Arie Oppewal: ‘Boos worden geeft te veel negatieve energie’

28-11-2023

Baldadigheid van twee tieners leidde tot het afbranden van zijn eetcafé. Dat is tot daaraan toe, maar waarom moet ondernemer Arie Oppewal zo lang wachten op een bouwvergunning? ‘Soms denk ik: ambtenaren weten zelf niet wat de regels zijn’

 

Nog geen paal is in de grond geslagen in het Drentse Zuidlaren, op de plek waar 2,5 jaar geleden eetcafé-pizzeria De Rooie Kater afbrandde. Ja, de bouwvergunning is aangevraagd en eigenaar Arie Oppewal heeft al lang de bouwtekeningen en -plannen ingeleverd. Het wachten is op de gemeente voor groen licht, maar hij wacht wel héél lang nu. ‘Volgens mij verdwijnen mijn documenten allemaal in een grote la op het gemeentehuis.’

Maar eerst terug naar die brand, in mei 2021. Midden in coronatijd. Op die bewuste dag is Oppewal aan het werk in zijn tweede restaurant in Eelde – zijn derde eetcafé staat in Beilen – als hij wordt gebeld door een medewerker. ‘Die zegt: je zaak in Zuidlaren staat in de hens. Mijn eerste reactie is ongeloof. Kan niet. Maar die medewerker stuurde me een filmpje door dat hij had gespot op sociale media. Daar zag je het restaurant in vlammen opgaan.’

De ondernemer stapt – hardgrondig vloekend – in de auto en scheurt er in elf minuten heen. Eenmaal ter plekke ‘is het al gebeurd’ en kijkt Oppewal naar een zwartgeblakerd pand dat ooit De Rooie Kater was. ‘Nee, ik heb niet gehuild – ik ben niet iemand die dat gauw doet – maar een brok in mijn keel kreeg ik wel.’

De tegenslag van...Wat doet het met je als ondernemer als alles in het leven ineens tegenzit? Een faillissement, je compagnon overlijdt, je raakt ernstig ziek. In een korte serie vertellen ondernemers openhartig over hun tegenslag en hoe zij er weer bovenop probeerden te komen.

Werkstraf

In de auto weet Oppewal eigenlijk al wie de aanstichters zijn van de brand. ‘Ik had al een paar keer hangjongeren zien chillen op mijn terras.’ Hij heeft gelijk: de daders blijken twee jongens van 16 en 18 jaar. ‘Een van hen heeft een tijdje bij me gewerkt.’

De tieners staken een fikkie onder de overkapping, waar houten tafels en stoelen stonden. Die vatten vlam en die sloeg over naar het restaurant. De jonge brandstichters kregen werkstraffen van 60 en 80 uur. ‘Nee, ik ben niet boos op ze. Ik denk niet dat ze mijn zaak expres in brand hebben gestoken. Het was een ongeluk, voortgekomen uit baldadigheid.’ Wat Oppewal wel steekt, is dat zijn oud-medewerker nooit sorry heeft gezegd. Sterker nog: ‘Een jaar na de brand belt die jongen me op, out of the blue, en zegt: ik heb voor jou gewerkt, kun je mij een jaaropgave sturen. Onvoorstelbaar, het léf. Ik zei: sorry, maar die jaaropgave is in vlammen opgegaan.’

 

'Mijn eerste reactie is ongeloof'

 

Oude meuk

Wat er nog meer is verdwenen? ‘De zaak stond vol oude meuk, net als in mijn andere restaurants.’ Gietijzeren emmers, ouderwetse radio’s, antieke klokken, een blaasbalg, een trompet. ‘Er hingen oude schilderijen. Ik had veel emaille reclameborden, mooi en echt wel duur. Voor zo’n bordje van Douwe Egberts betaal je al gauw 400 euro. Daarvoor struin ik vlooienmarkten af, kijk op Marktplaats. Er stond een ouderwetse strontkar voor de deur, waarmee boeren vroeger mest verspreidden op het land. Je hebt dat spul niet allemaal zo wéér hè. Alles wat daar stond, heb ik in de loop der jaren verzameld. Dat krijg ik niet meer terug. Dat vind ik heel erg, ja. Maar goed, het belangrijkste is om de zaak op te bouwen en goed achter te laten voor mijn kinderen. Mijn dochter werkt hier als bedrijfsleider, mijn zoon als chef-kok. Zij nemen het later over.’

