Asscher presenteert de rekening

21-05-2015

Geld tekort? Dan laat je bedrijven voortaan toch gewoon zelf betalen voor het toezicht dat de overheid op hen houdt. Binnenkort komt Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een wetsvoorstel om dat te regelen voor bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken. 'Een overheidsbezuiniging wordt zo een bedrijvenbelasting.'

Het is een trend in overheidsland: de kosten van toezicht en inspectie worden minder bij de overheid zelf en meer bij het bedrijfsleven neergelegd. Op papier een bezuiniging op overheidstaken, in de praktijk een lastenverzwaring voor het bedrijfsleven. En daar blijft het niet bij. Zo is in het geval van de Autoriteit Consument & Markt in de begroting van het ministerie van Economische Zaken opgenomen wat er aan boetes binnengehaald moet worden.

Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vindt dat de kosten van het toezicht op bedrijven met de zwaarste risico's ook prima grotendeels kunnen worden doorberekend. Het gaat om zo'n vierhonderd bedrijven die onder het Besluit risico's zware ongevallen (BRZO) vallen. Zij hebben veel meer en vaker inspectie nodig dan 'gewone' bedrijven. Volgens Asscher vergen ze acht keer zoveel tijd als een gemiddelde inspectie van een bedrijf. Bovendien is er specialistische kennis voor nodig. De minister vindt het daarom 'redelijk en billijk' om een deel van de kosten bij de bedrijven neer te leggen.

De BRZO-bedrijven zijn het daar niet mee eens. Zij vinden dat toezicht een zaak van algemeen belang is en dus door de samenleving – lees: de overheid – moet worden betaald. Bovendien zijn er ongewenste neveneffecten. 'De prikkel voor toezichthouders om efficiënt te werken neemt af als de kosten daarvan niet meer drukken op de overheidsbegroting, maar automatisch worden betaald door het bedrijfsleven. Een overheidsbezuiniging wordt zo een bedrijvenbelasting', schreef VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer eerder dit jaar namens de BRZO-bedrijven in een brief aan Asscher. De Boer is bang voor precedentwerking: andere ministeries en overheidsdiensten zouden wel eens op gedachten kunnen worden gebracht om hetzelfde te doen. Want elke bezuiniging is meegenomen.

Rauw op je dak
Asscher is niet helemaal ongevoelig voor het argument van algemeen belang. Hij berekent alleen de kosten van de arbeidsinspectie door. De milieu- en de veiligheidsinspectie neemt de overheid voor eigen rekening, want die wordt onder het algemeen belang geschaard. Maar dan gaat het nog altijd om 6 miljoen euro per jaar, waarvan het bedrijfsleven 5 miljoen moet opbrengen. Een bedrag dat 'geen substantiële gevolgen zal hebben voor de concurrentiepositie', stelt de minister.

Daar denken de bedrijven zelf heel anders over. 'De kosten per bedrijf vallen misschien wel mee, maar dit komt wel weer bij het totaal aan kosten die bedrijven hebben', zegt Jos Roosen van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI). Ze is ook niet gevoelig voor het argument dat concurrenten in het buitenland ook (deels) opdraaien voor de kosten van inspectie. 'Dat op zich zegt weinig. Je moet kijken naar de inrichting van het totale belastingstelsel en de overheidstaken die daaruit bekostigd worden.'

De doorberekening valt de VNCI en andere sectoren die onder de doorberekening vallen extra rauw op je dak. Zij zijn juist samen met de overheid bezig om het toezicht op arbeidsomstandigheden, veiligheid en milieu beter op elkaar af te stemmen. En dan moet er ineens voor een van de drie betrokken inspectiediensten betaald worden. 'Dat zal het gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid bij de inspectiediensten niet ten goede komen', verwacht Roosen.

