21 FEB, 2022 • Portret
Yuwong Chou (ADC Nederland): 'Ik was een tornado'
Sambal bij, babi pangang. Thuis strenge Chinese ouders, op de lagere school gepest. Yuwong Chou (ADC Nederland én winnaar Global People Award 2021): verbaal sterk zijn zou er voor zorgen dat mensen nooit meer over haar heen zouden lopen. ‘Ik heb moeten leren meebewegen.’
Ze praat snel. Kordaat. Niet lullen, maar poetsenmentaliteit. ‘Ik ben heel direct, spreek met Brabants accent. En dan komt er een klein Chinees vrouwke van 1 meter 50 binnen. Tja, daar moeten die hersenen toch aan wennen.’ De 51-jarige Yuwong Chou kent de verwarde blik maar al te goed wanneer ze bij een klant komt binnenstappen. Om ongemakkelijke situaties te voorkomen, neemt ze nu vaak meteen de lead. ‘Ik heb de tender geschreven, ik ken alle ins en outs.’ Smakelijk vertelt ze over een zakenlunch waar een accountmanager plompverloren vertelde dat hij ook een keer een Chinese vriendin had gehad. ‘Tsja, hij bedoelde het vast goed maar wat moet ik daarmee? Hij wist niet dat ik de directeur was.’
Baas van ADC Nederland
Chou zwaait samen met haar man Gert-Jan de scepter over de succesvolle drukkerij ADC Nederland in Den Bosch, met een miljoenenomzet en 125 man personeel. Het is nu ruim twintig jaar geleden dat ze bij het bedrijf begon. Toen nog een kleine copyshop in het centrum van ‘s-Hertogenbosch. Veel is sindsdien veranderd. ADC is verhuisd en uitgegroeid tot een groot grafisch bedrijf, een flinke speler op de markt en 7 vestigingen waarvan een in Ierland en een in Duitsland. Vorig jaar sleepte het bedrijf nog 3 grote aanbestedingen binnen; het havenbedrijf Rotterdam, TU Eindhoven en de gemeente Eindhoven zijn nu klant. ‘We hebben de afgelopen jaren ook veel bedrijven overgenomen. Kleine mama- en papabedrijven zonder opvolgers, maar ook grotere bedrijven.’
‘Ik kan ook wel bot zijn, zeker als je aan mijn klanten komt’
Het bedrijf is nog lang niet uitgegroeid, de ambities zijn groot, zegt Chou. ‘Ons doel is 50 miljoen omzet. Dat zie ik dus nu als mijn taak en daar ga ik dan voor.’
Ze is van de heldere regels en taken, heeft ze net verteld. Houdt van duidelijkheid. En soms is ze ronduit veeleisend. Of zoals haar beste vriendin het beschreef: ‘Ze is geen strenge directeur, als iedereen maar doet wat ze zegt.’ Ze moet daar hartelijk om lachen. ‘Dat klopt eerlijk gezegd wel. Ik stel hoge eisen en als ik zeg dat iets kan of niet, dan heb ik dat zelf al gecheckt. Ik kan ook wel bot zijn, zeker als je aan mijn klanten komt. Dat is niet alleen mijn boterham, maar de boterham van ons allemaal. Maar ik zeg het ook wanneer ik iets niet weet óf niet begrijp.’
Tornado
En juist haar vragen maakte Yuwong bij vorige werkgevers niet echt geliefd. ‘Ik was soms echt een tornado. Stelde te veel vragen, was te direct. Ik wilde de processen begrijpen, waarom doen we dingen op deze manier? Ik heb echt wel moeten leren, laveren, meebewegen. Tactisch zijn.’
Het kwam haar niet aanwaaien. Na de hts verstuurde ze dik 100 sollicitatiebrieven. ‘Zonder reactie, ik werd niet eens uitgenodigd voor een gesprek. Bij het uitzendbureau kreeg ik het advies om mijn naam te veranderen, maar dat vond ik van de gekke. Die bedrijven konden toch op mijn cv lezen dat ik in Helmond ben geboren. Wat dachten ze dan, dat ik die hts in het Chinees heb gedaan?’
