De vlag kan uit: uit nieuwe cijfers van TNO blijkt dat er meer gas onder de Noordzee zit dan tot nu toe bekend was. Nu de kraan bij Groningen een stuk wordt dichtgedraaid, is het des te beter dat onder de Nederlandse bodem weer nieuwe voorraden zijn ontdekt. Nederland hoeft minder gas te importeren en wordt zo minder afhankelijk van buitenlands gas. En dat is goed nieuws voor Nederland en voor de Nederlandse economie. Het is daarom belangrijk dat minister Kamp van Economische Zaken bedrijven die gas willen winnen onder de Noordzee een extra zetje in de rug wil geven.
Het nieuws roept een enigszins voorspelbare Pavlovreactie op bij milieuorganisaties. Nederland zou meer moeten investeren in duurzame vormen van energie, zeggen zij. De reactie suggereert dat dat onvoldoende gebeurt en dat gas zomaar vervangbaar is, maar dat klopt niet. Voor verwarming zijn op korte termijn weinig duurzame alternatieven met voldoende schaal voorhanden. Vooral in de industrie, waar vaak hoge temperatuur warmte noodzakelijk is, is gas nog onmisbaar.
Aan verduurzaming van de energievoorziening moet op tempo worden doorgewerkt, dat staat buiten kijf. Zonne- en windenergie zijn uitstekende toekomstperspectieven, maar nog op te kleine schaal beschikbaar om de Nederlandse industrie draaiende te houden. Aardwarmte en (diepe) geothermie komen eraan. En ook het bedrijfsleven zit niet stil en sleutelt continue aan het energiezuiniger maken van de fabrieken en de producten. Maar de overgang van een hoofdzakelijk op fossiele bronnen gebaseerde energievoorziening naar een overwegend duurzame is ondanks alle goede wil en bedoelingen met veel onzekerheden omkleed. Naar verwachting zal dat dus nog een tijd duren. Het gas onder de Noordzee is daarom een welkome aanwinst.
