- Aanval op innovatiebox onterecht
- Juist bij kleine bedrijven is regeling populair
- Investeringen in innovatie en r&d door bedrijven zijn broodnodig
Willen we volgend jaar weer een plekje opschuiven op de Global Competitiveness ranglijst van het World Economic Forum, dan zullen we beter moeten scoren op de pijler innovatie. Want juist ondernemers die innoveren zijn de drijvende kracht achter economische groei.
Daarom is het ook zo belangrijk dat het hele scala van regelingen dat onderzoek fiscaal stimuleert overeind blijft. Het is het samenspel van de innovatiebox, de WBSO en de RDA dat innovatie effectief aanjaagt. D66-Kamerlid Kees Verhoeven is daar minder voorstander van. Hij riep vorige week dat de innovatiebox, die ervoor zorgt dat bedrijven de belasting op winst gemaakt met eigen innovatie terug kunnen brengen naar 5 procent, niet veel meer is dan 'extra belastingkorting voor grote bedrijven'.
Dat ligt een stuk genuanceerder. Ten eerste moeten alle middelen en regelingen in samenhang worden gezien, ook als het gaat om de vraag of het mkb wel voldoende aan bod komt. Ten tweede gaat van het voordeel voor specifiek de innovatiebox ruim de helft naar grote bedrijven. Logisch, want deze bedrijven doen ook meer dan de helft van de totale investeringen in r&d. Blijft over dat de andere helft van de pot naar mkb-bedrijven gaat. De fiscale regeling is dan ook populair bij bedrijven tot vijftig werknemers, die goed zijn voor 63 procent van de aanvragen.
Een effectieve regeling dus, waar ook het mkb van profiteert. Helemaal omdat investeren in innovaties een risico is waarbij het succes niet altijd vooraf vast staat. Juist kleinere bedrijven zijn blij met zo'n extra zetje. Een regeling willen afschaffen die nieuwe arbeidsplaatsen creëert, zorgt voor economische groei en Nederland een beter vestigingsklimaat biedt, is daarom niet minder dan het kind met het badwater weggooien.
