Mijn eerste vakantiebaan: 'Ik dacht dat ik heel rijk ging worden'

11-07-2023

Nu zijn ze baas van Picnic, ondernemer en eigenaar van meerdere bedrijven en vakbondsbestuurder. Maar wat waren eigenlijk de eerste vakantiebaantjes van Michiel Muller, Nasima el Bachiri-Ouamar en Zakaria Boufangacha?

 

Michiel Muller (Picnic):

 

‘Ik wilde met een vriendje rond mijn 17de naar de Sneekweek, en daar was geld voor nodig. Mijn ouders vroegen: ‘Hoe ga je dat betalen?’ Zo kwam ik aan mijn eerste vakantiebaantje, vier weken bij tuincentrum Myriantha in Haarlem. Plantjes poten bij mensen thuis of bij instellingen zoals bejaardentehuizen. In alle vroegte beginnen – 6 of 7 uur – plantjes inladen en op pad, naar het eerste adres. Ik vond het onwijs leuk: je bent buiten bezig, met je handen in de klei, snoeien en maaien. Het viel me op dat de vaste medewerkers een koelbox bij zich hadden met alles erin, eten en drinken. Ik had vier boterhammen in een zakje en water.’

 

‘Wat ik ook opvallend vond: hoeveel plantjes er de grond in gingen, heel dicht bij elkaar. Elk jaar weer nieuwe plantjes. Het leek me goeie business. Maar ik wil niet zeggen dat ik hier voor het eerst aan ondernemen dacht. Ik zat wel uit te rekenen wat het verdienmodel was, hoeveel plantjes ik pootte in relatie tot mijn uurloon.’

 

‘We zijn inderdaad naar de Sneekweek geweest. Dat vriendje was gek op zeilen en had een Valkje. Zijn vader heeft die boot naar Sneek gereden, terwijl wij met de fiets over de Afsluitdijk gingen. We zaten twee weken op een camping. Ik weet niet meer hoeveel we uit hebben gegeven, maar het geld was genoeg.’

 

'Als ik terugdenk aan dat eerste baantje: heerlijk'

 

‘Daarvoor bezorgde ik de weekkrant en wasten we auto’s op basis van aanbellen bij mensen of bedrijven. We vroegen 6 gulden per auto en gingen met de opbrengst naar de film. A bridge too far voor 12,5 gulden kan ik me nog herinneren. Later, in mijn studententijd in Rotterdam, verdiende ik bij op festivals en was ik een tijdje student-assistent: tentamens nakijken, practica geven. Dat leverde 1.000 gulden per maand op voor 20 uur werken.’

 

‘Als ik terugdenk aan dat eerste baantje: heerlijk. Met een paar man in een busje naar het werk, aan de slag, een kop koffie en op naar de volgende klant. Dankbaar werk ook, want de tuin zag er weer superstrak uit als we klaar waren. Werken met producten en je handen: net als bij Picnic eigenlijk.’

 

Nasima el Bachiri – Ouamar (B-Flex Cleaning)

 

‘Al heel jong hielp ik mijn broers met een krantenwijk. Maar m’n eerste echte vakantiebaantje was als schoonmaker in theater ’t Spant in Bussum. Daar woonde ik vlakbij, maar theater was een ver-van-mijn-bed-show, want wij gingen nooit. Mijn oudere broer en zus werkten al in de schoonmaak en zij hadden dat voor mij geregeld. Ik moest daar de stoelen, de zalen en het podium stofzuigen en schoonmaken. ’s Ochtends, voordat er klanten waren. Met mijn rijke fantasie als kind, ging ik natuurlijk soms zelf op het podium staan. Stond ik daar, als niemand keek, met een wisserdoekje en schoonmaakemmer in de hand een liedje te zingen. Dan deed ik alsof ik een heel bekend persoon was, dat vond ik geweldig. Ik wilde heel graag werken en die ervaring van dat theater meemaken, die wereld die ik niet kende. Het verbaasde me wel hoeveel rotzooi het theaterpubliek achterliet, in de zaal en ook waar ze na afloop een drankje deden. Ik had daar een heel ander beeld bij, van net theaterpubliek.’

 

‘Ik verdiende heel weinig, weet ik nog. Rond de drie gulden per uur toen nog. Dat gaf ik niet uit, want ik was een echte spaarder. Niet eens om iets groots te kopen ofzo, ik spaarde om het sparen, om geld te hébben. Ik weet nog wel dat ik op mijn 14e mijn eerste bril kreeg. Mijn ouders betaalden dat, maar het was een superlelijke bril. Ik wilde juist iets moderns. Daarom heb ik wat van mijn eigen verdiende geld gepakt, ben ik teruggegaan naar de opticien en heb om een andere bril gevraagd.’

