Niet rechter maar draagvlak bepaalt succes klimaatbeleid

02-07-2015

Het gebeurt – gelukkig – niet vaak dat rechters op de stoel van de wetenschap én de politiek gaan zitten. Wat dat betreft is de uitspraak in de klimaatzaak Urgenda een bijzondere. De rechter heeft namelijk bepaald dat de Nederlandse overheid de broeikasuitstoot in 2020 met zeker 25 procent moet hebben teruggedrongen ten opzichte van het jaar 1990. Want klimaatverandering wordt veroorzaakt door uitstoot en brengt gevaren met zich mee - de overheid zou burgers hier op dit moment onvoldoende tegen beschermen, aldus de rechter.

Dat de CO2-uitstoot wordt teruggebracht om de stijging van de gemiddelde wereldtemperatuur te beperken tot een maximaal van 2 °C, is een goede zaak en geniet brede steun van het bedrijfsleven. Dit betekent dat de wereldwijde CO2-emissie halverwege deze eeuw met 80 tot 95 procent gereduceerd moet zijn. Alle landen in de wereld moeten hier aan bijdragen, want de bijdrage van Nederland aan de mondiale uitstoot is minder dan 0,5 procent, terwijl een kwart uit China komt.

Reductie van CO2-uitstoot is noodzakelijk om klimaatverandering te voorkomen, maar vraagt ook veel van de samenleving. Er zijn hoge kosten en grote inspanningen mee gemoeid. Tempo en maatvoering is uiteindelijk een politieke keuze die gefundeerd moet zijn op brede maatschappelijke steun. Het is daarom belangrijk dat we in deze transitie naar een CO2-arme economie de juiste keuzes maken gebaseerd op een goede balans tussen ecologische-, economische-, en sociale gevolgen. Precies zoals gedaan is in het Energieakkoord voor duurzame groei. Die beleidskeuzes moeten gedragen kunnen worden door verschillende individuele energiegebruikers zoals huishoudens, kleine en grote bedrijven. Alleen dan wordt de transitie naar een klimaatneutrale economie op de langere termijn volgehouden en wordt de CO2-arme samenleving werkelijkheid.