Wie is Yuwong Chou?Yuwong Chou (Helmond, 1970) deed na de middelbare school eerst hotelschool in Tilburg en daarna hts in Eindhoven. Na verschillende banen als binnendienstmedewerker komt ze in dienst bij drukkerij ADC Nederland. Daar is ze sinds nu directeur en mede-eigenaar. In 2021 won ze de Global People Award.Haar eerste baan heeft ze te danken aan een contact in sportschool. Chou was destijds aan het trainen voor een triatlon en raakte in gesprek met een vrouw, die vertelde dat haar man personeel zocht. ‘Ze had me waarschijnlijk zien pushen en heeft gedacht: dát is een harde werker.’ Ze ging op gesprek en kon beginnen bij de binnendienst van een schoenenbedrijf. ‘Ik begreep er niets van in het begin. Werken bij op de afdeling verkoop binnendienst van een bedrijf is toch heel anders dan in het restaurant van mijn ouders.’
Financiele onafhankelijkheid
Vanaf haar negende draaiden Chou en haar broertje – in de avonden en weekenden – mee in het restaurant van haar ouders in Helmond. ‘Dat was voor ons heel normaal. Mijn ouders waren altijd aan het werk, zeven dagen per week.’ Veel geld was er niet thuis. Niet voor speelgoed, niet voor snoep. ‘Ik heb de hele lagere school met dezelfde jas gedaan. En we aten boterhammen met boter. Pas op de lagere school zag ik dat kinderen er ook beleg op deden en begon ik kroepoek te ruilen voor een boterham met pindakaas.’ Haar ouders hadden zelf geen geld en hadden veel moeten lenen om de reis naar Nederland te maken. ‘Dat moest worden terugbetaald en verder ging alles naar familie in China. Mijn ouders hebben allebei vijf, zes broers en zussen – boeren – en die hadden nauwelijks te eten.’ Chou leerde zo op jonge leeftijd al hoe belangrijk financiële onafhankelijkheid was. ‘Mijn moeder zei een keer boos, ik zal een jaar of 9 geweest zijn: ‘Alles wat jij hebt, is van mij.’ Toen dacht ik: ik moet zorgen dat alles maar dan ook alles echt van míj is.’
Verbaal sterk
Niet alleen de strenge ouders maar ook het gepest op de lagere school vormen haar. Sambal bij, Babi Pangang, het waren de bekende scheldwoorden uit haar jeugd. ‘Er waren een paar kinderen die me er dagelijks aan herinnerden dat ik anders was. Op een dag in de vijfde had ik er zo genoeg van dat ik de klas niet meer in wilde.’ Ze verstopte zich. De leerlingen en bezorgde leerkracht zoeken, zonder succes. Na anderhalf uur liep ze de klas toch maar weer in. ‘De leerkracht was ook het schoolhoofd. En hij heeft de klas toen zo streng toegesproken, daarna ben ik nooit meer gepest.’
‘Meisjes tellen in de Chinese cultuur niet echt mee’
Dat was wel een belangrijke les, zegt Chou. Ze moest blijkbaar verbaal sterk zijn om te zorgen dat mensen nooit meer over haar heen zouden lopen. ‘Dat heb ik wel in mijn oren geknoopt.’
Van haar ouders moest ze haar horecapapieren halen zodat ze later in het restaurant kon gaan werken. Maar de jonge Chou zag dat al helemaal niet zitten. Ook omdat ze had gezien dat het ondernemerschap haar ouders té veel had gekost. ‘Mijn moeder had op haar veertigste al overal pijn, maar heeft doorgewerkt tot ze dik in de 60 was. Mijn vader is een paar jaar geleden gestorven, hij had kanker. Hij was uien aan het snijden toen hij voor een operatie naar het ziekenhuis moest. ‘Dat maak ik af als ik terugkom’, zei hij. Hij is niet meer teruggekomen.’
