Toezichthouder: 'Banken klagen te snel over regeldruk'

26-03-2015

De financiële sector moet niet in zijn schulp kruipen, maar de dialoog aangaan met de samenleving. Alleen dan kan het vertrouwen terugkeren, zegt Merel van Vroonhoven, voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Zakelijke klanten en consumenten moeten zich daarnaast meer verdiepen in de financiële producten die ze aanschaffen. ‘Niet denken: daar heb ik toch geen verstand van.’

Op de dag van het interview is net bekend geworden dat ING en ABN Amro de vaste salarissen van de leden van de raad van bestuur hebben verhoogd. Het is een manier om de top extra te belonen, ondanks het maximum van 20 procent waaraan de bonussen zijn opgehangen. De reacties in de (sociale) media waren voorspelbaar: schande!

Mevrouw Van Vroonhoven, wat vindt u als AFM-baas van die salarisverhoging?
‘Salarissen zijn altijd een ingewikkeld verhaal. Het is niet aan mij om daar meteen wat van te vinden, maar in algemene zin vind ik wel dat de raad van commissarissen die over het beloningsbeleid gaat, zich bewust moet zijn van het gebrek aan vertrouwen in de financiële sector dat er nog altijd is. De situatie is heel broos. Het is belangrijk dat banken goede bestuurders kunnen houden en aantrekken, maar gezien de impact moet je je afvragen: past zo’n salarisverhoging bij het sentiment in de samenleving?’

Waar zitten we nu qua vertrouwen?
‘De financiële sector boekt vooruitgang, maar worstelt merkbaar met de vele veranderingen die worden verwacht. Wat de sector doet, wordt nog niet gevoeld door de samenleving, dat ijlt na. En als je continu wordt aangevallen, is de neiging om je terug te trekken in je eigen fort natuurlijk heel groot. Maar juist dan moet de sector de dialoog zoeken.’

‘Het grootste risico is verslapping nu de economie weer opkrabbelt. Terwijl de financiële sector middenin een transitie zit die zijn weerga niet kent. Banken en verzekeraars moeten in hun gedrag en cultuur de belangen van de klant meer centraal gaan stellen, en ondertussen allerlei nieuwe Europese en nationale regels doorvoeren en hun bedrijfsmodellen aanpassen aan de nieuwste technologische ontwikkelingen.’

Waarom is dat vertrouwen zo belangrijk?
‘Vertrouwen is de basis voor ondernemen. Bedrijven zijn voor de financiering van hun plannen afhankelijk van financiële instellingen. In Nederland zijn dat vooral de banken. In toenemende mate zoeken bedrijven, vooral het midden- en kleinbedrijf, naar alternatieven zoals crowdfunding en kredietunies. Maar ook daar moet je vertrouwen in kunnen hebben.’

‘Als consumenten vertrouwen hebben, zijn ze bereid om een huis te kopen of sowieso geld uit te geven in plaats van het op te potten omdat ze de toekomst vrezen. We moeten niet met z’n allen bang in huis blijven zitten en risico’s vermijden, want dan krijg je geen groei van de economie.’

Als er nu te weinig vertrouwen is, was er dan voor de crisis te veel?
‘Ik spreek liever van gerechtvaardigd vertrouwen, en het was niet gerechtvaardigd. Je kunt zeggen dat er vroeger te veel risico’s zijn genomen in de financiële sector, en dat we nu moeten uitkijken voor risicomijdend gedrag. Vernieuwing blijft immers nodig.’

Verwijt u de klanten – ondernemers en consumenten – iets?
‘Er is een asymmetrie in de kennis die de financiële sector heeft en die van de klant. Die heeft minder kennis, interesseert zich er minder voor en wordt vaak pas jaren later geconfronteerd met de negatieve aspecten van de financiële producten die hij heeft aangeschaft. Uit onderzoek blijkt dat klanten het kortetermijnbelang vooropstellen.’

‘Bij de AFM hebben we altijd gedacht dat dit alleen voor consumenten gold, maar de praktijk laat zien dat dit ook de zakelijke klanten treft. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het midden- en kleinbedrijf, zzp’ers en woningbouwcorporaties. De rentederivaten die negatief uitwerken voor mkb-bedrijven worden nu door banken aan een herbeoordeling onderworpen.’

Zegt u tegen die ondernemers: eigen schuld, dikke bult?
‘Nee, maar het is wel een groot dilemma. Omdat de klant niet voldoende tegenwicht kan bieden, ligt er een grote verantwoordelijkheid bij de leveranciers van financiële producten. Zij moeten een product aanbieden dat past bij de klant. Banken hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar je kunt ze niet de totale verantwoordelijkheid op zich laten nemen. Het is een combinatie van extra bescherming bieden en de eigen verantwoordelijkheid van klanten om je in de materie te verdiepen. Als je dat zelf niet kunt, moet je een goede adviseur in de arm nemen. Niet denken: daar heb ik toch geen verstand van.’

