13 MEI, 2020 • Allemaal familie
Met je vader een sterrestaurant runnen: 'In Sydney werd hij een vent'
Erik van Loo, eigenaar van restaurant Parkheuvel, is een van de bekendste chefs van Nederland. Zijn zoon Juliën was ‘best een rotjochie’, maar ontpopte zich aan de andere kant van de oceaan tot volwassen vent. ‘Mijn faalangst is achtergebleven in Sidney.’
Juliën van Loo (29)
‘Op een goede ochtend zei ik tegen mijn vrouw: ‘Ik wil verhuizen naar Australië.’ Ik was helemaal klaar met Nederland. Had al heel wat jaartjes gewerkt in verschillende restaurants, maar was hier niet meer enthousiast. In Sydney, zo had ik bedacht, zou een vrije dag tenminste voelen als een vakantiedag. Ik kon aan het werk bij Peter Gilmore, bekend van Masterchef Australia, in zijn restaurant Bennelong. Ik had niemand verteld dat ik de zoon van Erik van Loo ben. Eerst wilde ik mezelf bewijzen. Van te voren liep ik rond met een soort faalangst: wat als ik werd uitgekafferd als ik iets niet kon als ‘zoon van’? Maar in Sydney verdween die angst. En toen de chef er achter kwam wie mijn vader was, had ik mezelf al bewezen.’
Allemaal familieNederland telt duizenden familiebedrijven, maar hoe is het eigenlijk om in zo’n bedrijf te werken met je vader, zus, dochter, moeder, broer of neef? Levert dat vaak spanning op, of begrijp je elkaar ook zonder woorden? Forum spreekt ondernemende familieleden, over hun drijfveren en relatie met elkaar. Vandaag deel 16: vader en zoon Erik en Julien van Loo. Wil je de andere afleveringen ook lezen?Kijk dan hier.‘Na mijn terugkeer uit Sydney ben ik hier de keukenchef opgevolgd. Door mijn komst is de sfeer hier enorm verbeterd. Als het lekker weer is, springen we zo de Maas in. Mijn vader kan een botte boer zijn. Nors ook. Ik ben socialer dan hij. En laat dingen makkelijker van me afglijden. Er wordt minder geschreeuwd in keukens dan je denkt, maar als iemand dan boos op me wordt, dan weet ik dat diegene gefrustreerd is en zijn emoties niet kan controleren. Die rust probeer ik te bewaren, tenzij iemand het echt te bont maakt.’
‘Als hij een avondje meekookt in de keuken, sjoelt hij iedereen eruit’
‘Mijn vader heeft een arendsoog. Vanuit de keuken kijk ik vaak naar buiten, en als ik hem aan zie komen, zeg ik tegen iedereen in de keuken: ‘Jongens, cheffie Loo arrives! Alles netjes maken! Hij gaat je afblaffen!’ Dan zie je de jongens rennen, zweten, opruimen. Net een filmscene. En als hij dan iedereen begroet, zie ik hem gewoon scannen. Hij ziet echt alles. De keukenploeg is dan ontzettend opgelucht als alles klopt. Die vaardigheid om alles te zien, begin ik ook steeds meer te ontwikkelen.’
‘Natuurlijk bewonder ik mijn vader. Hij is een wandelend kookboek, weet zo ontzettend veel van waren en smaken. En als hij een avondje meekookt in de keuken, sjoelt hij iedereen eruit. Een oude machine is het. En met mijn creatieve ideeën en zijn ervaring weten we telkens weer gasten te verrassen. Hij moet wel leren om soms minder snel te oordelen. Als ik een gerecht bedenk, zegt hij soms bij voorbaat al dat het niks wordt. Dan kook ik het alsnog, en is hij aangenaam verrast.’
Wil je meer zien van Juliën van Loo? De jonge chef was onderdeel van de documentaire De Nieuwe Garde. Zie hier de trailer:
Erik van Loo (56)
‘Je gaat als ‘jongen’ in dienst en komt het leger uit als een kerel. Dat was de transformatie die Juliën had doorgemaakt in Australië. Compleet veranderd. Zijn eigen boontjes daar doppen, weliswaar samen met zijn vrouw, had van hem een man gemaakt. Hij was klaar om hier de sheriff te worden in de keuken. En dan begint het eigenlijk pas. In het voetbal schopt een people’s manager het vaak verder dan iemand die technisch heel sterk is. Ik geloof dat Juliën dat heel sterk bezit, die menselijke kwaliteiten.’
‘Juliën kan onder de hoogste druk ontzettend rustig blijven. Echt op het irritante af. Ik ben totaal anders, veel lichter ontvlambaar. Dat komt ook wel doordat ik drie stappen vooruit denk en het eerder mis zie gaan dan hij. Maar die rust van hem, is jaloersmakend. Hij is heel aaibaar, wordt snel aardig gevonden door mensen. Ik zie nog zo voor me hoe Juliën als klein ventje naar beneden kwam – we woonden boven de zaak – en op schoot kroop bij gasten en chocolaatjes at. Dat zat er toen dus al in.’
‘De enige die je kunt vertrouwen, ben jij zelf’
‘Hij is niet altijd zo lief geweest hoor. Of nou ja: hij was wel lief, maar ook een rotjochie. Ik moest vroeger elke week op school komen. Dan had Juliën weer rottigheid uitgehaald. Stinkbommen gegooid in de aula, waar gewoon camera’s hangen. Hij draaide ook weleens de ventieltjes leeg van de fiets van een chef. We begrepen er niks van. Hij bleek dyslexie en dyscalculie te hebben, en op die manier te vragen om aandacht. Toen hij een horecaopleiding wilde gaan doen, moest hij van mij naar Den Haag, weg uit Rotterdam, bij zijn vriendjes. Dat heeft hem veel serieuzer gemaakt.’
‘Ook nu heeft hij nog veel te leren. Hoe vaak miste ik niet iets in een bestelling als we op locatie gingen koken. Dan had hij wel gevraagd aan de chef de partie om bijvoorbeeld lamsruggetjes te bestellen, maar die had dat vervolgens niet gedaan. Juul, zeg ik dan tegen hem, de enige die je kunt vertrouwen, ben jij zelf. Je moet het checken, vriend. Maar die nonchalante relaxedheid, die zie ik gelukkig steeds minder worden. En ja, natuurlijk ben ik trots op hem. Dat mag ik best wat vaker zeggen.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen?Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.