdmet een lokaal autobedrijf: binnen een dagwashet voor elkaar dat er20bedrijfswagens klaar stonden.
Ben je ondernemer en wil je weten hoe de coronaregeling jouw bedrijf helpen? Check het hier op de coronacalculator
Dat was allemaal nog voordat er een protocol Samen veilig doorwerkenwerd gepubliceerd met regels over hygiëne, over afstand houden en over duidelijke communicatie met collega’s en klanten. De bouw en de techniek werken nu al enkele weken met de protocollen. Woordvoerder Richard Massar van Bouwend Nederland is blij dat de overheid zich zo coöperatief opstelde en dat het protocol zo snel van de grond is gekomen. ‘Ondanks de corona crisis blijft de woningnood gewoon hoog. Het zou vreselijk zijn als we de bouw ook dicht moeten gooien, terwijl we met aanpassingen gewoon door kunnen werken. Met dit protocol spreekt de overheid de intentie uit om de sector aan de gang te houden.’
Elkbedrijf straks een protocol?Sectoren waar nu nog niet gewerkt kan worden, mogen straks weer aan de slag als er een goedgekeurd protocol ligt. VNO-NCW en MKB-Nederland werken samen met brancheorganisaties aan de uitwerking van protocollen. Die gaan door een zware toetsingsprocedure: alle sectorspecifieke regelingen gaan via de werkgeversorganisaties naar EZ om te worden beoordeeld door een interdepartementale toetsingscommissie. Daarna gaan ze naar het ministeriële crisisberaad. Zodra een protocol is goedgekeurd, kan een sector weer open. Wel blijft uiteraard nodig dat de regels strikt worden nageleefd.
In de weer met doekjes en glorix
Bij bouwbedrijf Burgywerken in totaal honderdtien mensen en gewoonlijk lopen er tien op een bouwplaats. ‘Dat maakt het voor ons íets makkelijker om aan het protocol te voldoen’, vertelt directeur Jeroen Wienbelt. ‘Het blijft wel zoeken hoor, voor iedereen. We moeten bijvoorbeeld nadenken over de schaftbewegingen: de mensen mogen niet meer met z’n allen tegelijk schaften. En dan hebben weop een aantal bouwplaatseneenrichtingsverkeer gecreëerd om te voorkomen dat mensen tegen elkaar aanlopen. Dat gaat eigenlijk best goed. Totdat er ineens bezoek is van een architect of een lichtadviseur. Die mensen kennenonzenieuwe regels nog niet: dat geeft onrust.’ Over de jongens op de bouwplaats is Wienbelt meer dan tevreden: ‘Ze zijn de hele dag met gele doekjes en glorix in de weer!Ik hoop dat ze dat na de corona ook volhouden. De schaftkeet is nog nooit zo schoon geweest.’
‘Als we echt stil zouden vallen, dan houdtBurgy dat niet lang vol’, aldus Wienbelt. ‘Je kunt nog zo’n gezonde bedrijfsvoering hebben, maar drie maanden geen werk, dat overleven er weinig. Dan moet je terugvallen op je spaarpotje en op de staat.Gelukkig draaien onze werken nog door.’ Doorwerken doet ook wat met de mentaliteit van de medewerkers: ‘Het gevoel dat je met z’n allen de schouders eronder zet en dat iedereen meehelpt om het protocol zo goed mogelijk uit te voeren, dat geeft energie. Als iedereen thuis zou zitten, dan gaat de fut er snel uit.’
Protocollen, leuk, maar hoe krijg je de (hufterige) consument mee?Klanten op hun gedrag aanspreken, dat deden de beveiligers van MAATbeveiliging voor corona hoogstens als iemand met een natte hond én met een frietzak een kledingzaak binnenstapte. ‘Beveiligingswerk is in hoofdzaak preventief’, vertelt operational manager Marco Reekers. ‘Tot voor kort werden wij geconditioneerd om vooral bij te dragen aan een positieve klantbeleving’. MAATbeveiliging is met 1200 man personeel marktleider in de beveiliging van retail bedrijven. Sinds de corona-uitbraak ziet het werk van een beveiliger er heel anders uit: ging het vroeger om hospitality, nu moeten de beveiligers ineens als handhavers aan de slag. De hele dag klanten erop wijzen dat ze toch écht de RIVM-regels moeten naleven. En dan blijkt dat klanten zich behoorlijk hufterig gedragen. Reekers: ‘Sta ik in een bouwmarkt, komt er een man die geen karretje wil nemen. Dat escaleert dan meteen tot een scheldpartij. Die man rijdt uiteindelijk met piepende banden het parkeerterrein af. Dat soort dingen komen we normaal niet tegen. Het lijkt wel of het menselijk gedrag uitvergroot wordt. Reekers ziet het somber in: ‘Straks gaan de winkels weer open en de mensen zijn al die regels zat. Dan staan onze mensen alléén nog maar frustratie af te vangen.’
