Als alpineskiër was Bram van Es ver gekomen. Tot het ineens mis ging

27-06-2017

Plotseling deden zijn benen het even niet meer. Noodgedwongen moest alpineskiër Bram van Es een punt zetten achter zijn sportieve loopbaan. Maar hij kwam terug... als horeca-ondernemer. ‘Ik hoef niet de meeste zaken te hebben, wél de meest bijzondere.’

 

‘Door eerdere valpartijen had ik al langer last van mijn rug. Maar tijdens een reuzenslalom-wedstrijd in Italië in 1993 ging het echt goed mis. Het schoot zo in mijn rug dat ik geen kant meer op kon. Daar lag ik dan. M’n benen deden het niet meer.’

‘Ze hebben me eerst nog geprobeerd op te lappen zonder me te opereren. Moest ik drie maanden stil liggen in bed. Ik mocht niet eens naar de wc. Van m’n conditie was al snel niets meer over. Het was een hel. Maar het ergste was dat het niet hielp: de hernia bleef. Uiteindelijk moest ik alsnog onder het mes.’

 

'De therapie was een hel. En het ergste was dat het niet hielp’

 

‘Na de operatie heb ik alles uit de kast gehaald om weer op mijn oude niveau terug te komen. Maar het niveau van voor de operatie heb ik nooit meer gehaald. M’n rug bleef opspelen. Ik wist me nog terug te vechten tot een positie in de wereldwijde top-150. Maar wat ik ook probeerde: verder kwam ik niet.’

 

Bram van Es tijdens de Nederlandse kampioenschappen in Flachau, 1992
Bram van Es tijdens de Nederlandse kampioenschappen in Flachau, 1992
Foto: Soenar Chamid

‘Toen ik door kreeg dat ik de aansluiting bij de top kon vergeten, was de lol er voor mij snel van af. Ik hield van winnen; het frustreerde me mateloos dat dat er niet meer in zat. Eind 1996 ging ik nog naar Australië voor wedstrijden. Maar ook daar presteerde ik ondermaats. Het jaar ervoor was ik er nog derde geworden, nu zat ik niet eens bij de eerste veertig.’

 

Met 130 kilometer per uur

‘Door de hernia stond ik minder stabiel op m’n ski’s. Niet echt handig als je met een vaartje van zo’n 130 kilometer per uur naar beneden komt zeilen. Toch duurde het nog lang voordat ik durfde toe te geven dat ik beter kon stoppen. Ik was twaalf jaar met niets anders bezig geweest. Het was m’n passie. Zet er dan maar eens een punt achter…’

‘Ik had m’n havodiploma op zak, maar zin om te studeren had ik niet. Dus aan het werk. Skiën vond ik nog steeds leuk. En ik had wat met de horeca. Ik besloot die twee te combineren. Ik gokte dat mensen het wel leuk zouden vinden om een skiclinic te volgen van de Nederlands kampioen.

 

Clinics bij Snowworld

‘Internet was er nog niet. Dus moest ik de bedrijven langs om klanten binnen te halen. Ik had er gelukkig geen moeite mee om een voet tussen de deur te zetten om m’n business te verkopen. Als er interesse was, reserveerde ik bij Snowworld de baan, verzorgde ik daar een clinic en regelden zij het eten en drinken. In de jaren erna heb ik samen met twee compagnons de zaak uitgebouwd. Organiseerden we uiteenlopende evenementen, vaak met een knipoog naar de sport.’

‘Samen met een andere compagnon ben ik Pure-Liner begonnen. In 1996 kochten we een eerste schip, als anders-dan-andere locatie voor zakelijke evenementen. Al snel volgde er nog één. Deze keer met een ligplaats in Düsseldorf, speciaal voor de Duitse markt. De zaken gingen goed. Maar op een gegeven moment was het tijd voor iets nieuws.’

 

Drie horecazaken 

‘Een vriend van me had drie horecazaken in Amsterdam. Hij wilde horeca koppelen met events en vroeg of ik met hem wilde meedoen. Dat was in 2009. Nu hebben we drie prachtige zaken: Caffe Esprit, Vondelpark3 en Strand Zuid, pal naast het RAI-complex. Ik ben de man van de sales en de cijfers, mijn compagnon is meer de creatief, de man van de relaties. We vullen elkaar dus mooi aan.’

 

Kijk, dit doet Bram van Es nu

 

‘Als je ergens mooie concepten kunt neerzetten, is het in Amsterdam: een breed publiek, veel toeristen, Schiphol om de hoek. De combinatie van horeca en events op een A1-locatie werkt. In eerste instantie hebben we ons met Unlimited Label puur gericht op Nederland. Maar we kijken inmiddels ook buiten de landsgrenzen. We hoeven niet de meeste horecazaken te hebben. Maar wél de meest bijzondere.’

 

‘Ik heb in mijn sporttijd leren afzien. Daar heb ik nog steeds profijt van’

 

‘Ik heb in mijn topsporttijd leren afzien. Van die ervaring heb ik nog steeds veel plezier. Zakelijk, maar ook in mijn vrije tijd. Drie jaar geleden heb ik met een aantal vrienden meegedaan aan de Iron Man (serie triatlon-evenementen; red.). Toen merkte ik dat het gevoel van doorgaan er nog steeds in zat.’

 

Resultaat moet meetbaar zijn

‘Ik denk erg in doelen, ben daar ook redelijk zwart-wit in. Ook dat heb ik overgehouden aan mijn topsporttijd. Ik vind dat resultaten meetbaar moeten zijn. Mensen die hier in dienst komen, moeten daar soms aan wennen. Maar ze leren er ook veel van. Als je ergens werkt, is het toch leuk dat je weet waarvoor je het doet?’