Vrijhandelsverdragen: arbitrage is geen duivels instrument

01-12-2014

In het NRC van 20 november 2014 stapelen vier vertegenwoordigers van ngo's onterechte angstbeelden op over de handelsverdragen van de EU met Canada en de VS. Zij uiten zorgen over de arbitragevoorziening bij geschillen tussen een investeerder en het gastland, het zogenoemde Investor to State Dispute Settlement (ISDS). Dit is echter hard nodig als investeringsbescherming en vormt een belangrijk onderdeel van een goed internationaal investeringsstelsel.

ISDS kan buitenlandse investeerders beschermen tegen willekeur van gastoverheden en niet?onafhankelijke rechtbanken. Hiertegenover staan investeerders vaak machteloos. ISDS biedt bedrijven een neutrale internationale arbitragemogelijkheid bij internationale organisaties als de VN en de Wereldbank.

Het publieke debat zet deze feiten echter op zijn kop. Zij karikaturiseren ISDS als een duivels instrument voor bedrijven om overheden te beletten het algemeen belang na te streven.

De totale wereldvoorraad aan buitenlandse investeringen is nu ongeveer 26.000 miljard dollar. ISDS is opgenomen in veel investeringsakkoorden. In 50 jaar zijn er 568 bekende ISDS-zaken geweest. 274 daarvan zijn beslist. 43 procent werd beslist in het voordeel van overheden, 26 procent werd geschikt. En 31 procent, dus ongeveer 85 zaken, werd beslist in het voordeel van bedrijven. We praten dus over wereldwijd 85 zaken in 50 jaar, gerelateerd aan 26.000 miljard dollar.

Verreweg de meeste zaken leidden niet tot maatschappelijke discussie. Ook de ervaringen met NAFTA, het handelsverdrag tussen de VS, Canada en Mexico, zijn positief. In meer dan 20 jaar waren er 35 zaken. Daarin werd rond de 157 miljoen dollar schadevergoeding betaald, terwijl investeringen in Canada met 310 miljard dollar stegen. Tel uit je winst in economische groei en banen. De campagne tegen ISDS is buiten proportie.

Niet dat het systeem niet verbeterd kan worden. Er wordt dan ook al gekeken naar aspecten als de transparantie, de relatie tussen investeringsbescherming en beleidsruimte voor gastlanden, een beroepsmogelijkheid, een herziene gedragscode voor arbiters, strakkere termijnen en betere handhaving van uitspraken. Deze discussie moet rationeel en feitelijk worden gevoerd. Het bedrijfsleven is bezig om aan dit debat bij te dragen.

W. Quaedvlieg,
Secretaris Internationale Economische Zaken VNO-NCW