- Kamp wil weten waar de pijn van regeldruk zit
- Waarom vraagt hij naar de bekende weg?
- Zorg liever dat overheid nú echt actie onderneemt
Krasse taal van minister Kamp afgelopen week in de Tweede Kamer. Al jaren zijn ondernemers, groot en klein, bezig met het aantonen waar de pijn zit als het gaat om regeldruk. De minister van Economische Zaken suggereerde op zijn beurt dat ondernemingen dat nog niet genoeg doen. Een vreemde oproep, kennelijk heeft de minister de afgelopen jaren niet opgelet: aangeven waar de pijn zit, is precies wat bedrijven en branches doen. Het is nu aan de overheid om actie te ondernemen.
Veel branches, van metaal tot uitzendsector, hebben tot in detail uitgewerkte inventarisaties klaarliggen met concrete voorstellen om regelgeving te versimpelen. Die inventarisaties liggen op het ministerie van Kamp op hem te wachten. Helaas komt er vooral wetgeving bij die juist leidt tot meer regeldruk en lasten. Dat staat in schril contrast met zijn oproep.
Bijvoorbeeld de voorstellen om toezichtkosten door te rekenen aan bedrijven, voorstellen die het moeilijker maken om zp'ers in te zetten of de vergaande meldplichten en boetes voor het mkb op het vlak van privacy. Dit zijn stuk voor stuk initiatieven die de uitspraak van Kamp tegenspreken. En dit is nog maar het topje van de ijsberg.
Daardoor ontstaat er een vreemde paradox: het lijkt erop dat de politiek wel voorstander is van minder regeldruk voor bedrijven, maar als het gaat om het eigen beleidsterrein blijft de neiging toch vooral om met meer wet- en regelgeving te komen. De verantwoordelijkheid voor minder regeldruk moet liggen bij degenen die nieuwe regelgeving voorstellen, niet bij de bedrijven die allang bezig zijn om knelpunten aan te dragen. Nu nog wachten tot de politiek zelf ook het licht ziet.