Puur voor het geld
Naast de vrees voor een precedentwerking vragen bedrijven zich ook af hoe onafhankelijk de inspectie blijft als zij daarvoor moeten betalen. Wordt het dan niet aanlokkelijk om meer inspectie-uren te draaien, puur voor het geld? Hans de Boer haalt in zijn brief aan minister Asscher de Inspectieraad aan, het samenwerkingsverband van de rijksinspecties. Ook de Inspectieraad stelt dat de 'waardevrijheid en neutraliteit van het toezicht ter discussie kunnen komen te staan als de kosten daarvan worden doorberekend'. Daarnaast wijst de raad op het 'gevaar' van bureaucratisering. Doorberekening kan leiden tot hogere administratieve kosten voor zowel de overheid zelf als de bedrijven.

Binnenkort zal blijken wat minister Asscher met deze kritiekpunten doet. Vorige week is een korte internetconsultatie van zijn voorstel afgerond. Op basis daarvan zal hij een wetsvoorstel schrijven. Of hij ziet in dat dit toch niet zo'n goed idee is.

Banken betalen al het gelag

Het betalen voor toezicht is niet nieuw. In de sectoren van de banken, energie, post, telecom en transport wordt al een algemeen tarief voor toezicht betaald. In 2012 bedroegen de kosten van de 27 rijkstoezichthouders 1,1 miljard euro. Het Rijk droeg zelf 500 miljoen bij, de rest kwam van het bedrijfsleven.

De banken betalen het toezicht sinds dit jaar helemaal zelf. Dat proces is al in 2000 ingezet, en is versneld naar aanleiding van de financiële crisis. In die tijd zijn de kosten verdrievoudigd naar meer dan 200 miljoen euro. 'We accepteren dat wij het toezicht nu helemaal moeten gaan betalen', zegt Hubert Schokker, adviseur toezicht bij de Nederlandse Vereniging van Banken. 'Gezien de politieke besluitvorming is het een voor ons. Het is ook wel logisch gezien de financiële crisis. Maar we vinden het wel belangrijk dat het toezicht op de toezichtkosten goed geregeld is, en de stijging ervan in de hand wordt gehouden. Het mag geen zelfrijzend bakmeel zijn.'

 

Ook aan de bak: notarissen, advocaten en deurwaarders

Begin dit jaar stuurde toenmalig staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer dat regelt dat notarissen, advocaten en gerechtsdeurwaarders zelf moeten gaan betalen voor het toezicht op en de tuchtrechtspraak over hun eigen beroepsgroep. Teeven vond dat de overheid niet meer hoeft op te draaien voor de jaarlijkse kosten van 7 miljoen euro. De beroepsgroepen hebben zelf immers ook baat bij het in stand houden van de kwaliteit van hun werk door toezicht en tuchtrechtspraak.

De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) vindt juist dat die zaken in de eerste plaats van belang voor de maatschappij zijn. Daarnaast zou doorberekening niet op te brengen zijn voor de gemiddelde notaris in de 'huidige slechte financiële omstandigheden'.

 

Houdt de politiek wel maat?

Uitgangspunt voor het kabinet is het rapport van de ministers van Economische Zaken en Veiligheid en Justitie. Daarin staat dat handhaving van beleid 'in beginsel' uit de algemene middelen moet worden betaald omdat het algemeen belang hierbij vooropstaat. Uitzonderingen zijn het profijtbeginsel en extra toezicht. Bij profijtbeginsel kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het belang dat kleine bedrijven hebben bij toezicht op de marktmacht van grote bedrijven. Een ander voorbeeld is toezicht dat nodig is om het vertrouwen in een sector op peil te houden of te herstellen, zoals in de financiële sector.

Extra risico's kunnen leiden tot extra toezicht. De achterliggende gedachte in het rapport is dat bedrijven niet worden geprikkeld om die extra risico's mee te nemen in hun beslissingen zolang de overheid het toezicht betaalt. Daar zou tegenover moeten staan dat goede naleving van de regels wordt beloond.

Dit artikel komt uit de print Forum