Pan kapot? Dan ging je vroeger naar de ketellapper

10-02-2020

Wat doe je met een oude pan als 'ie kapot is? Een handvat of de knop van een deksel is nog wel te repareren, maar wat als de pan zelf stuk is? In de serie 'Het zit erop': de ketellapper.

 

Oude pannen belanden tegenwoordig vaak bij het vuilnis en worden gerecycled. Onderdelen als kunststof, aluminium en metalen worden weer gebruikt voor andere producten.

Maar de pan die je tegenwoordig weggooit, liet je vroeger door de ketellapper opknappen. Zoals deze ketellappers op de foto uit 1942, die naast het ketellappen ook loodgieterswerkzaamheden deden. Met de bakfiets trokken ze langs de boerderijen in West-Friesland.

Het zit eropVroeger bepaalden ze het straatbeeld, vertrouwde ondernemers als de voddenboer, de schillenboer met zijn paard en wagen of de scharensliep. Zon, regen, wind, barre kou: altijd onderweg om brood op de plank te krijgen. Vaak zijn ze verdwenen zonder dat je het goed en wel door had. Ingehaald door de vooruitgang. De werkzaamheden worden nu machinaal gedaan, of het gebeurt zelfs helemaal niet meer. Of zou het toch...? Forum maakt een serie over de (bijna) verdwenen ambachten. Deel 12: de ketellapper.

Pannenboeter

De ketellapper werd ook wel pannenboeter genoemd, en was een zelfstandig, rondtrekkend ambachtsman. Je kon bij hem terecht voor het ‘oplappen’ van beschadigd keukengerei. Dat deed hij door een lap metaal op de versleten plek in de pot, pan of ketel te solderen. Koperen ketels hadden vanwege de giftige eigenschappen aan de binnenkant een tinnen coating die met tin werd hersteld.

 

Tekst gaat verder na de foto

 

Met de bakfiets en gereedschap trekken deze ketellappers rond op zoek naar reparatiewerkzaamheden
Met de bakfiets en gereedschap trekken deze ketellappers rond op zoek naar reparatiewerkzaamheden
Foto: Joh. Kuiper/ANP

Mooie mannen

Niet alle ketellappers kwamen uit Nederland. Dat blijkt uit een artikel in het Haags weekblad van 1909 waarin de aankomst van Hongaarse zigeuners wordt beschreven: ‘Mooie typen, de mannen met gitzwarte hare en oogen, maken in hun nationaal costuum een goeden indruk, terwijl de vrouwen met hare vlechten, even behoorlijk als goedig eruitzien’. Zij trokken met hun families rond met paard en wagen en sliepen in tenten. Uiteindelijk bleven maar een paar van deze families in Nederland, de meesten emigreerden naar Zuid- en Noord-Amerika.

 

Vloeken als een ketellapper

Inmiddels is het beroep ketellapper verdwenen uit ons land. Wat herinnert ons nog aan dit oude ambacht? In elk geval de 121 personen die de achternaam Ketellapper dragen. En het spreekwoord ‘Vloeken als een ketellapper’, dat wordt gebruikt als iemand vloekend en tierend tekeer gaat.