Deutschland über alles?

23-04-2015

Jarenlang had geen Nederlandse ondernemer er oog voor. Maar ineens bleek Duitsland hot. In de grensregio aast een beetje ondernemer nu op een plek net na het bordje 'Wilkommen in Deutschland'. Aber warum?
Winschoten, gemeente Oldambt, provincie Groningen, naast de Duitse grens. ‘Dat is mien laand, mien Hoogelaand’, zong zanger Ede Staal melancholiek over zijn vlakke land. En vlak is het. Met lage huisjes, kleine kerkjes grote herenboerderijen en een Kinderwagenmuseum als één van de attracties in de buurt (in een fraai buitenhuis gevestigd overigens). Ook de plek waar De Blauwe Stad werd aangelegd, een groots wonen-aan-het-water-project dat wegens gebrek aan belangstelling fors gedowngraded is. En het is een gemeente waar de bedrijven zich niets aantrekken van de grens. Met kalfsnuchterheid zoeken lokale ondernemers hun klantenkring over de grens.

 

Groningen is verder weg dan Duitsland 
'Ik zal het je uitleggen', zegt Having Steenhuis amicaal. Bij de algemeen directeur van Steenhuis Recycling en de vierde generatie in het bedrijf, geen spoor van de stugheid die Groningers zouden hebben. 'Wij zitten op 20 kilometer van de grens. De stad Groningen is verder weg dan Duitsland. Net als zoveel andere bedrijven hebben we een denkbeeldige cirkel rond ons bedrijf getrokken waarin we ons voornaamste werkgebied zien. Voor ons is dat er een van 100, 150 kilometer. Nou, dan zit je al snel in Duitsland.'
Duitsers of Nederlanders, het maakt Steenhuis niet veel uit wie zijn partners zijn. ‘Duitsers zijn leuke mensen’, zegt hij. ‘Ik kan er goed mee communiceren. Ze vergen soms een wat andere aanpak, maar we zijn allemaal mensen, toch? Afgezien van af en toe wat spraakverwarring, heb ik nooit complicaties ervaren. Je ziet aan iemand ook gauw genoeg of hij je begrijpt. Daarom moet ik trouwens ook niet veel hebben van werken via e-mail. Ik ga liever naar iemand toe.’ Er zijn wel kleine verschillen, zegt Steenhuis: ‘Duitsers werken het liefst met Duitsers, daarin zijn ze wat chauvinistisch. Ze praten ook het liefst Duits. Nou dat kan, wij spreken hier op het bedrijf allemaal goed Duits. Maar aan het einde van de rit willen ze gewoon dat je je afspraken nakomt en ze kijken wat hen het meeste oplevert. Dan zijn wij vaak net iets goedkoper dan de Duitse concurrent.’

 

Alles besser

Groninger ondernemers zijn tegenwoordig in de meerderheid op de maandelijkse gespreksdag van de Nederlandse en Duitse Kamers van Koophandel op het kantoor van de Eems Dollard Regio in Nieuweschans. Normaal gesproken gaat de interesse van Duitse en Nederlandse ondernemers voor elkaars markt gelijk op, maar de laatste maanden zijn de Nederlanders veruit in de meerderheid. Nog maar één op de tien deelnemers is Duits. De oplevende Duitse economie trekt. In eerste instantie zoeken bedrijven werk uit Duitsland. Maar er zijn er ook die zich in Duitsland willen vestigen.
‘Voertuigen, personeel, grond, bedrijfspanden, het is allemaal goedkoper dan in Nederland’, zegt Pascal Spijker. Hij heeft een transport- en koeriersbedrijf en wil over de grens uitbreiden. ‘Ik heb de indruk dat voor onze activiteiten een markt is in Noord-Duitsland. Er zijn daar nauwelijks koeriersbedrijven, dat wordt vooral gedaan door taxibedrijven.’
‘In Nederland loont dit werk bijna niet meer’, verzucht Spijker. ‘Je kunt je afvragen waarom de Duitse economie het wel goed doet en de Nederlandse niet. In Nederland wordt ondernemen wel erg moeilijk gemaakt. Nu moet ik Duitsers papieren faxen dat mijn chauffeurs tenminste het Duitse minimumloon verdienen. Dat is wat gedoe, maar er valt iets voor te zeggen. Daar wordt iets gedaan om de eigen economie te beschermen. In Nederland moet alles maar kunnen. Een beetje bescherming zou niet gek zijn, zoals het nu gaat kan het niet’.