‘De moeilijkheid voor bedrijven is de afhankelijkheid van de bank. Hoe groot is bijvoorbeeld de drempel voor bedrijven om weg te gaan bij hun bank? Dat zijn we dit jaar aan het uitzoeken.’

Is de financiële sector niet veel te ingewikkeld geworden door alle mogelijkheden van ict?
‘Ja, de financiële sector is ingewikkeld, maar ict biedt juist ook kansen door informatie toegankelijker te maken. Via Skype kun je tegenwoordig hypotheekadvies krijgen. Dat werkt drempelverlagend.’

Welke cultuurverandering wilt u precies zien?
‘Banken moeten het belang van de klant voorop stellen, ook als de klant iets wil waarvan de bank weet dat het negatief voor de klant zal uitpakken. Je moet geen hypotheek verstrekken aan iemand die de lasten niet kan betalen. Of een lening verstrekken aan een bedrijf met een businessplan dat geen kans van slagen heeft.’

‘De financiële sector is in de verleiding gekomen om dat toch te doen. De nadruk kwam te liggen op steeds meer verdienen met complexe, opgeknipte producten. Dat verander je niet van de ene op de andere dag. Het heeft jarenlang zo gewerkt.’

Heeft u dat ook in uw tijd in de financiële sector ervaren?
‘Ja, ook daar werden aandeelhouderswaarde en de inbreng van analisten steeds belangrijker, waardoor het belang van de klant uit het oog raakte. Ik vond dat de maatschappelijke functie op de achtergrond raakte en ben overgestapt naar NS, een bedrijf dat die maatschappelijke functie in de genen heeft.’

Komt de financiële sector door alle nieuwe regelgeving wel toe aan die cultuurverandering?
‘Regelgeving is geen doel op zich, maar een antwoord op niet goed functioneren. De inkt van veel regelgeving is nog nauwelijks droog, laat dat nu eerst maar eens indalen. Als regels knellend of averechts werken, moet je kijken hoe het beter kan.’

‘Als ik banken hoor klagen over de stapeling van regelgeving, vraag ik mij af of dit feit of angst is. Het gevaar is dat iedereen maar wat roept, en dat dingen worden veralgemeniseerd. Sommige dingen gaan een eigen leven leiden. De AFM werkt bijvoorbeeld met ‘open normen’ die maatwerk mogelijk maken. Vanuit de sector kwam de vraag of we die normen meer richting konden geven. Dat werden leidraden. Die werden echter gaandeweg als nieuwe regels opgevat.’

Zegt u nu dat bedrijven te véél naar de AFM luisteren?
‘Nee, het is een samenspel tussen AFM en de sector. Wij als AFM moeten nadenken over de gedetailleerdheid van onze leidraad, en de compliance-afdeling van banken moeten er geen schepje bovenop willen doen. Tegen banken en verzekeraars zeg ik: Kom met voorbeelden als jullie het anders willen.’

‘Ondertussen stimuleren we het zoeken naar alternatieve financiering van het midden- en kleinbedrijf. Want we begrijpen dat de kredietverlening door banken onder druk staat. Instrumenten als crowdfunding moeten veilig zijn voor beide partijen: de financiers en het bedrijf. De overheid moet daar naar kijken. Zo kunnen we de financiële sector gezond laten groeien. Wij zijn niet tegen een grote financiële sector, die is juist nodig voor nieuwe ondernemingen en innovatie. We hebben wel het liefst een gedifferentieerde sector, zonder enorme banken.’

Groei wordt lastig als in Nederland strengere regels gelden dan elders in Europa.
‘Ik zie het zo: wij lopen voorop. Onze regels worden standaard.’

Dat zet Nederlandse banken nu wel op achterstand.
‘Als je iets voor de muziek uitloopt, ben je straks eerder klaar. Ik wil de problemen van de banken niet bagatelliseren en we blijven alert, maar ik ben nog niet overtuigd.’


Wie is Merel van Vroonhoven?

Na een studie geofysica aan de TU Delft begon Merel van Vroonhoven (46) in 1993 als manager bij de ING Groep. In 1997 werd zij manager corporate clients bij Nationale Nederlanden. Daarna was ze achtereen- volgens directeur marketing en sales bij Nationale Nederlanden in Polen (2000) en directievoorzitter pensioenen (2002). In 2007 werd zij lid van het managementcomité Europe ING Investment Management. Twee jaar later volgde de overstapt naar de directie van NS. In 2012 werd zij uitgeroepen tot Topvrouw van het jaar. Sinds vorig jaar is zij bestuursvoorzitter van de Autoriteit Financiële Markten.