Lodewijk de Waal: 'Over Wet werk en zekerheid is wél goed nagedacht’

23-03-2016

Oud-vakbondsman Lodewijk de Waal is aangesteld als ‘verkenner’ voor seizoens­arbeid in de nieuwe Wet werk en zekerheid. Hij brengt de knelpunten in kaart die de sociale partners ervaren bij de uitwerking in de praktijk. In mei brengt hij verslag uit aan minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ‘Geen paniek, geef de wet de tijd om te beklijven.’

Wat doet een verkenner seizoensarbeid precies?
‘Ik zoek contact met de sociale partners in een aantal sectoren waar seizoensarbeid een belangrijke rol speelt. Ik heb er nu elf in beeld. Binnen de mogelijkheden van de nieuwe wet zoek ik naar oplossingen voor knelpunten die zich voordoen. Sectoren komen daar ook zelf mee. In de land- en tuinbouw hebben de sociale partners bijvoorbeeld afgesproken dat er mag worden afgeweken van de regel dat er zes maanden tussen twee tijdelijke contracten moeten zitten. Waar de onderhandelingen vastlopen, probeer ik de partijen een zetje te geven door uit te leggen hoe de wet precies werkt.’

Hoe ver gaat uw bemoeienis met de wet?
‘Ik beperk me tot de seizoensarbeid. Er is nu veel te doen over de transitievergoeding die werknemers krijgen bij ontslag. De vraag is of dat ook moet gelden voor werknemers die daarvoor twee jaar ziek zijn geweest, en van wie werkgevers het loon hebben doorbetaald. Maar dat ligt buiten mijn opdracht. Natuurlijk heb ik wel de neiging om mij ermee te bemoeien – die neiging heb ik altijd. Ik kom immers ook uit de wereld van de arbeidsverhoudingen.’

U was in 1999 bij de Wet flexibiliteit en zekerheid betrokken. Was dat vergelijkbaar?
‘De Flexwet – flex minder flex, vast minder vast – is in 1996 begonnen met het keukentafelakkoord dat bij mij thuis is gesloten met Niek Jan van Kesteren van VNO-NCW. Dat leidde tot een wetgevingstraject waarbij de sociale partners nauw waren betrokken. De wet is vooraf bekeken door juristen van de overheid, de werkgevers en de vakbonden.’
‘Een van de wijzigingen toen was de verlenging van de periode tussen twee tijdelijke contracten van één naar drie maanden. Ik moet een beetje lachen als ik terugdenk aan de paniek onder werkgevers daarover. In de nieuwe wet is de periode verlengd naar zes maanden. Ik hoor werkgevers nu zeggen dat die drie maanden toch wel ideaal waren. Dat werkt relativerend. Waar het om gaat is dat we een werkbare vorm vinden.’

Gaan de sociale partners elkaar vinden?
‘Als het gaat over de seizoensarbeid zijn beide partijen bereid om na te denken over een oplossing. De bonden zeggen bijvoorbeeld niet: wet is wet. Het is wel lastig als het hele cao-traject stilligt, zoals in de horeca. Als partijen het al niet eens kunnen worden over zaken als de lonen en de pensioenen, hoef je het ook niet te hebben over uitzonderingen in de cao. Ik krijg dan de neiging om partijen bij elkaar te zetten en ze aan het praten te krijgen over gezamenlijke belangen. Maar de cao’s zijn van de werkgevers en de werknemers. Daar moet de minister zich niet inhoudelijk mee bemoeien, en dus ik ook niet.’

Wat vindt u van de kritiek dat de Wet werk en zekerheid niet goed in elkaar zou zitten?
‘Ook naar deze wet hebben deskundigen van de werkgevers, de bonden en de overheid gekeken. Er zijn belangengroepen van advocaten die hun businessmodel zien omvallen en daarom tegen zijn. Daar moeten we ons niks van aantrekken. Juristen zijn net economen: voor elk standpunt kun je wel iemand vinden. Er is ook een groep juristen die vindt dat de wet de tijd moet krijgen om te beklijven. Dat vind ik ook. In mei breng ik verslag uit. Daarna komt minister Asscher eventueel met wijzigingen in de wet. Laten we daar maar eerst eens op wachten.’

Wie is Lodewijk de Waal?
Vanwege zijn slechte cijfers en rebelse gedrag werd Lodewijk de Waal (65) van het gymnasium gestuurd. In 1968 begon hij als kantoorbediende bij RVS Verzekeringen. Vijf jaar later kwam hij in de vakbondswereld terecht. En klom op tot FNV-voorzitter in 1997. Van 2006 tot 2010 was hij directeur van Humanitas. Daarna (in 2008) werd hij op voordracht van de Staat benoemd tot commissaris bij ING. Dat was hij tot 2013. Begin dit jaar werd hij benoemd tot verkenner seizoensarbeid door minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.