 

Volksverhuizing
De gemeente Oldambt is heel actief om ondernemers te helpen bij het betreden van de Duitse markt. Samen met de nabijgelegen gemeente Vlagtwedde, de Duitse gemeente Leer en de Duitse Industrie- und Handelskammer für Ostfriesland und Papenburg zit ze in het Eems Dollard Business Forum (EDBF). ‘Het is een handelsplatform, geen beleidsmatig iets’, zegt Marcel Blekkenhorst van de gemeente Oldambt. ‘Nu is werken in Duitsland hot, met veel aandacht voor werknemers. Dan moet er ook aandacht zijn voor ondernemers. Wij willen natuurlijk dat bedrijven die hier gevestigd zijn, dáár handel vinden. Het is niet onze bedoeling dat er een volksverhuizing ontstaat vanuit Groningen naar Duitsland.’
Dat interpreteert Pascal Spijker toch anders. Hij wil een expeditiecentrum opzetten in Duitsland om zijn bedrijf van daaruit uit te bouwen met routes naar naar Denemarken en Zweden. ‘Ik vraag me eerlijk gezegd wel af waarom de gemeente Oldambt zo actief is om ons naar Duitsland te krijgen’, peinst de transporteur. ‘Je zou toch zeggen dat ze de eigen ondernemers stimuleren om hier te blijven. Er is genoeg grond, alleen zijn de prijzen zo hoog.’ Al heeft Having Steenhuis geen concrete plannen, hij snapt wel dat ondernemers het over de grens zoeken. ‘Het investeringsklimaat is in Duitsland honderd procent beter. Wat banken daar willen doen, kun je niet vergelijken met hier. Een auto, een bedrijf beginnen, het lenen van bedrijfskapitaal, het is allemaal goedkoper.’

 

Besluiteloosheid
Van de fysieke grens merken de ondernemers niet veel. De ambtelijke praktijk is wel eens anders. ‘De Duitsers denken in oplossingen, de Nederlanders in problemen’, is een ervaring van recycler Steenhuis. Dan heeft hij het over de landelijke instanties, voor de gemeente en provincie heeft hij niets dan lof. Een opdracht van autofabrikant Volkswagen kostte hem drie maanden langer dan nodig omdat de Nederlandse instanties op één punt maar geen besluit konden nemen over de uitvoering van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen. Met de Duitsers was Steenhuis er snel uit, maar ‘de Nederlandse instanties kwamen steeds met nieuwe vragen. Tijdens een gezamenlijke bijeenkomst hadden ze nog verklaard dat we het eens waren. Zeg dan dat je nog even wilt nadenken of dat je het niet snapt, dan kan ik het meteen uitleggen. Ik zal je eerlijk zeggen, ik schaamde me ervoor dat de Nederlanders zich zo gedroegen. Dat was geen afspraak-is-afspraak. Als ik van tevoren geweten had dat zij me zoveel energie gingen kosten, had ik er iemand voor ingehuurd.’

 

 

 

Is Nederland te duur? Ja dus De grondprijzen op Nederlandse bedrijventerreinen zijn beduidend hoger dan die van concurrerende locaties in buurlanden. Dat kan een factor tien schelen, concludeerde het Centraal Planbureau op 10 maart in een onderzoek naar de grondprijzen in grensstreken. Zo kost een vierkante meter grond in Twente 132 euro, in het naastgelegen Duitse Bad Bentheim betaalt een ondernemer 14 euro voor een vierkante meter op een locatie naast de A1. Flexxolutions uit Denekamp, een producent van overkappingen voor mestsilo’s en biogasinstallaties, kocht 22.000 vierkante meter grond en verplaatste alle productie naar Duitsland. Volgens het CPB is Duitsland ook arbeidsrechtelijk aantrekkelijker en de afzetmarkt is veel groter. Om zich ‘Duitser’ te kunnen presenteren aan Duitse klanten vestigen bedrijven zich ook over de grens. Duitsers zouden liever zaken doen met een Duitse GmbH dan met een Nederlandse bv. Mede om die reden verhuisde douchegotenfabrikant ESS uit Losser naar Duitsland en presenteert zich nu met de termen Dutch design en Made in Germany.

 

Werknemers over de grensNiet alleen in Groningen, ook in Limburg wordt gekeken naar de oosterburen. Daar begint dit jaar ITEM, het Institute for Transnational and Euregional Cross Border Cooperation and Mobility. Dat moet de gefragmenteerde kennis op het vlak van grensoverschrijdende vraagstukken voor de arbeidsmarkt bundelen in een database bij de Universiteit van Maastricht. ITEM houdt zich vooral bezig met onderzoek naar de grensoverschrijdende arbeidsmarkt en niet met het ondersteunen van ondernemers, zoals in Oldambt. De Limburgers trekken tot 2020 4 miljoen euro uit voor het centrum, voornamelijk overigens voor de acht fte’s die ze ervoor in dienst hebben.