Gelukkig, het gaat weer wat beter met de Nederlandse economie. Maar tijd om in te dutten is er niet. Als we deze opgaande lijn willen blijven volgen dan moet het kabinet de komende begrotingsperiode extra geld uittrekken voor innovatie en ontwikkeling voor versterking van de groei van bedrijven. Ook Europa moet blijven investeren in innovatie en ontwikkeling. Het onderzoeksprogramma van de EU - Horizon 2020 - heeft voor de komende vijf jaar 80 miljard euro beschikbaar aan subsidies om bedrijven en wetenschappers te helpen met baanbrekende innovaties.
Het is een belangrijk programma, zeker ook voor Nederland. Nederlandse onderzoeksinstellingen en bedrijven zijn namelijk al jarenlang zeer succesvol in het binnenhalen van gelden uit Europese onderzoekfondsen, ondanks de sterke en toegenomen competitie onder Europese onderzoekers. Bovendien behelst die 80 miljard een toename van ruim 40 procent ten opzichte van de vorige periode. Toch blijkt het te weinig. Volgens verantwoordelijk EU-topambtenaar Robert-Jan Smits kan hij op basis van de kwaliteit van de aanmeldingen makkelijk een subsidieprogramma runnen met een budget van 160 miljard euro. Er vallen te veel aanmeldingen af. 'Dat is te wijten aan het beperkte budget. Dat is mijn grote frustratie', aldus Smits in het Financieele Dagblad.
Behalve een adequaat budget is nodig dat niet alleen kennisinstellingen weten te profiteren van Horizon2020 maar ook bedrijven. De eerste cijfers zijn hoopvol, er lijkt een stijging te zijn in de bedrijfsdeelname van 22 naar 31 procent. Toch is er nog ruimte voor verbetering. Zo ligt het percentage mkb-bedrijven rond de 13 procent. De ambitie moet zijn deze deelname te verdubbelen. De Nederlandse regering kan zich daarvoor inzetten door afspraken te maken met kennisinstellingen om Nederlands midden- en kleinbedrijf mee te nemen in Brussel. Kabinet en kennisinstellingen zouden hier jaarlijks de voortgang van moeten monitoren.
