Emmanuel Macron staat voor zijn Thatcher-moment. Terwijl de vakbonden de straat op gaan, is de vraag: kan de nieuwe Franse president die strijd winnen? En slaagt hij erin zijn land te radicaal te hervormen? Daar krijgen heel wat Nederlands ondernemers nu al slapeloze nachten van.
Hij kan er bevlogen over spreken, Frankrijks jongste president ooit. Over de energie die hij wil bevrijden. De lust tot ondernemen die nu gesmoord wordt in bergen papierwerk, torenhoge hoge lasten en obstructie van onwillige vakbonden. Het boek dat zijn campagne voor de presidentsverkiezingen begeleidde heet dan ook Revolutie. Daarin beschrijft Emmanuel Macron hoe een probleemland een natie moet worden die de toekomst met vertrouwen tegemoet ziet. Kortom: de nieuwe sterke man van Europa. Maar voor hij zover is en zijn hervormingen kan doorvoeren, moet hij eerst de confrontatie aan met de straat. De eerste demonstraties zijn al achter de rug, nieuwe worden georganiseerd. Nu moet hij bewijzen of hij in staat zal zijn Frankrijk daadwerkelijk te hervormen.
Als Macron Frankrijk weet te hervormen
Frankrijk hervormen: dat lijkt een onmogelijke klus. Maar misschien lukt het Macron wel. Net als Margaret Thatcher eind jaren zeventig in het Verenigd Koninkrijk. Of Gerhard Schröder in Duitsland een kleine vijftien jaar geleden. Zij slaagden er in de cruciale krachtmeting met de vakbeweging te winnen, hervormingen door te drukken en de economie in eigen land weer op stoom te krijgen. En dat zou in Frankrijk ook kunnen gebeuren. Tenminste als Macron lukt wat hij voor ogen heeft: met snelle hervormingen laten zien dat Frankrijk wel degelijk kan veranderen. Daarmee kan hij het vertrouwen van ondernemers en investeerders winnen en zorgen dat de economie groeit en de werkloosheid daalt.
‘Fransen zien ondernemers vooral als potentiële uitbuiters van werknemers'
Eind augustus presenteerde hij zijn eerste plan: de hervorming van de arbeidsmarkt. Of beter gezegd: het arbeidsrecht. Werkgevers krijgen de mogelijkheid om direct, zonder enige vakbondsbemoeienis, te onderhandelen over een beperkt aantal arbeidsvoorwaarden, zoals de werktijden, premies en de dertiende maand. Ook ontslag zal eenvoudiger zijn: geen werkgever hoeft nog bang te zijn voor een hoge rekening als de kantonrechter er aan te pas moet komen. Dat weerhoudt veel mkb’ers op dit moment om personeel aan te nemen. ‘Fransen zien ondernemers vooral als potentiële uitbuiters van werknemers die je in toom moet houden met veel wet- en regelgeving’, zegt Sébastien Guerra, die met een Nederlandse partner een het cosmeticalabel Huygens lanceerde. ‘Het idee dat iedereen er baat bij heeft als het bedrijfsleven meer welvaart creëren, wint terrein, maar snel gaat dat niet.’ Daar zou Macron weleens snel verandering in kunnen brengen, verwacht Guerra. ‘Toen hij twee jaar geleden minister van economie was, zorgde hij er voor wij met ons personeel konden afspreken dat ze voortaan ook op zondag in de winkel werken. Aanvankelijk waren er bezwaren. Nu is iedereen tevreden want ze verdienen meer, iedereen blij.’
Thatcher-moment voor Macron?
Misschien wordt dit wel hét moment voor de Franse president. Van de vakbonden, die eerdere pogingen om het land te hervormen succesvol blokkeerden, hebben tot nu toe alleen de CGT (de tweede bond van het land in de marktsector) en een paar kleinere bonden gedemonstreerd. De opkomst was laag en ook de demonstratie van Jean-Luc Mélanchon – de linkse oppositieleider en fan van Hugo Chávez – maakte geen indruk. Het ziet er dus goed uit voor Guerra en de supporters van Macron. Macron’s minister van arbeid Muriel Pénicaud – oud hr-manager van Danone – wist Frankrijks derde bond (Force Ouvrière) zelfs in het kamp van de hervormingsgezinden te krijgen. Dus wie weet.
Een succes op dit gebied kan een kleine revolutie teweeg brengen, waardoor andere grote ingrepen – zoals verhoging van de pensioenleeftijd naar 65 jaar en hervorming van de WW – minder grote hobbels blijken dan gedacht. Vooral als jongeren – en dat waren toch vooral de Fransen die Macron aan de macht hielpen – hun stem laten horen om niet alles bij het oude te laten, maar Frankrijk juist vooruit te helpen en hervormingen door te voeren.
Sterk Frankrijk laat Nederlandse ondernemers beven (maar ook hard juichen)Een transformatie van Frankrijk zal door Nederlandse ondernemers met gemengde gevoelens worden bekeken. Positief is dat de Fransen geen risico meer vormen voor de monetaire stabiliteit. De Franse staatsschuld daalt als Macron’s ministers hun begroting afstropen op zoek naar mogelijkheden om te besparen. De koopkracht van de Fransen stijgt, wat gunstig is voor de Nederlandse export. Met Nederlands-Franse bedrijven als Air France-KLM zal het beter gaat als de bonden zich ook in Frankrijk hebben neergelegd bij de realiteit van de markt.
Maar tegelijkertijd zal de concurrentie toenemen. Op landbouwgebied lijkt de Nederlandse voorsprong nauwelijks in te halen, maar als het gaat om tech gaat speelt Frankrijk in een heel andere divisie. Waarschijnlijk dromen de Nederlandse startuppers er straks van om te mogen werken in Station F, de grootste start-up-incubator van de wereld die Macron in de eerste maand van zijn eerste mandaat opende. Station F staat net onder Silicon Valley van de lijst locaties waar het meeste risicokapitaal omgaat.