Marc van den Tweel: waarom Natuurmonumenten nu wel van bedrijven houdt

23-06-2016

Vroeger stonden natuurorganisaties en het bedrijfsleven nog weleens lijnrecht tegenover elkaar. Dat is niet meer van deze tijd, stelt directeur Marc van den Tweel van Natuurmonumenten. Samenwerking is beter voor natuur én economie.

Natuurmonumenten zoekt bedrijven op?
‘De inzet van ons om natuur en economie te verenigingen laat vooral zien dat de wereld niet eendimensionaal is. Onze voorzitter Hans Wijers bijvoorbeeld verenigt die beide kanten. Als ex-baas van Akzo en minister van Economische Zaken, maar ook als voorzitter van Natuurmonumenten en hiervoor van het Wereld Natuur Fonds. Maar al voor zijn komst zijn we deze richting ingeslagen. Natuurmonumenten was nooit een actiegroep, dat is goed om te beseffen. Economie en ecologie konden elkaar soms aardig in de wielen rijden, soms schuurden de belangen. Daar lag in het verleden teveel de nadruk op.’

Het bedrijfsleven wás toch de vijand?
‘Een paar jaar geleden hebben we echt deze switch gemaakt. Vroeger hadden we een meer defensieve houding, waarbij we eigenlijk een uphill battle vochten. Je kunt je er als natuurorganisatie bij neerleggen dat er minder biodiversiteit is, maar je kunt dat ook omdraaien. Hoe zorgen we dan dat er juist meer biodiversiteit komt? Er was al wel eerder een kantelpunt in de jaren negentig, toen Nederland door hoog water onder liep. Toen werd duidelijk dat er aan natuurontwikkeling ook een economisch verdienmodel zat. Het ontkleien van de rivier voor uiterwaarden zorgde voor meer natuur én gaf een enorme impuls aan de baksteenindustrie.’

En is het bedrijfsleven veranderd?
‘Zeker, steeds meer bestuurders snappen dat een onderneming niet geïsoleerd in de samenleving staat. Er is echt een nieuwe generatie ondernemers opgestaan. DSM is daar een goed voorbeeld van. Duurzaamheid is nu voor veel bedrijven onderdeel van de bedrijfsvoering, en dan kijk je ook met een andere blik naar de natuur. Die is er niet alleen vanwege de schoonheid, maar ook vanwege voedselzekerheid. Economische vooruitgang en natuur liggen in elkaars verlengde. En wij snappen op onze beurt dat Nederland er niet alleen prachtig bij moet liggen, maar dat het ook economisch goed moet gaan.’

‘We rijden elkaar niet meer in de wielen’

Wat levert die samenwerking nu al extra op?
‘De Marker Wadden bijvoorbeeld, dat is echt revolutionair in hoe natuurbescherming, landinrichting en economische spin-off samen gaan. De kwaliteit van water en leven in het Markermeer is omlaag gegaan doordat er destijds een dijk omheen is gelegd. Dat heeft ervoor gezorgd dat er anderhalve meter slib op de bodem ligt. Nu worden er eilanden aangelegd met het gebruik van die slib. Dat heeft veel economische bijeffecten. Bouwen met slib is een exportproduct geworden, het is ook goed voor de recreatiebranche. Voor de Marker Wadden trekken we ook op met bijvoorbeeld Hans de Boer. Dat vinden sommige mensen verrassend, maar zoals ik al zei, de wereld is niet meer zo eendimensionaal als vroeger.’

Moet Nederland groen zijn voor een goed economisch klimaat?
‘Wij horen wel dat ook het groene vestigingsklimaat van Nederland een rol speelt. Internationale ondernemingen kijken natuurlijk naar het belastingklimaat, innovatiebereidheid en het kennisniveau van Nederland als ze zich hier willen vestigen, maar ook naar waar ze hun medewerkers straks laten wonen. Vooral Angelsaksische bedrijven hechten daar grote waarde aan. Goed voor de gezondheid van hun werknemers. En dat geldt natuurlijk ook voor Nederlandse bedrijven en hun werknemers. Daarnaast is de natuur natuurlijk een grote moneymaker voor de recreatieve sector.’

Dit artikel komt uit de print Forum