De buitenlandse post: Turkije

Ambassades zijn de steun en toeverlaat van Nederlandse ondernemers in het buitenland. In deze serie portretteren we er enkele. Dit keer is het woord aan Helene Rekkers, hoofd van de economische afdeling bij de Nederlandse ambassade in Turkije.

Hoe zit de Nederlandse vertegenwoordiging in Turkije in elkaar?

‘We hebben twee vertegenwoordigingen, de ambassade in Ankara en het consulaat-generaal in Istanbul. In totaal zijn er ongeveer 100 medewerkers. Ik leid de economische teams, bestaande uit twaalf medewerkers, in beide plaatsen. Een deel van de medewerkers houdt zich bezig met het aantrekken van Turkse investeringen in Nederland. De andere collega’s richten zich op handelsbevordering en innovatiesamenwerking.

Wij analyseren de economische ontwikkelingen in Turkije en informeren en ondersteunen Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen die hier actief zijn of willen worden. Onlangs werd bijvoorbeeld een Nederlands bedrijf gesommeerd een exportzone te verlaten, omdat het onvoldoende activiteiten ontplooide. Dan treden wij in overleg met de Turkse autoriteiten.’

Wat zijn de belangrijkste thema’s?

‘Om te beginnen klimaatactie en energiezekerheid. Beide onderwerpen stonden op de agenda bij de Wittenburgconferentie die op 8 juni plaatsvond in Ankara. Dat is een Nederlands-Turkse bijeenkomst die om en om in Nederland en Turkije wordt gehouden. Beide ministers van Buitenlandse Zaken zijn hier altijd bij aanwezig en er wordt gesproken over sociale, economische, culturele en veiligheidsthema’s. De eerste editie was in 2008 in kasteel De Wittenburg in Wassenaar; vandaar de naam.

Turkije heeft pas vorig jaar het Verdrag van Parijs geratificeerd. Het land heeft dus een inhaalslag te maken en is zeer geïnteresseerd in de Nederlandse klimaatinspanningen. Ook de interesse in circulariteit groeit. Op 9 juni organiseerden wij daarom samen met brancheorganisatie Modint en haar Turkse counterpart een webinar over de kansen van circulair textiel, de relevante wetgeving en de mogelijkheden tot samenwerking op dit gebied. Een ander belangrijk onderwerp is digitalisering. Momenteel doen wij een grote marktstudie naar digitalisering in de maakindustrie in Turkije.’

Hoe gaat het met de Turkse economie?

‘Helaas niet zo goed. De inflatie is zeer hoog: afgelopen mei 73,5 procent op jaarbasis. Hierdoor verslechtert het investeringsklimaat. Anderzijds is Turkije door de devaluatie van de lira nog steeds wel goedkoper dan veel EU-landen. Voor de export is dit relatief gunstig, hoewel het gehele bedrijfsleven last heeft van de immense prijsstijgingen. Een veelgehoorde klacht is dat de regering een onconventioneel economisch beleid voert. Het Turkse verhaal is: alle landen hebben te maken met inflatie, dit is een tijdelijke situatie, we moeten het uitzitten. Verhoging van de rente – de normale economische reactie op inflatie van deze omvang – blijft dus uit.’

Aan welke Nederlandse bedrijven heeft Turkije behoefte?

‘Uit Nederland importeert Turkije vooral halffabricaten en machines. Doel hiervan is om de eigen productie verder te ontwikkelen. Ook staat Nederland bekend om de landbouw-, textiel- en watersector. Op dit moment zijn er hier drieduizend bedrijven gevestigd die geheel of gedeeltelijk Nederlands zijn. Dat is dus best veel. Een paar jaar geleden bleek uit gezamenlijk onderzoek met de RVO dat persoonlijke contacten voor verreweg de meeste Nederlandse bedrijven de doorslag gaven om actief te worden in Turkije. Bijvoorbeeld omdat zij een Turkse medewerker hadden of omdat ze al zakendeden met bedrijven met een Turkse achtergrond.’

Heeft u advies voor ondernemers die de sprong willen wagen?

‘Lang niet alle Turken spreken goed Engels en Turks is een verschrikkelijk moeilijke taal. Een lokale partner inschakelen, helpt om die taalbarrière te doorbreken. Bedenk ook dat men hier graag eerst een relatie opbouwt voordat er afspraken worden gemaakt – en dat kost tijd. Verder zijn de Turken trots op hun flexibiliteit, maar die kan soms omslaan in onvoorspelbaarheid. Dat betekent dat zaken op het laatste moment nog kunnen wijzigen. Al met al is het verstandig advies te vragen aan een van de vele Nederlandse bedrijven die al zakendoen in Turkije, de website van de RVO te checken waar ook do’s & don’ts op staan, of contact op te nemen met NLinBusiness, dat beschikt over een hub in Istanbul. En naar ons toe te komen natuurlijk.’