Eindelijk een praktische aanpak van bodemsanering

26-03-2015

De sanering van vervuilde bedrijfsterreinen loopt vaak fors in de papieren. Uit cijfers van het Bodemcentrum, dat bedrijven bijstaat bij het vinden van oplossingen voor bodemverontreiniging op hun terreinen, blijkt dat er met dergelijke saneringen gemiddeld zo’n 170.000 euro is gemoeid. Maar er zijn uitschieters bekend van saneringsoperaties die een miljoen euro ver te boven uitgaan. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de ingewikkelde procedures die aan bodemsanering vastzitten. Het zal niet de eerste keer zijn dat een bedrijf er aan onderdoor gaat.

De huidige, vaak belastende praktijk van bodemsanering dreigde nog lang voort te bestaan. Maar op aangeven van staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu hebben overheid en bedrijfsleven in korte tijd alsnog beweging in de zaak weten te krijgen. De Wet bodemverontreiniging gaat in 2018 op in de Omgevingswet. Vooruitlopend op die wet ligt er nu het Convenant bodem en bedrijfsleven 2015. In dat convenant, dat naar verwachting snel kan worden getekend, staan heldere, landelijke afspraken die bedrijven perspectief bieden. Onderdeel van die afspraken is dat de komende jaren alle resterende spoedlocaties (vervuilde locaties waarvoor langer uitstel van sanering niet verantwoord is) worden aangepakt. Bedrijven worden daarbij zoveel mogelijk geholpen.

De regels voor saneringen worden – vooruitlopend op de komst van de Omgevingswet – nu al eenvoudiger. En ondernemers krijgen gemakkelijker en sneller financiële hulp als ze een sanering moeten laten uitvoeren. Last but not least mag het bedrijfsleven gaan meepraten over beleid en uitvoering op het gebied van bodemsanering. De inzet van het convenant is veelbelovend. Nu op naar de uitwerking!