Keuzes in wetenschapsbeleid

26-11-2014

Het kabinet gaat duidelijke keuzes maken in zijn wetenschapsbeleid, om de maatschappelijke impact van wetenschap te vergroten. Middelen en energie worden gerichter ingezet, met meer oog voor wetenschappelijke sterkten, maatschappelijke uitdagingen en economische kansen.

Universiteiten gaan zich nog meer profileren dan ze nu al doen en er komt meer ruimte en waardering voor onderzoekers die zich bezig houden met onderwijs en kennistoepassing. De typisch Nederlandse verbinding tussen onderzoek en onderwijs wordt versterkt.

Wetenschappers, universiteiten, hogescholen en het bedrijfsleven gaan samen met maatschappelijke organisaties en betrokken burgers de Nationale Wetenschapsagenda bepalen. Hierin komen de thema's waar de wetenschap zich de komende jaren op moet gaan richten.

De Nationale Wetenschapsagenda zal eens in de zeven jaar een nieuwe invulling krijgen. De KNAW en de NWO gaan iedere vier jaar alle kennisinstituten evalueren. En eens in de twee jaar zal de Balans van de Wetenschap worden opgemaakt, een analyse over het functioneren van het gehele wetenschapsbestel.

Met de Wetenschapsvisie 2025 reageert het kabinet op de toenemende internationale concurrentie, de nieuwe rol van wetenschappers en grote maatschappelijke uitdagingen. Zo kan de Nederlandse wetenschap van wereldformaat blijven, meer verbonden met de maatschappij en het bedrijfsleven en wordt zij een broedplaats voor talent.