Controle is nodig, maar binnengrenzen moeten open blijven

11-02-2016

Nu, onder druk van de vluchtelingenstroom die via Griekenland de EU binnenkomt, ook Nederland heeft besloten weer controles aan de grenzen in te voeren, dreigt het hart van het Europees bestel aangetast te worden. Als de trend wordt doorgezet, gaan landen op eigen houtje en onder eigen voorwaarden de Schengen-afspraken over vrij vervoer van goederen en mensen aan banden leggen.

De grote nood in het Midden-Oosten zorgt ervoor dat niet alleen oorlogsvluchtelingen de weg naar de EU zoeken. Ook economische vluchtelingen proberen zich in de massa op te laten nemen. Steeds meer landen zetten grenscontroles in om vluchtelingen tegen te houden en mensensmokkelaars op te pakken. Afgelopen weekeinde begon ook Nederland controles aan de grenzen met mobiele controleposten van de marechaussee.

Het is nu zaak om maatregel en gevolg in goede balans te houden. Voor ondernemingen in een doorvoerland als Nederland leveren controles niet alleen tijdverlies op, ook wordt miljoenenschade geleden. Brancheorganisatie Transport en Logistiek Nederland heeft er een berekening op los gelaten: als vrachtwagens aan de Nederlandse grens één uur moeten wachten kost dat het bedrijfs­leven 600 tot 700 miljoen euro per jaar.

Als voorzitter van de EU moet het kabinet zich de komende maanden volop inzetten om de controles aan de buitengrenzen van de EU te verbeteren. Als dat goed geregeld is, zal de noodzaak voor grenscontroles binnen Europa niet zo snel aan de orde zijn. Tot zolang is het begrijpelijk dat er binnen de EU steekproeven worden gehouden. Maar voorkomen moet worden dat de vaste grensposten weer terug komen. Daarmee belanden we terug in de lappendeken van regeltjes en formulieren van voor 1985.