Het Innovatie Attaché Netwerk: Japan

11-04-2023

Het Innovatie Attaché Netwerk (IA-netwerk) van de Nederlandse overheid ondersteunt en stimuleert internationale samenwerking tussen bedrijven, onderzoeksinstituten en overheden op het gebied van innovatie, technologie en wetenschap. In deze serie vertellen de innovatieattachés over hun werk. Dit keer Eric van Kooij en Takeshi Murakami, standplaats Tokyo, Japan.

 

Hoe kijkt Japan aan tegen samenwerking met Nederland?

Van Kooij: ‘De banden tussen de twee landen zijn ruim 4 eeuwen oud en ook nu nog heel goed. Op dit moment zijn er meer dan 700 Japanse bedrijven die vestigingen hebben in Nederland. En meer dan 150 Nederlandse bedrijven zijn actief in Japan.’

Murakami: ‘Op innovatiegebied vullen beide landen elkaar aan: Japanse ingenieurs hebben veel kennis en zijn technologisch heel goed onderlegd, Nederlanders zijn creatief en kleuren buiten de lijntjes. Japanse bedrijven zien Nederland als een land waarmee ze makkelijk kunnen communiceren, omdat het open en uitnodigend is. Nederland vormt dan ook vaak een bruggenhoofd naar de rest van Europa.’

 

Welke trends ziet u op innovatievlak in Japan?

Van Kooij: ‘Japan is een technologisch powerhouse dat 3,5 procent van het bbp besteedt aan R&D, tegen 2,3 procent in Nederland. Daarvan is maar een kwart publiek geld, de rest komt van het bedrijfsleven. Dat maakt het land voor Nederland vanuit technologie- en innovatieperspectief zeer interessant.

Er staan drie onderwerpen bovenaan de Japanse innovatieagenda. Het eerste is de groene transformatie, die ze hier GX noemen. Dat gaat over duurzaamheid en de energietransitie. Dan heb je DX, de digitale transitie, rond kunstmatige intelligentie, robotica, het internet of things, big data en 6G. Sinds een jaar of 3, 4 is daar economische veiligheid bijgekomen: het behoud van strategische autonomie en technologisch leiderschap.

Op het gebied van DX zijn halfgeleiders het belangrijkste onderwerp, want chips spelen een rol bij bijna alles wat we doen. Daarbij zijn gerelateerde onderwerpen zoals kwantum en fotonica van groot belang. Bij GX staat vooral waterstof centraal, daar werkt Takeshi aan. Met onze collega’s van handel werken we ook aan offshore wind en geothermie. En Japan kijkt behalve naar hernieuwbare energie ook naar energie-efficiëntie.’

 

Waar zijn de beleidsplannen van de overheid op gericht?

Van Kooij: ‘De Japanse overheid streeft naar vermindering van de uitstoot van broeikasgassen tot netto nul in 2050 en investeert daar fors in. In hun beleidsplannen richten ze zich op consumenten, transport, de industrie en de energiesector. Bijvoorbeeld met elektrificatie, waterstof en technologieën voor koolstofrecycling.’

 

Wat zijn de raakvlakken met Nederland?

Van Kooij: ‘Nederland en Japan zitten op het gebied van duurzame energie en waterstof in een vergelijkbare situatie. Beide hebben niet genoeg hernieuwbare energie, zodat ze die moeten importeren. Daarom kunnen we samen een importplan ontwikkelen en ook aan de techniek werken. Nederland heeft bijvoorbeeld veel expertise op het gebied van waterstof en offshore wind. Op het gebied van halfgeleiders zijn Nederland en Japan samen met de VS de enige landen in de wereld die kennis over de hele waardeketen hebben.’

Murakami: ‘Voor innovatie is Silicon Valley een sterke speler met veel geld en daarom veel hype. Het is niet altijd makkelijk om daarmee samen te werken. We zien hier Nederland als een vriendelijke partner met een realistische benadering en veel support voor innovatie. Zo focust TNO meer op innovatie met een maatschappelijke impact.’

 

Waar liggen de kansen?

Van Kooij: ‘Vooral rond de eerdergenoemde technologieën. Japan is daarnaast ook een land met een kleiner wordende bevolking. Daarom worden ook life sciences & health steeds belangrijker. Op innovatiegebied gaat het dan vooral om regeneratieve geneeskunde. En ten slotte is ook de auto-industrie interessant, met innovaties rond elektrische en zelfrijdende voertuigen en misschien in de nabije toekomst zelfs vliegende auto’s. Met onze collega’s van landbouw kijken we naar de toepassing van AI en robotica in de land- en tuinbouw.

Naast grote namen als Mitsubishi, Sony en Toshiba zijn er natuurlijk ook veel kleine en middelgrote hightechondernemingen die hen ondersteunen. Wij leggen contacten met Nederlandse en Japanse bedrijven, onderzoeksinstituten en universiteiten en proberen onderlinge samenwerking op gang te krijgen. We krijgen veel vragen van individuele organisaties die in contact willen komen met hun tegenhangers hier in Japan. Dat proberen we dan zoveel mogelijk te faciliteren. Maar we organiseren ook allerlei activiteiten waar deze mensen elkaar kunnen ontmoeten. Ons werk noem ik altijd van contacten naar contracten.’

 

Wat heeft de recente handelsmissie opgeleverd?

Van Kooij: ‘De handelsmissie met minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen stond in het teken van de energietransitie. Daaraan deden 75 mensen van 50 organisaties mee. Nederland had 2 paviljoens op de Smart Energy Week Expo, over waterstof en offshore wind. Er was bijvoorbeeld een bezoek aan Chiyoda, een bedrijf dat waterstof in vloeibare vorm opslaat en transporteert door het te binden aan tolueen. Bij de bezoeken en seminars ontstonden levendige discussies. Dat wijst op veel interesse.’

Murakami: ‘Het is te vroeg om al namen te noemen, maar er zijn veel contacten gelegd en eerste stappen gezet op weg naar samenwerking. In dat opzicht was de missie zeker een succes. Maar het heeft ook tijd nodig. In Japan moet je eerst bouwen aan een relatie om elkaar te vertrouwen, elkaars technologie te begrijpen voordat je begint met zakendoen.’