 

Stikstofwet

De verzekering is gelukkig snel rond. De schade wordt geschat op negen ton en dat bedrag krijgt de ondernemer uitgekeerd als hij begint met bouwen. Speaking of which… hoe zit het daarmee? Oppewal steekt een sigaret op. ‘Sowieso zijn pas een jaar geleden de sloopwerkzaamheden afgerond. In de tussentijd heb ik alles aangeleverd wat de gemeente zei nodig te hebben. Maar er wordt altijd iets veranderd. Dan begint voor mij het hele circus van voor af aan.’

Zo wilde de ondernemer op de bovenverdieping van zijn nieuwe restaurant een Bed & Dinner maken. ‘Eerst prakken, dan pitten. De bouwtekeningen lagen al een jaar bij de gemeente, zeggen de ambtenaren ineens dat er een wijziging in het bestemmingsplan is gekomen: ik kon niet meer boven bouwen en of ik nieuwe tekeningen kon maken.’

Nog niet zo lang geleden moest Oppewal nog doorgeven hoeveel geluidshinder de nieuwe zaak zou geven. En oja, of hij ook een ondernemingsplan kon toevoegen? ‘Dan denk ik: hè, hadden jullie dat niet al meteen, aan het begin, aan me kunnen vragen?’

Verder moet de ondernemer vanwege de stikstofwet een berekening maken van alle uitstoot die vrijkomt tijdens de bouw. ‘Kost ook weer 3.500 euro. Alles kost geld, je moet altijd derde partijen inhuren om aan de voorwaarden van de gemeente te kunnen voldoen.’

Maar, even duimen, nu is het volgens Oppewal bijna zover. Nog één rapport te gaan. Alle nieuwbouw moet voldoen aan de duurzame eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG), en een extern bureau stelt nu een verslag op. ‘Als ik dat naar de gemeente stuur, ontvang ik de bouwvergunning.’

 

'Gefrustreerd zijn geeft alleen maar negatievere energie'

 

De vinger

Oppewal is teleurgesteld in de gemeente. ‘Ik dacht altijd dat die een adviserende functie had. Dat je als ondernemer zegt: ik wil bouwen, en dat de gemeente zegt: oké, dan heb je dat, dat en dat nodig. Nu denk ik dat de ambtenaren hier zelf ook niet precies weten wat alle regels rondom ruimtelijke ordening inhouden.’ In het verleden is Oppewal een paar keer woest geworden. ‘Tijdens een gesprek met de wethouder zei ik dat hij geen spijkers met koppen sloeg. Die gaf ik de vinger. Ik was furieus, maar ik had dat niet moeten doen. Met stroop vang je vliegen, niet met azijn. En wat schiet je ermee op? Gefrustreerd zijn geeft alleen maar negatieve energie.’

Hij steekt nog een peuk op. ‘Zonder mijn twee zaken erbij had ik het spul in Zuidlaren al lang moeten verkopen. Daar heb ik nu al 2,5 jaar geen inkomsten van. Terwijl het liep als een tierelier.’

Met de wijsheid van nu, wat zou Oppewal anders aanpakken? ‘Ik heb het logge systeem van ambtenaren onderschat. Misschien had ik er vanaf het begin dichter op moeten zitten, het minder op zijn beloop moeten laten. Maar weet je, twee andere zaken moesten na corona worden opgestart. Dan ben je zo weer een paar maanden verder.’ Hij mijmert: ‘Ik had de zaak misschien beter kunnen verbouwen, een paar muurtjes laten staan, dan zijn er minder regels.’

Oppewal is er méér dan klaar voor. ‘Ik heb veel nieuwe ouwe meuk gekocht, mijn zolder staat vol, in mijn schuur van 100 vierkante meter kan niks bij. Als straks die zaak in Zuidlaren opengaat, heb ik weer een leeg huis. Een mooi vooruitzicht.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.