SER stelt unaniem advies over gezond en veilig werken vast

24-12-2012

Een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken is nodig om te bereiken dat werkenden duurzaam en productief inzetbaar blijven op de arbeidsmarkt. Preventie is daarvoor cruciaal: voorkomen moet worden dat mensen door hun werk of arbeidsomstandigheden gezondheidsschade oplopen en daardoor uitvallen. Preventie loont, zowel voor de werkgever en de werkende als voor de samenleving als geheel.

Ook LTO-voorzitter Albert Jan Maat was (namens de ondernemersorganisaties) positief over het advies. Werkgevers en werknemers moeten samen aan goede arbeidsomstandigheden blijven werken. Hij gaf de agrarische sector als voorbeeld: zonder de constructieve opstelling van de vakbeweging zou het volgens hem niet gelukt zijn om het hoge ziekteverzuim in deze sector terug te dringen. Hij vroeg aandacht voor de bijzondere positie van het midden- en kleinbedrijf. Niet het voldoen aan de administratieve verplichtingen zou voorop moeten staan, maar het feitelijk op orde hebben van het arbobeleid.

Het stelsel van bedrijfsgezondheidszorg moet worden aangepast. Onderwerpen als de onafhankelijkheid, vertrouwelijkheid en de professionaliteit van de bedrijfsarts, en samenwerking met de reguliere zorg moeten snel opnieuw worden bekeken. Het systeem functioneert niet goed en volgens de SER wordt de situatie nijpend nu het aantal bedrijfsartsen de komende tijd drastisch afneemt.

Ook spreekt de SER in het advies zorg uit over de capaciteit en de kwaliteit van de arbeidsinspectie. Volgens de SER mogen bedrijven niet het gevoel krijgen dat er toch niet gecontroleerd wordt omdat de arbeidsinspectie te weinig capaciteit heeft.

De SER onderschrijft het beleid dat werkgevers en vakbonden zo veel mogelijk zelf moeten kunnen bepalen welke middelen moeten worden ingezet om aan de doelen en normen uit de wet te voldoen. De doelen kunnen in regels, de middelen moeten via afspraken worden geregeld.

Volgens Bernard Wientjes, voorzitter van VNO-NCW, is het goed dat werkgevers en werknemers zo veel mogelijk zelf aan het roer zitten van het arbobeleid wanneer het gaat om passende maatregelen te nemen in de sectoren.