 

'Ik wilde heel graag werken en die ervaring van dat theater meemaken, die wereld die ik niet kende'

 

‘Eigenlijk zou iedereen een vakantiebaantje of bijbaantje moeten hebben. Mijn kinderen vertel ik dat ook. Zelf heb ik er veel van geleerd. Ten eerste hoe zwaar schoonmaakwerk is. Ik zit nu ook in de schoonmaakbranche en ik weet nu waar ik het over heb. Ook was ik me in dat theater er enorm van bewust dat er op je werd neergekeken als schoonmaakster, dat vond ik altijd enorm vervelend. Het publiek dat alles rommelig en vies achterliet, daar sprak heel erg uit ‘dat doen de schoonmakers wel’. Het personeel zelf had die houding ook. Maar goed, je leert ook omgaan met geld, dat je weinig verdient en dat je ontdekt hoeveel iets eigenlijk kost. En natuurlijk dat ik in een heel andere wereld kwam, daar heb ik van geleerd. Je wordt er een stuk volwassener van. Niet voor niks heb ik allerlei andere dingen daarna gedaan, zoals inpakken bij parfumerie Douglas en achter de kassa bij een luxe banketbakkerij, waar we op het eind van de zaterdag altijd iets mee naar huis mochten nemen. Op weg naar huis, bracht ik mijn tante altijd een taart en de rest nam ik mee. Geweldige tijden.’

 

Zakaria Boufangacha (FNV):

 

‘Mijn eerste vakantiebaantje was bij de pizzeria in de buurt in Nieuwegein. Ik was 15 jaar en zou die zomer 16 worden. De zoon van de eigenaar was een vriend van mij. Ik werd aangenomen om af te wassen, maar toen ik mijn bromfietspapiertje had ging ik ook bezorgen. Op de scooter met zo’n vierkante box achterop voor de isolatietassen voor pizza’s. Na een poosje hielp ik ook in de bediening en in de keuken. Het was echt een leuke tijd, ik voelde me onderdeel van het bedrijf, het was een familiegevoel. Die pizzeria is nog steeds een goed draaiende zaak met dezelfde eigenaar.’

 

‘Thuis ben ik de jongste van vier kinderen. Ik heb drie zussen, die in die tijd ook allemaal een bijbaantje hadden. Mijn ouders hadden het niet breed. Als mijn vader thuis kwam uit de fabriek hielp hij mijn moeder schoonmaken in scholen. Ik ging ook wel eens mee als jongetje. In zo’n gezin krijg je automatisch het gevoel dat het er toe doet dat je bijverdient. Terwijl mijn ouders daar helemaal geen druk oplegden. En veel van mijn vrienden hadden ook een bijbaantje, dus toen ik vijftien was vond ik dat ik niet kon achterblijven.’

 

'Als kind heb je een heel ander gevoel van geld'

 

‘Ik zal toen ongeveer tien gulden per uur verdiend hebben exclusief fooien. Ik weet nog heel goed dat vijftig gulden echt een grens was waar ik elke dag aan wilde komen. Die eerste vijftig gulden was om te sparen, alles daarboven was om uit te geven. De eigenaar wilde het liefst elke dag met me afrekenen en één keer in de maand de administratie afhandelen, maar ik had liever dat hij het opspaarde en aan het einde van de maand een groter bedrag uitbetaalde.’

 

‘Als kind heb je een heel ander gevoel van geld. Ik weet nog dat ik na de eerste dagen in de pizzeria dacht: moet ik nog wel naar school, hier ga ik heel rijk mee worden. Pas als je ouder bent besef je dat je meer nodig hebt om rond te komen en dat je met een schoolopleiding veel meer mogelijkheden hebt. Al wist ik dat op die leeftijd eigenlijk ook wel. Ik praatte veel met de kok en de ober en begreep wel dat het voor hun geen vetpot was. Vakantiewerk was ook een stap in mijn ontwikkeling als mens. Ik leerde veel over collegialiteit en omgaan met opdrachten van een leidinggevende. Ik heb mijzelf echt leren kennen.’

 

‘Ik denk er niet zo heel veel aan terug, maar nu ik het er over heb, komen er zoveel verhalen boven. Bijvoorbeeld dat je telefoondienst had om de bestellingen op te nemen, die je dan verdeelde onder de bezorgers. En als er iemand belde waarvan je wist dat hij altijd een grote fooi gaf, dacht: die bezorg ik wel even zelf. Dan kreeg je twintig gulden fooi bij een pizza margarita en een fles jenever. Zulke klanten zaten er echt tussen. Weet je, ik spreek die vriend van vroeger veel te weinig, maar ik krijg nu zin om hem te bellen.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Lees meer over