Chou ging op kamers in Tilburg en genoot van haar vrijheid. Haar ouders hadden moeite met die ongehoorzame dochter. ‘Meisjes tellen in de Chinese cultuur niet echt mee en worden uitgehuwelijkt. Dat ging mij niet gebeuren. Ik ben toen heel snel met mijn Nederlandse vriendje getrouwd.’ Ze bleven 10 jaar samen.
Scheiding
Als ze in scheiding ligt en inmiddels is overgestapt naar VNU, wordt haar een baan aangeboden bij ADC Nederland. Directeur Gert-Jan van Roosmalen, die haar leerde kennen toen zij hem de producten van VNU wilde verkopen, was onder de indruk van haar doortastendheid. ‘Het was een heftige periode en heb me toen volledig op m’n werk gestort. Ik heb lange tijd mijn ouders niet durven te vertellen dat ik gescheiden was. Bang dat ze weer een nieuwe huwelijkskandidaat voor me zouden vinden.’ Inmiddels is ze getrouwd met Van Roosmalen. ‘Dat was in het begin natuurlijk ingewikkeld, hij was mijn baas. Maar we houden privé en werk altijd gescheiden. Ik ben ook niet de vrouw ván.’
‘Mijn moeder vertelde me altijd dat ik dom was’
Ze knikt ernstig. ‘Ik heb zelfs verschillende assessments laten afnemen, om te kijken of ik de juiste vrouw op de juiste plek ben. Weet je, mijn moeder vertelde me altijd dat ik dom was. Dat ik niets kon. Dom en lelijk. Dat gevoel zit diep.’ Toen ze wat ouder was, heeft ze het haar moeder op de man af gevraagd: waarom zei ze dat toch altijd? ‘Toen bleek dat ze zichzelf ook dom en lelijk vond, dus haar kinderen moesten dat ook zijn. Mijn moeder heeft zelf maar 2 jaar lagere school gevolgd, dus het was haar eigen onzekerheid die ze op haar kinderen projecteerde.’ Ze heeft het haar niet kwalijk genomen. ‘Weet je, mijn vader en moeder hebben echt hun best gedaan. Ze hebben zo hard gewerkt en gezorgd dat alle kinderen konden studeren.’
Trots
Nu is haar moeder trots op haar succesvolle dochter, die eind vorig jaar de Global People Award voor beste entrepreneur won, een jaarlijkse prijs voor multicultureel talent. ‘Hoe kan dat een dochter van mij zijn?, zei ze. Ineens stond ik in de krant, was ik op de radio. Mijn moeder vindt dat we Nederland moeten bedanken omdat we babi pangang mochten verkopen. Daardoor hebben haar kinderen een betere toekomst gekregen, zonder honger, met een dak boven hun hoofd.’ Lachend: ‘Ik heb gezegd dat ik Rutte wel even zou bellen.’
Of ze zelf geniet van haar succes? ‘Daar ben ik niet zo heel goed in. Natuurlijk ben ik blij met deze erkenning, maar ik heb wel echt getwijfeld of ik mee zou doen. Is zo’n prijs nu echt nodig? Maar ik ben bang van wel. Ik krijg ook veel reacties uit de Chinese gemeenschap, dat vind ik heel mooi.’ Zelf vindt ze diversiteit bij ADC Nederland erg belangrijk. ‘In de breedste zin van het woord. We hebben bijvoorbeeld ook een dove stagiair gehad, mensen met een andere afkomst. Doet iemand zijn werk goed, daar gaat het om. Kan mij afkomst schelen? Zo heb ik een jongen aangenomen die als bootvluchteling uit Vietnam naar Nederland kwam. Hij had de havo afgerond maar sprak nog wel met een accent. ‘Als je nu gewoon hard werkt en goed om je heen kijkt, dan kom je er wel’, zei ik tegen hem. Hij leidt nu – 2 jaar later – de afdeling, waar hij is begonnen. Dat is intuïtie en ik zit er niet vaak naast.’ Maar trots? ‘Trots, dat ben ik niet snel. Ik denk meestal hop, next. Op naar die 50 miljoen.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.