Oud-waterpoloër Gijze Stroboer: ‘Topsportverleden geeft streepje voor’

10-02-2017

Twee keer deed hij mee aan de Olympische Spelen. Tot een zeilongeluk een einde maakte aan zijn waterpololoopbaan. Gijze Stroboer werd ondernemer en begon met zijn eigen opleidingsinstituut voor de vastgoedsector.

 

‘De Olympische Spelen van 1972 in München vergeet ik nooit meer. We hadden onze wedstrijden al achter de rug, toen de aanslag op de Israëlische Olympische Ploeg plaatsvond. De dag erna was er een herdenkingsbijeenkomst. Zaten we daar met drieduizend Olympiërs bij elkaar in het Olympisch Stadion. Heel indrukwekkend. De Spelen gingen door. Maar van de ontspannen sfeer die er eerder heerste, was niets meer over. De tanks rolden door de straatjes van het Olympisch dorp heen. Het was chaos. Ik was blij dat we te horen kregen dat we naar huis mochten.’

 

Brons in Montreal

‘Een groot deel van de ploeg stopte na ‘München’. Maar ik was een stuk jonger. Dus mocht ik vier jaar later als lid van een sterk verjongde ploeg mee naar de Olympische Spelen van Montreal. Het brons dat we daar haalden, voelde als een revanche. Fantastisch. Ik heb daarna nog een tijd doorgespeeld op clubniveau. Totdat ik bij een zeilwedstrijd zwaar geblesseerd raakte. Het speel- en trainingsrooster voor het nieuwe seizoen was zó intensief. Ik had geen zin om daarvoor te gaan revalideren. Dan moet je een hoger doel hebben. En dat zat er gewoon niet meer in. En om nou ergens in een of ander zijbadje te gaan liggen ploeteren….’ 

De Nederlandse Olympische waterpoloploeg uit 1976. Op de onderste rij, uiterst links, Gijze Stroboer
De Nederlandse Olympische waterpoloploeg uit 1976. Op de onderste rij, uiterst links, Gijze Stroboer
Foto: Koninklijke Nederlandse Zwembond

Reorganiseren

‘Tijdens m’n heao-opleiding had ik stage gelopen bij een vastgoedbedrijf. Dat was me goed bevallen. Een bestuurslid van de brancheorganisatie van makelaars NVM vond mijn scriptie wel interessant. Voordat ik het wist kon ik aan de slag bij de organisatie. Mocht ik hun failliete opleidingscentrum SOM nieuw leven proberen in te blazen. Ik ben daarna in de vastgoedsector blijven hangen. Via allerlei omzwervingen kwam ik in 2010 weer bij de NVM terecht. Nu om als interim-directeur de boel te reorganiseren.’

 

Het is al even geleden...

 

Emotionele taferelen

‘Totaal onverwacht werd ik ziek. Even zag het er somber uit. In eerste instantie dachten m’n artsen dat ik botkanker had. Maar uiteindelijk bleken het cystes. Ook niet fijn. Maar ze wisten tijdens een aantal operaties de rottigheid er uit te zagen. Toen ik bezig was met m’n revalidatie, nam ik me voor om na m’n herstel alleen nog iets te doen wat ik echt leuk vind. Er waren dingen waar ik niet meer zo op zat te wachten. Zoals emotionele taferelen aan mijn bureau met mensen die ik net daarvoor had ontslagen.’

 

'Ik begin nooit uit mezelf over mijn topsportsuccessen'

 

 

Concurrent van NVM

‘Ruim vier jaar geleden ben ik met dit bedrijf begonnen Met de Real Estate Business School zit ik toch weer in de opleidingen. Het voelt goed. Bedrijven, mensen verder helpen. Grappig dat je op een of andere manier terugkomt in de hoek waar je bent begonnen. Ik ben nu concurrent van het opleidingsinstituut van de NVM. In het begin keken ze met argusogen naar wat ik aan het doen was. Terwijl ik zoiets had van leven en laten leven. De markt is er groot genoeg voor.’

 

Persoonlijke vorming

‘Ik wil de mensen in de sector verder helpen. Met opleidingen gericht op persoonlijke vorming. Want als ik in mijn topsporttijd een ding heb geleerd, is het dat je alleen maar verder komt als je eerst jezelf beter leert kennen. Vooral in de woningmakelaardij is die denkwijze ook nu nog heel ongewoon. Veel mensen denken: ‘Ik heb een winkel, verkoop huizen en dat is het. Het verkoopt zichzelf toch?’ Terwijl er zoveel meer in zit. Ik heb het gevoel dat ik met mijn aanpak de juiste snaar heb geraakt. M’n bedrijf is in vier jaar tijd fors gegroeid. Inmiddels werk ik met zo’n 150 professionals in 45 steden verspreid over Nederland.’ 

 

Poster aan de muur

‘Ik heb nooit de behoefte gehad om tijdens het zakendoen te beginnen over mijn successen als topsporter. Ik hoef hier ook niet zo nodig een grote poster van mezelf aan de muur. Dat betekent niet dat ik helemaal anoniem door het leven kan. Door internet is er wel iets veranderd. Via Google is veel informatie over mijn sportverleden te vinden. En dan kan je er op wachten dat klanten er over beginnen. Ik moet daar ook weer niet te dramatisch over doen; het zou maar zo kunnen dat de kennis van mijn verleden me een streepje voor geeft.’