Haar ongewenste kinderloosheid – hoe verdrietig ook – gaf haar vleugels. Nu is Nicole Krabbenborg ceo van kinderopvangorganisatie Kindergarden. ‘Ik heb het meest geleerd van de moeilijke momenten in mijn leven.’
Nicole Krabbenborg is een topvrouw in hart en nieren. Eentje die in een kleine tien jaar het aantal vestigingen van kinderopvangorganisatie Kindergarden verviervoudigde, terwijl ze in de begintijd alle financiële targets schrapte. En oja, ze zorgde er ook nog voor dat haar bedrijf steevast elk jaar in de top-5 eindigt van de great places to work ranglijst. Tegelijkertijd voldoet ze echt totaal niet aan het clichébeeld van de afstandelijke ceo, wat duidelijk wordt tijdens het gesprek in haar kantoor aan de Amsterdamse Herengracht. Ze woonde op een woonboot, durft zich uit te spreken en is ontzettend open.
Althans, tot op zekere hoogte, zegt ze zelf. Bijvoorbeeld over het feit dat ze ongewenst kinderloos is. 'Ik lijk heel open en dat ben ik op zekere hoogte ook wel, maar ik moet dingen eerst zélf verwerken voordat ik er gemakkelijk over kan praten. Ik was ook wel bang dat collega's me anders zouden gaan behandelen of me zielig zouden vinden. En dat wilde ik niet.' Toch praat ze er al langere tijd bewust wel over, ook om andere vrouwen te helpen. 'Ik vind het belangrijk dat jonge vrouwen voor wie hetzelfde geldt, beseffen dat je ook zonder kinderen – terwijl je wél heel graag een gezin wilde vormen – een leven kunt leiden dat er toe doet.'
'Ik moet dingen eerst zélf verwerken'
Die worsteling heeft ze zelf immers meegemaakt. Voor haar de eerste confrontatie met het gegeven dat het leven niet maakbaar is, hoe zeer je er ook je best voor doet. Het was haar partner die haar op een gegeven moment vroeg: 'Willen we kinderen omdat we ze echt willen? Of willen we kinderen omdat we ook hier succesvol in willen zijn?' In de eerste instantie schrikt Krabbenborg van zijn vraag. Ze is dan 40, ze hebben net weer een mislukte ivf-behandeling achter de rug. En tijdens een zeiltocht van Miami naar Key West voelt ze voor het eerst dat het goed is geweest. 'Ik voelde op dat moment verdriet en opluchting door elkaar heen. Het was een last die van me afviel, we konden stoppen met die loodzware behandelingen. En ik kon me gelukkig wel een leven zonder kinderen voorstellen.'
Wie is Nicole Krabbenborg?Nicole Krabbenborg (‘s Hertogenbosch, 1965) studeerde bedrijfskunde in Enschede. Ze start in 1984 haar carrière bij uitzender Content en groeit daar door tot operationeel directeur. Na een sabbatical en een interimklus bij KPN, wordt ze in 2013 directeur van Kindergarden. Naast haar werk was ze toezichthouder bij School's cool en adviseur bij Solviteers. Ze woont samen met haar partner Frank in Amsterdam.
Zondagskind
Tot die tijd had je haar best een zondagskind kunnen noemen. Ze groeit op in Wageningen, met een zus, twee oudere broers en een jonger broertje. Haar moeder is huisvrouw, haar vader bodemkundige. Een fijne jeugd, in een mooie bosrijke omgeving, waar veel huizen nog in aanbouw zijn en de kinderen op straat spelen. Het gezin is hecht, haar broer is nog steeds haar beste vriend. Hun ouders – beiden uit grote boerengezinnen – willen dat alle vijf hun kinderen het beste uit zichzelf halen. Niet alleen de jongens, ook de meisjes. Prima als ze af en toe in alle sloten tegelijk lopen, want vijf kinderen kun je toch niet altijd scherp in de gaten houden. Het heeft zo zijn voordelen, niet het oudste kind zijn, zegt Krabbenborg. Ze mocht fouten maken. En haar eigen koers varen. De vrijheid opzoeken, ook al ging dat soms gepaard met een flinke discussie. 'Mijn vader wilde graag dat ik rechten ging studeren in Nijmegen, maar ik wilde liever op kamers in Enschede om daar hts bedrijfskunde te gaan doen. Waar mijn zus al was afgestudeerd.'
Wat is de belangrijkste les die u van uw ouders heeft geleerd?
'Haal het beste uit jezelf en doe dat voor de maatschappij. Mijn vader zat werkelijk in alle besturen en commissies die je je maar kunt voorstellen. Wat ik natuurlijk toen ook weleens vervelend vond, maar dat heeft ook zijn invloed op mij gehad. Een bijdrage leveren aan de maatschappij vind ik ook heel belangrijk. Plus de vrijheid die ze ons gaven, dat heb ik altijd een heel groot goed gevonden.'