Het Verbond van Nederlandse Handelsagenten en Importeurs (VNHI) behartigt de belangen van Nederlandse handelsagenten, importeurs en distributeurs in de Benelux. Voorzitter Peter Lommers vertelt.
Wat is er te vertellen over de branche en branchevereniging?
‘Onze branchevereniging is ruim 100 jaar geleden opgericht, toen Nederlandse handelsagenten die door Europa gingen reizen zich wilden verenigen. Een later doel was de wettelijke bescherming van de handelsagent, die niet eenduidig was vastgelegd in Europa. Nu kun je terugvallen op Europese richtlijnen voor een vergoeding voor als je principaal, je opdrachtgever, het contract verbreekt.
Het VNHI biedt zijn leden kennis, commerciële en juridische hulp en het brengt bedrijven die agenturen of vertegenwoordigingen zoeken in contact met onze leden en omgekeerd. Verder organiseert onze vereniging (netwerk)bijeenkomsten en behartigen we de belangen van leden op nationaal en internationaal niveau. Behalve individuele leden zijn er ook brancheverenigingen lid, in bijvoorbeeld sectoren als textiel, schoenen en papier.’
Hoe lang bent u al voorzitter en wat is uw achtergrond?
‘Ik ben nu ongeveer vijf jaar voorzitter van het VNHI. Na een opleiding aan de hts, Nyenrode en een Amerikaanse universiteit werkte ik lang als salesmanager bij Philips. Sinds 1989 ben ik directeur van diverse agenturen voor technische producten, onder meer voor Airbus en BASF. Het voorzitterschap voor het VNHI doe ik parttime erbij.’
Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?
‘Afgelopen jaar speelde de vraag of de vrijstellingsverordening voor een agentuurovereenkomst gehandhaafd blijft. Die stelt afspraken tussen leveranciers en distributeurs onder bepaalde voorwaarden vrij van het kartelverbod. Deze verordening zou volgens gemaakte afspraken binnen de EU de vrije handel belemmeren. Als 600.000 handelsagenten zo hun brood verdienen in Europa, moet je daar serieus naar kijken.
Er is een heel goede reden waarom een agentschap kan bestaan. Handelsagenten bedienen middelgrote en kleinere bedrijven die zich geen salesorganisatie in een ander land kunnen veroorloven. Ook grote bedrijven maken gebruik van handelsagenten voor deelgebieden of speciale marktsegmenten. Voor fabrikanten is het voordeel dat wij Nederlandse specificaties en de Nederlandse mentaliteit kennen.
Mede door onze juridische inbreng bij onze internationale koepel IUCAB, is de EU-richtlijn voor agentuurovereenkomsten verlengd tot 2034. En dus heeft de handelsagent zeker tot die tijd wettelijke bescherming in heel de EU. Verder hebben we te maken met prijsstijgingen van energie, materiaal en vervoer vanwege de oorlog in Oekraïne.’
Wat zijn belangrijke lobbypunten?
‘Behalve voor de richtlijn voor agentuurovereenkomsten lobbyen we bij de overheid voor onder meer subsidieregelingen. Tijdens de coronapandemie waren de spelregels voor voorraadhoudende handelsagenten moeilijk, omdat ze niet voor subsidie en andere regelingen in aanmerking kwamen.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branche?
‘De branche is noodzakelijk voor de economie. De handelsagent is als kleine zelfstandige flexibel en gedreven en bouwt over vele jaren relaties op. Verder heeft een agent inhoudelijke kennis van de markten en producten. Gelukkig is heel Europa na de coronapandemie weer gaan handelen, en maakt daarbij gebruik van handelsagenten en importeurs.’
Hoe ziet u de toekomst van de branchevereniging in het algemeen?
‘Brancheverenigingen hebben afhankelijk van hun discipline meer of minder toegevoegde waarde voor hun leden. De wereld wordt steeds complexer en de regeldruk wordt steeds groter. Dan zijn er specialisten nodig die de zelfstandige ondernemer helpt op tal van terreinen. Tegelijkertijd zien veel ondernemers het nut van het collectief niet meer, en dat is jammer.’
Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?
‘Bij MKB-Nederland verwachten wij een vraagbaak te vinden voor diverse thema’s die de ondernemer aangaan. We zijn te klein om leden over alles te kunnen informeren.’
Met welke branchedirecteur zou u wel eens een dag willen ruilen?
‘Dat moet passen voor mij persoonlijk. Ik heb niets met een vereniging van bijvoorbeeld tandartsassistenten. Als ik naar de leden van MKB-Nederland kijk, dan is het met mijn interesses lastig om iets gemeenschappelijks te vinden.’