Gereedschap delen of niet?
Niet alle regels uit het protocol ‘Samen veilig doorwerken’ blijken evengemakkelijk te realiseren, zo merkt algemeen directeur Aukje Kuypers vantechnisch dienstverlener Kuijpers. ‘Zo staat er dat mensendie buiten werken geen gereedschap aan elkaar mogen uitlenen. Dat blijkt in de praktijk best lastig. Schoonmaken van het gereedschap is volgens mijhet hoogst haalbare. Bedrijfseconomisch is het voor ons niet mogelijk omvoor elke medewerker elk gereedschap aan te schaffen.’ Een anderknelpunt is volgens Kuypers dat niet iedereen de regels direct kent en eigen heeft gemaakt. ‘Voordat alles écht bij iedereen in het hoofd zit, voordat je van een nieuwe regel een gewoonte hebtgemaakt: ik heb wel eens gelezen dat het één maand kost om ééngedragsverandering te laten inslijten. Laat staan een heel protocol bij onze1.300 mensen. Of de hele bouwsector.’
Het werkt, zo’n procol! Dat blijkt wel uit deze video-update. Kijk maar:
Volgens Johan Keuning zit de grootste uitdaging van 1,5-metereconomie juist in het volhouden van de maatregelen. ‘De statistieken van het RIVM worden wat positiever en sowieso valt het aantal besmettingen in Noord-Nederland erg mee. Daarmee loop je de kans dat mensen iets makkelijker met de regels omgaan, een ander een keer op de schouders slaan.’ Friso Bouwgroep heeft gelukkig ervaring opgedaan met ‘elkaar aanspreken op onveilig gedrag’. ‘Zo hebben we bijvoorbeeld workshops gedaan met acteursdie zich opzettelijk niet aan de regels hielden. Onze medewerkers moesten hen daar dan op aanspreken. Dat gaf een mooi beeld van wat wél en níet werkte.’ Dé les van Keuning: stel jezelf eerst eens even netjes voor. En vraag vervolgens waarom een medewerker zich niet aaneen bepaalde afspraakhoudt.Kortom, ga in gesprek in plaats van iemand te vertellen wat er fout is.Alleen dán heeft het zin om iemand aan te spreken.’
De kracht van de polder in corona-tijden
Terugkijkend naar de periode waarin het protocol voor de bouw en de techniek tot stand kwam, kan Dick Reijman, woordvoerder vanTechniek Nederland (ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel)alleen maar lovend zijn over de rol van de Nederlandse overheid. ‘Die intelligente lockdown houdt ons echt aan de gang. Vergelijk dat met Italië waar alleenbedrijven die inde primaire levensbehoeften voorzien, door mochten gaan.Vanaf het begin van de crisis is ons uitgangspunt geweest: Als het veilig kan, werken wij door. Eigenlijk is dát het idee van de 1,5-metereconomie. Samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en ondersteund door andere branches en de vakbonden hebben we snel goede afspraken kunnen maken. We hebben ook intensief overleg gevoerd met partijen als het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat. Zo is het gelukt om zoveel mogelijk lopende projecten door te laten gaan en zelfs naar voren te halen. Zo houden wij bedrijven overeind en werkgelegenheid in stand.Onze voorzitter Doekle Terpstra heeft hierin een sleutelrol gespeeld: in deze moeilijke tijden merk je dat de polder nog altijd uitstekend werkt.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen?Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Soms zal het wel ingewikkeld zijn‘Rise and shine!’ Personal trainer Danny Ruijgrok komt met haar gezicht dichtbij de camera van haar telefoon – een kopje koffie nog in de hand – om de deelnemers via Zoom welkom te heten. Op de achtergrond zien we Danny’s betegelde tuintje met een paar tuinstoelen her en der. Die worden gebruikt tijdens de ‘mindful bootcamp’ die de trainer in coronatijden twee keer per week online geeft. Dan komen stuk voor stuk de andere sportieve deelnemers in beeld, de een zonder hoofd, de ander zonder onderlichaam. De hele ervaring is een kruising van een Teams-vergadering met een sportschooltraining. Zoals bij vele andere sportinstructeurs, is het werk van Danny Ruijgrok behoorlijk opgedroogd sinds de lockdown. ‘Ik ben personal trainer en daarnaast werk ik bij de sportschool Happy bodies. Dat laatste ligt nu helemaal stil. Ik word nu wel gedwongen om de online weg te bewandelen: dat was aanvankelijk flink uit mijn comfortzone hoor!’ Op het moment biedt ze de trainingen nog gratis aan, bij wijze van promotie. ‘Misschien houd ik er in de toekomst nog wat klanten aan over.’ De 1,5-metereconomie wordt voor haar sportschool nog best lastig: ‘Bij het bewegen moet je eigenlijk méér dan 1,5 meter afstand houden. Hoe dat er precies uit moet gaan zien, weten we nog niet.’
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.