Maak terugkeer in de schoolbanken aantrekkelijker

06-11-2014

Als de Nederlandse economie de tand des tijds wil doorstaan, moet er wel voortdurend bijgeleerd worden. Daar schort het al jaren aan in Nederland. Daarom is het goed dat het kabinet het onderwijs aantrekkelijker wil maken voor werknemers.

In Nederland besteedt een werknemer tijdens zijn werkzame leven zo'n 0,6 jaar aan formele en niet formele scholing. Dat is iets boven de helft van het Europees gemiddelde. Verder wordt relatief weinig geïnvesteerd in scholing die leidt tot formele kwalificaties. Werknemers doen vooral korte trainingen gericht op de huidige werkzaamheden. Minder dan de helft van de werkenden die scholing heeft gevolgd, verwacht dat deze ook bruikbaar is als zij gaan werken in een andere branche. Combineer dat met de aanbodgerichte wijze van werken die veel onderwijsinstellingen hebben en het mag duidelijk zijn dat er nog veel te winnen valt.

Een onderzoekscommissie onder leiding van voormalig SER-voorzitter Rinnooy Kan, deed eerder dit jaar aanbevelingen om het onderwijssysteem voor werkenden flexibeler en meer toegepast op de praktijk te krijgen. Het kabinet neemt een groot aantal van die aanbevelingen over. Door bijvoorbeeld in een aantal sectoren vouchers te geven die ingewisseld kunnen worden voor onderwijs, kan het onderwijs beter aansluiten op de vraag van werkenden en werkgevers. Verder moet er iets gedaan worden om er voor te zorgen dat werknemers al hun kwalificaties formeel bevestigd zien, zodat ze er ook iets aan hebben als ze bij een andere werkgever of in een andere sector aan de slag willen.

De initiatieven moeten goed bestudeerd worden, zodat geleerd kan worden van de successen en missers. Dan krijgt Nederland een Leereconomie waarbij pieken en dalen in werkgelegenheid effectief opgevangen kunnen worden omdat werknemers van de ene sector kunnen overstappen naar de andere. Dat is goed voor de werknemers, de werkgevers en de economie.